Helemaal van de baan is het nog niet, maar KPN heeft wel grote twijfels over het uitbrengen van een bod op een Franse Umts-frequentie.
Het Nederlandse telecombedrijf schreef vorige week nog met succes een miljardenlening uit, maar heeft dat geld hard nodig om aan de al aangegane verplichtingen te voldoen. KPN blijft zich voorlopig richten op het realiseren van mobiel Internet in Nederland, Duitsland, Groot Brittannië en België. In de eerste drie landen heeft KPN al licenties op Umts-frequenties, die nodig zijn voor ‘volgende-generatie’ Internet (in het buitenland via allianties). In België wil de telco er hoe dan ook een bemachtigen bij de veiling in december dit jaar.
Hoewel KPN al eerder liet weten niet mee te doen aan de veiling in Italië en sterke twijfels te hebben over Frankrijk, rekent het nog altijd op een plaats in de Europese top-drie. KPN werkt voor mobiel Internet samen met het Japanse NTT Docomo en het Hongkongse conglomeraat Hutchison Whampoa. De Japanners hebben een aandeel van 15 procent genomen in KPN Mobile en willen het bedrijf gebruiken als bruggenhoofd in Europa. De Hongkongers lieten KPN in Duitsland op het laatste moment vallen, waardoor de Nederlanders ineens zelf 14 miljard gulden voor een licentie moesten opbrengen. Al snel daarna werd duidelijk dat de investeringen in Duitsland – met de aankoop van E-Plus meegerekend ruim 45 miljard gulden – een enorme aanslag op de kas van KPN deden.
KPN heeft nog tot eind januari 2001 de tijd om te bieden op een Franse Umts-licentie. De Fransen houden geen veiling, maar een inschrijving, waarna de regering besluit wie welke frequenties voor hoeveel geld kan kopen.
Voor een Europese toppositie leunt KPN sterk op zijn samenwerkingsverbanden, zoals die met NTT Docomo en Hutchison Whampoa. Met de Japanners start KPN bijvoorbeeld volgend jaar een Internet-portal voor mobiele telefonie in Duitsland, België en Nederland.