Computerleverancier Compaq heeft vorige week een opwaardering van het mainframebesturingssysteem OpenVMS aangekondigd. Versie 7.3 is de eerste grote verversing van het oud-DEC-platform sinds september 1998. Hiermee houdt Compaq zich toch aan zijn belofte het platform te verbeteren.
Het bedrijf zegt al jaren de ondersteuning voor OpenVMS in stand te houden én die software bij de tijd te houden. De nadruk op die belofte verzwaarde toen Compaq eerder dit jaar de verder ontwikkeling van Microsofts Windows op zijn Alpha-processors stopzette. Dat project was een gezamenlijke inspanning die Microsoft inzichten gaf op het gebied van 64-bit chips en bijbehorende programmatuur.
Overstappen
DEC gaf jaren terug al aan dat OpenVMS-gebruikers op termijn moesten overstappen, hetzij naar Unix-variant Digital Unix, hetzij naar toekomstige, zware uitvoering van Windows NT. Na de overname door Compaq werd deze boodschap afgezwakt, hoewel de computerproducent voor zware systemen de nadruk legt op Tru64, voorheen Digital Unix.
Weinig VMS-gebruikers zijn echter geneigd over te stappen. Dit heeft er mede toe geleid dat Compaq het besturingssysteem nu opwaardeert. De diverse verbeteringen omvatten onder meer de clusteringtechnologie Galaxy, die in OpenVMS 7.2 zijn debuut maakte. Met versie 7.3 kunnen gebruikers verschillende computers tot één enkele virtuele machine smeden (clusteren) via ATM- (Asynchronous Transfer Mode) en Gigabit Ethernet-netwerken. Voorheen gebeurde dat voornamelijk middels het koppelen van de geheugensubsystemen.
Verder kan OpenVMS 7.3 ook functioneren op de nieuwste Compaq-systemen, codenaam Wildfire, die maximaal 32 Alpha-processors kunnen gebruiken. Unix-variant Tru64 draait al wel op deze machines die in mei dit jaar op de markt zijn verschenen. Het nieuwe besturingssysteem heeft ook verbeterde Java-ondersteuning en bevat een afdruk- en bestandsserver die aansluit op Windows 2000. JB