Volgens de net aangestelde directeur Paul Thomas van Turbolinux is er op termijn maar plaats voor één enkele Linux-distributie.
De huidige Linux-markt kenmerkt zich door een ware lappendeken aan verschillende distributies van het ‘opensource’ besturingssysteem. Fabrikanten als Red Hat, Suse, Caldera en natuurlijk Turbolinux zelf brengen ieder hun eigen versie van het besturingssysteem uit met elk zijn specifieke kenmerken. Volgens Thomas is er geen plaats voor al deze distributies. "De wereld heeft geen 150 versies van Linux nodig. Er zal een zekere consolidatie optreden", zei hij op een conferentie vorige week.
Volgens Thomas treedt deze consolidatie op doordat de Linux-gemeenschap werkt aan een LSB (Linux Standard Base). Hierin zijn alle programma-onderdelen beschreven, inclusief de eigenschappen en de api’s (application program interface) van een standaard Linux-distributie. Deze LSB wordt voorgelegd aan de Free Standards Group voor ratificatie. Het testen van Linux-distributies om te zien of ze voldoen aan de voorwaarden van de LSB start begin volgend jaar. Thomas verwacht dat de LSB voortaan zal aangeven hoe Linux zich verder ontwikkelt.
Analisten hebben aangegeven dat consolidatie niet zozeer voortkomt uit de LSB, maar meer uit het feit dat grote concerns inmiddels een aantal populaire Linux-distributies omarmd hebben. Bedrijven als IBM, HP, Compaq en Dell hebben met meerdere Linux-bedrijven allianties betreffende het gebruik en de ondersteuning van diverse distributies. Minder populaire distributies krijgen geen toegang tot de klantenkring van deze ondernemingen en zullen daarmee op termijn niet kunnen overleven.
Volgens Stacey Quandt, analist bij Giga Information Group, zal er nooit één enkele Linux-distributie komen, omdat de IT-wereld daar slechte ervaringen mee heeft. "De dominantie van Microsoft is een goede geheugensteun voor bedrijven wat het gevaar kan zijn van een fabrikant die de markt overheerst." Volgens haar zullen Linux-bedrijven juist door specialisatie in nichemarkten overleven. Het aanpassen van Linux om te kunnen functioneren als ingebed besturingssysteem van allerlei niet-PC-apparaten is een voorbeeld waarmee het nodige geld te verdienen valt.
Volgens Thomas zullen vooral Linux-bedrijven overblijven die naast hun Linux-distributie een dienstenpakket kunnen aanbieden. "Je kunt geen geld verdienen met het verkopen van Linux alleen. De toegevoegde waarde zit hem in de diensten en de toepassingen."