Na vorige week al 3,75 procent te hebben ingeleverd, daalde de Nasdaq maandag in één dag bijna 3 procent. De Nasdaq Composite Index sloot op 3726,52 punten.
De Amerikaanse beurzen zijn nog steeds in de ban van lage euro en hoge olieprijzen. Voor het eerst dreigt een stagnatie op te treden in de export van Amerikaanse bedrijven naar de Eurolanden. Daardoor steekt het inflatiespook weer de kop op. De hogere rente die daarvan het gevolg kan zijn, heeft een negatief effect op de koersontwikkeling.
Daar komt bij dat met name op de Nasdaq met zorg wordt gekeken naar de winstgevendheid van de toonaangevende fondsen. Vorige week zette softwareproducent Oracle de toon. Weliswaar kon het concern betere resultaten melden, maar de vooruitzichten zijn aanzienlijk minder gunstig. Oracle moest maandag overigens opnieuw 2,75 dollar inleveren. Analisten verwachten nu dat deze boodschap de komende periode door veel techfondsen zal worden uitgedragen.
Ook de zorg over de hogere rente drukte op de technologiesector. Een verhoging van de rente zou lenen duurder maken en daarmee een negatieve invloed hebben op dure investeringen in nieuwe technologie. Netwerkproducent Cisco kreeg in ieder geval een tik van 2,94 dollar om de oren en koerst nu op 59,81 dollar.
Op de Nasdaq meldden zich opnieuw twee IT-fondsen met sombere derde-kwartaal cijfers. Softwareproducent Allaire moest ruim 7 dollar inleveren doordat de tegenvallende verkoop een negatief effect zal hebben op de kwartaalresultaten. IT-consultant American Management Systems viel 94 dollarcent terug omdat ook hier de derde kwartaalcijfers, vanwege een tegenvallende omzetontwikkeling, lager dan verwacht zullen uitvallen.