Het zag er somber uit voor de Nasdaq vlak voor sluiting van de beursweek. Na teleurstellende berichten rond Intel kelderde de technologiebeurs fors.
Gedurende de dag kelderde de Nasdaq 5,6 procent. Aan het slot kon de Nasdaq een toch nog gering verlies van 0,7 procent op 3803,73 punten noteren.
Gedurende de vorige week raakten de Amerikaanse beurzen volledig in de ban van de tegenvallende winstverwachtingen van Intel. De negatieve stemming bleef niet alleen beperkt tot de VS. Zoals gebruikelijk deelden de technologiefondsen elders in de wereld in de malaise. Intel heeft de terugval in de koersontwikkeling nog geen halt kunnen toeroepen. Vrijdag zakte het aandeel opnieuw met 13,54 dollar naar 47,94 dollar.
Anders dan verwacht keerden beleggers de Nasdaq niet massaal de rug toe. Het kapitaal dat uit Intel vloeide, werd deels geherinvesteerd in andere technologiefondsen. Daardoor kon de Internet-sector op de Nasdaq licht hoger sluiten. Analisten waren dan ook tevreden over de vertoonde veerkracht op de technologiebeurs.
Intussen blijven de zorgen over de winstgevendheid van de technologieconcerns, in combinatie met de lage euro en de hoge olieprijs, de Amerikaanse beleggers zorgen baren. Wel brachten de interventie van de centrale banken en een iets terugvallende olieprijs enige verlichting. Toch was er onder de traditionele technologiefondsen nog allerminst sprake van een hosanna-stemming. In het spoor van Intel scoorden ook chipproducenten als AMD en Texas Instruments aanzienlijk lager. Met uitzondering van Hewlett-Packard, dat met 3,75 dollar steeg naar 103,69 dollar, scoorde een reeks toonaangevende technologiefondsen beneden de maat. Microsoft, Dell, Apple, IBM en Compaq zorgden er voor dat computerindex op de Nasdaq aan het slot van vrijdag 2,3 procent lager noteerde.