Motorola probeert met alle macht zijn Power PC G4-processor op te voeren. De chipfabrikant wil zijn eigen variant op IBM’s soi-technologie (silicon-on-insulator) toepassen om de toekomstige Apollo G4-processor kloksnelheden van meer dan 1 GHz te laten halen. Ondertussen wacht Macintosh-fabrikant Apple al ruim een jaar op G4-chips boven de 500 MHz.
Power PC-producent Motorola werkt al geruime tijd aan snellere en vooral krachtigere uitvoeringen van die processor. Tot op heden is het bedrijf echter geplaagd door tegenvallende kwaliteit waardoor het maar weinig 500 MHz G4-chips kan produceren.
Hogere snelheden zijn al in september vorig jaar beloofd op het Microprocessor Forum, alwaar Motorola plannen schetste voor een opgevoerde G4 Plus-processor, codenaam Voyager. Die chip met voorspelde kloksnelheden boven de 700 MHz is echter nog geen realiteit geworden, laat staan dat het in zicht is voor Apple.
Alvast opvolger
Toch blijft Motorola optimistisch; op het nu lopende Microprocessor Forum schetst de producent details over een Voyager-opvolger met de codenaam Apollo. Die processor krijgt transistorverbindingen van 0,18 micron en moet mede dankzij toepassing van soi een prestatiewinst van ongeveer 22 procent behalen. Daarmee komt de Appollo uit op een kloksnelheid van meer dan 1 GHz.
Anderzijds kan het gebruik van die geavanceerde isolatietechniek voor chipproductie ook een energiebesparing van 30 procent bieden bij gelijke kloksnelheid als voorganger Voyager. Het is echter nog niet bekend wanneer die twee toekomstige chips op de markt komen.
Overigens is kloksnelheid slechts één van de maatstaven voor het prestatieniveau van processors en de systemen waarin zij dienen. Apple hamert al geruime tijd op dit gegeven, maar de kloof tussen Power PC- en Intel-compatibele chips is het afgelopen jaar pijnlijk breed geworden.
Voorsprong
IBM loopt nogal voor wat het isoleren van halfgeleiders betreft. Het bedrijf gebruikt zijn soi-technologie al in de Power-processors – de eigen aftakking van de Power PC-reeks die het oorspronkelijk samen met Motorola en Apple ontwikkelde. De Power-chips dienen in de RS-6000 Unix-systemen van IBM en de bedrijfseigen AS/400-machines.
Daarnaast voorziet de hardwareleverancier ook chips van Compaq en Hewlett-Packard – respectievelijk Alpha- en PA-Risc-processors – van deze geavanceerde isolatietechnologie. De ontwikkeling van soi door IBM is medio vorig jaar afgerond. Daarna duurde het nog bijna een jaar voordat de technologie daadwerkelijk opdook in processors.
Analisten zijn dan ook kritisch over de beloften van Motorola wiens reputatie als chipproducent de laatste maanden nogal is aangetast. Het bedrijf worstelt met productieproblemen voor snelle G4-uitvoeringen en weet nieuwe generaties maar niet op de markt te krijgen.