Minister Jorritsma is van mening dat de overheid gezien de marktontwikkelingen Twinning eerder dan gepland moet vervreemden.
Naar aanleiding van de ‘vervroegde’ evaluatie van Twinning heeft Jorritsma de Tweede Kamer een brief gestuurd waarin zij tot deze conclusie komt. Sinds de oprichting van Twinning in 1998 zijn de ontwikkelingen in de markt zeer snel gegaan. Daardoor is de evaluatie van Twinning een jaar eerder uitgevoerd dan oorspronkelijk gepland.
De evaluatie bestond uit twee delen: een strategisch onderzoek naar de beleidsdoelstellingen van Twinning en een algemene interne operationele evaluatie. De evaluatie is uitgevoerd door de bureaus Booz Allen & Hamilton en Kpmg Nolan Norton.
Het eerste bureau concludeert dat Twinning een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de groei van het aantal ict-starters in Nederland. Twinning heeft een sterk kwaliteitsimago en een vooraanstaande positie in de markt. Er komen echter steeds meer ‘incubators’ met min of meer vergelijkbare bedrijfsmodellen. Zolang de overheid de enige aandeelhouder in Twinning is kan dit de concurrentiepositie belemmeren.
Booz Allen & Hamilton adviseert twee mogelijke toekomstscenario’s waarin de overheid geheel of gedeeltelijk terugtreedt. Het eerste scenario behelst verkoop als ‘state of the art incubator’. Daarbij wordt Twinning verkocht zoals het nu is. Het alternatief is het ‘market-mover’-scenario, waarin strategische investeerders het aandeel van de overheid overnemen.
Kpmg Nolan Norton heeft de operationele evaluatie uitgevoerd. Dit bureau constateert dat Twinning de operationele doelstellingen grosso modo heeft gerealiseerd. Operationeel gezien zijn echter niet alle aannames uit 1998 uitgekomen. In het licht van de turbulente markt zijn deze resultaten niet verbazingwekkend. Voortdurende aanpassingen zijn daarom noodzakelijk. Ook in de interne audit constateert Kpmg tekortkomingen. Naar aanleiding daarvan heeft het bureau een aantal aanbevelingen gedaan.
Jorritsma stelt dat Twinning erin is geslaagd een succesvolle bijdrage te leveren aan de ontstane marktdynamiek. Daarmee is de belangrijkste doelstelling bereikt. Binnen de huidige marktverhoudingen zal het overheidsbelang in Twinning steeds meer spanning opleveren met de doelstellingen. Daarom concludeert zij dat de overheid Twinning eerder dan aanvankelijk werd aangenomen moet vervreemden. Zij wil dat doen op een wijze die recht doet aan de strategische aanbevelingen van Booz Allen & Hamilton, de huidige marktdynamiek en de financiële belangen van de Staat als aandeelhouder. Het streven is naar volledige vervreemding voor eind 2001.