Nederland is de afgelopen jaren in rap tempo IT-bedrijven kwijt geraakt met wat genoemd wordt een innovatief en zelfscheppend vermogen. Gedoeld wordt op software bedrijven die zelf een product maken en niet louter een verkoopkantoor zijn van een buitenlandse leverancier. Denk aan ondernemingen als Uniface (overgenomen door Compuware), Topcase (werd Usoft van Unisys), Prolin (nu Hewlett-Packard), Baan (Invensys) en in zekere mate ook Origin (gaat op in de Franse Atos-groep).
Bij onze zuiderburen doet dit probleem zich nauwelijks voor. Dit is louter vanwege het feit dat er in België nooit een software-industrie van enige internationale betekenis tot wasdom is gekomen.
Vandaar dat het extra interessant is dat de nationale trots die de Belgische software gemeenschap heeft nu in een gevaarlijke fase is gekomen. Lernout & Hauspie, pionier op het gebied van spraaktechnologie, zette Vlaanderen – hoewel daar geen berg, laat staan een vallei te bekennen is – onder de naam Flandres Language Valley op de wereldkaart.
Net als vorig jaar bij Baan hebben de Amerikaanse beurs autoriteiten besloten tot een uitgebreid onderzoek, omdat er twijfel bestaat over de financiële integriteit van het bedrijf. Topman Gaston Bastiaans ruimde het veld. En sprakeloos moet het bedrijf nu toezien hoe het wordt afgestraft op de beurs.
Hoewel de koersval nog lang niet vergelijkbaar is met die van Baan maakt oprichter Lernout zich nu zorgen over de zelfstandigheid van zijn bedrijf. Door lage koers komen overname kandidaten in dit turbulente onderdeel van de software-industrie in beweging. Het is voor de Belgen te hopen dat ze hun trots kunnen behouden en niet zonder veel woorden van hun ‘global player’ worden ontdaan.