Het Russische telecombedrijf Golden Telecom wil net als eertijds de tsaren alleenheerser worden in Rusland.
Alleen deze keer niet in de echte wereld, maar in de virtuele wereld. Voorlopig betekent dat veel investeren en weinig verdienen, aldus topman Stewart Reich, maar over niet al te lange tijd zal het bedrijf ‘alles voor iedereen’ zijn op het snel groeiende Russische Internet.
De strategie is niet ingewikkeld: met de telecompoot wordt geld verdiend waarmee vervolgens Internet-providers, portals en webhosting worden overgenomen of opgezet. Het afgelopen jaar ging het om een bedrag van 150 miljoen dollar. Niet veel misschien voor westerse begrippen, maar Reich is ervan overtuigd dat hij met dergelijke jaarlijkse bedragen een netwerk kan opzetten dat ‘meer zal bieden dan AOL of zelfs Yahoo’.
Reich spelt hoog spel, geeft hij zelf toe. Dat dat ook leidt tot grote onzekerheid bij de beleggers, blijkt wel uit de koers. Nadat Telesystems aankondigde dat het overweegt om zijn meerderheidsaandeel in Golden Telecom af te stoten, duikelde het aandeel direct naar 16 dollar waar het eerder nog het drievoudige noteerde.
De permanente crisis in de Russische economie heeft voor Golden Telecom twee kanten: er zijn de nodige twijfels over de markt voor een luxe-goed als Internet, maar aan de andere kant zijn Internet- en telecombedrijven voor een prikkie te koop. Nu goedkoop kopen dus, redeneert Reich, zodat er straks enorm winsten lonken wanneer de Russische economie zijn potentie gaat waarmaken. Maar of, en vooral wanneer dat gebeurt, dat weet uiteraard ook Reich niet. "Ik heb nog geen duideliik beeld wanneer we geld gaan verdienen", aldus Reich, "maar ik ben ervan overtuigd dat we dat gaan doen".
Hij wijst daarbij vooral hoopvol op de groei. Vorig jaar waren er nog maar 300.000 Russen met een Internet-aansluiting. Naar verwachting zal dat aantal dit jaar verdubbelen en zullen er over vijf jaar ongeveer drie miljoen Russen op het web surfen. Dat is nog niet veel op een bevolking van 150 miljoen mensen. Maar, redeneert Reich, dat geeft vooral aan hoeveel groeikansen we hier nog hebben.