Met tien tegen negen stemmen verklaarde het bestuur van het Europees Octrooibureau (EOB) zich voorstander van patenten op software. Maar het duurt nog jaren, voordat de landen die zijn aangesloten bij het bureau de regel hebben erkend. De Europees Commissie heeft meer haast. Ze wil het software-octrooi eind 2001 invoeren. Tegenstanders vrezen dat het patent de ontwikkeling van nieuwe programma’s tegenhoudt in plaats van stimuleert.
Het softwarepatent is één van de onderdelen van een grootscheepse herziening van de regels van het Europees Octrooibureau. Het verlenen ervan leidt tot een monopolie van maximaal twintig jaar. Als tegenprestatie voor het verkrijgen ervan moet de vinding openbaar worden gemaakt.
Het mogelijk maken van een octrooi op computerprogramma’s is voor het EOB niet meer dan een bestendiging op schrift van de dagelijkse praktijk. Weliswaar verbiedt het Europees Octrooiverdrag — in 1977 in Nederland in werking getreden — expliciet patenten op computerprogramma’s, maar door dit verdrag ruim te interpreteren, weet het EOB ze al sinds 1995 te verlenen.
Voor het ook officieel mag, moet de wijziging worden goedgekeurd door de landen die bij het EOB zijn aangesloten. Dat gebeurt tijdens conferenties in oktober en november, in Wenen en Müchen. Zelfs daarmee is het software-patent nog geen feit. Octrooi-verlener bij het EOB, David Rees: "Het duurt dan nog drie of vier jaar. Alle landen moeten de regels eerst inpassen in de nationale wetten."
Europese richtlijn
Ligt het aan Europees Commissaris Frits Bolkestein, dan wordt een Europees softwarepatent sneller werkelijkheid. De hoge ambtenaar verantwoordelijk voor de Interne Markt kwam op 5 juli met een voorstel voor een Europese richtlijn voor patenten, dat vanaf eind 2001 een octrooi op computerprogramma’s mogelijk maakt. De Europese lidstaten stemmen in december over het plan.
Met de richtlijn wil de Commissaris patenten makkelijker en goedkoper maken voor Europese bedrijven. Onder de huidige regels moet een octrooi worden aangevraagd in alle Europese landen. Het verkrijgen ervan is niet alleen tijdrovend, maar vooral duur. Door de hoge vertaalkosten kost een patent ruim tweehonderdduizend gulden.
Bolkestein stelt voor dat patenten alleen bij het EBO aangevraagd worden en in slechts drie talen. Conflicten hoeven niet meer bij rechtbanken in alle lidstaten te worden uitgevochten, maar kunnen in één keer worden behandeld door het Hof van Luxemburg.
Verwoesten
De Europese richtlijn schept volgens de Europees Commissaris een software-octrooi vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten en Japan. Deze landen staan patenten op computerprogramma’s zonder problemen toe. Het is juist de Amerikaanse praktijk die bij sommigen veel wrevel opwekt. Een aantal bedrijven, voornamelijk producenten en leveranciers van open source-produkten, zoals Linux-distributeurs Suse en Mandrake en de leveranciers van database-software MySQL, verweren zich tegen de richtlijn. Een door deze bedrijven gesponsorde petitie tegen het voorstel van Bolkestein is ondertekend door ruim 44.000 open source-programmeurs, studenten, artsen, systeemanalisten en anderen.
"Patenten verwoesten vrij-verkrijgbare computerprogramma’s", vat Richard Stallman samen. Hij is de auteur van de GNU General Public License, de voorwaarden waaronder open source-programma’s te gebruiken zijn. "Het zijn vooral de grote bedrijven die baat hebben bij patenten. De meeste programmeurs worden eerder belemmerd dan gestimuleerd door een octrooi."
Dat zegt ook Phil Zimmerman, de beroemde programmeur achter encryptie-software PGP. Tijdens een lezing vorige week in Amsterdam voor ICT-beveiligingsexperts pleitte hij verschillende malen tegen software-patenten. Als voorbeeld noemde hij Digicash; een volgens hem veilige manier om geld uit te geven op Internet. Omdat het principe gepatenteerd was, wilde niemand Digicash gebruiken. Het bedrijf is failliet, het patent in handen van Canadezen. "Het is droevig. Zonder dat octrooi waren financiële transacties op het Internet allang veilig."