Boudewijn Nederkoorn, directeur van Surfnet, meent dat diens supersnelle netwerk slecht is ontsloten. Telecombedrijven moeten beter en goedkoper hun best doen.
Op dit moment bestaat het Surfnet-netwerk, voornamelijk beschikbaar voor het hoger onderwijs, uit 12 knooppunten en 4 hoofdknooppunten. Snelheden van 2,5 Gbps zijn niet ongewoon. Het Gigaport project, waarin de overheid de komende jaren 162 miljoen gulden investeert moet in 2002 snelheden opleveren van 80 Gbit per seconde. Telfort levert de infrastructuur en Cisco de router-apparatuur voor Gigaport dat de opvolger van Surfnet 4 moet worden.
Instellingen kunnen momenteel beschikken over een Gigabit Ethernet aansluiting via Surfnet. Een dergelijke breedband-verbinding kan met de huidige binnen Surfnet beschikbare technologie losstaande netwerken van instellingen op verschillende locaties samensmeden tot één virtueel netwerk. Dit maakt kostenbesparingen mogelijk doordat het beheer centraal is uit te voeren. In Canada en Zweden hebben overheidsinstanties hun kosten met een tiende weten te verminderen door met een dergelijk virtueel netwerk aan de slag te gaan.
Cruciaal bij deze toepassing is dat instellingen gekoppeld worden aan een hoogwaardig netwerk dat de locaties verbindt en de instelling aansluit op de snelle backbone van Surfnet. Dit is het domein van carriers als KPN met een landelijk dekkend netwerk. En daar kun je beter niet afhankelijk van zijn volgens Nederkoorn. "In de huidige status quo zijn we op precies hetzelfde punt als 3 jaar geleden. De dienstverlening van een gevestigde carrier als KPN is rampzalig. Het is veel te duur en het duurt tijden voordat KPN toegang geeft tot zijn wijkcentrales."
Wat moet er gebeuren om de situatie in Nederland te verbeteren? "Allereerst is het zo dat lokale overheden de koppen bij elkaar moeten steken om gezamenlijk een vuist te maken tegen de carriers. Prijs en termijn van oplevering zijn onderhandelbaar als lokale overheden gezamenlijk netwerkcapaciteit inkopen. Het mooiste zou zijn als net als in Canada en Zweden gespecialiseerde marktpartijen zich gaan richten op het ontsluiten van de laatste kilometer tussen de instellingen en Internet. Vooralsnog is die marktontwikkeling in Nederland nog niet te bespeuren."
In draadloze verbindingen met de distributiepunten van Surfnet ziet hij geen oplossing. "Zelfs bij Umts is het zo dat pas als alle lantaarnpalen in ons land omgebouwd zijn tot zendmast breedbandige toepassingen als video conferencing mogelijk zijn. Dat gaat veel te veel tijd in beslag nemen." Ook het huidige kabelnetwerk moet omgebouwd worden voordat het werkelijk Gigabit Ethernet-netwerkfunctionaliteit mogelijk maakt. De beste oplossing acht hij glasvezel, waarbij misschien toch maar weer de schop in de grond moet.
Jacqueline Tammenoms Bakker, directeur van Gigaport, ziet de slechte ontsluiting van instellingen ook als een probleem. Zij wijst op de opdrachten die Gigaport uitgeschreven heeft voor de levering van het glasvezelnetwerk dat nodig is om studentenhuizen van een breedband-verbinding te voorzien. "Dergelijke aanbestedingen geeft instellingen een voorbeeld, waarmee zij zelf prijsafspraken kunnen maken voor de netwerkcapaciteit die in hun geval noodzakelijk is."