Sun Microsystems lanceert eind deze maand zijn langverwachte Ultrasparc III-processor. Deze 64-bit chip, bekend onder de codenaam Cheetah, zou oorspronkelijk vorig jaar uitkomen. De fabrikant verwerkt de krachtige 750 MHz Risc-chip aanvankelijk in zijn Unix-werkstations; vervolgens in servers (codenaam Serengetti).
Die machines hadden volgens de oorspronkelijke plannen begin dit jaar op de markt moeten komen. Sun wijt de vertraging aan de stringente testprocedures die het toepast op zowel de processor zelf als de systemen waarin die chip wordt verwerkt. De producent ontkent de aanhoudende geruchten dat er sprake zou zijn van technische problemen bij ontwerp en fabricage van de nieuwe producten.
Uitstel
Onder meer analist Steve Milunovich van zakenbank Merrill Lynch voorspelde begin dit jaar al dat Sun de nieuwe processor en bijbehorende computers pas tegen het einde van 2000 zou uitbrengen. Pessimisten voorzagen zelfs uitstel van de Serengetti-servers tot het eerste kwartaal van 2001, waarmee de vertraging zou uitlopen tot ruim een jaar.
Hoewel het bedrijf in april nog sprak van een lancering rond medio dit jaar, blijken de negatieve voorspellingen nu toch uit te komen. Milunovich schaart zich achter de verklaring van Sun dat de uitloop is veroorzaakt door uitgebreide testen voor de nieuwe hardware.
Het lijkt er echter op dat klanten en analisten dit excuus accepteren. Zowel omzet als winst stegen de afgelopen kwartalen. Volgens metingen van onderzoeksbureau IDC is Sun wereldwijd de grootste leverancier van Unix-servers. Hewlett-Packard neemt de tweede plaats in en IBM is de derde.
"Ik denk dat dit een geval is waarin een uitgesteld product geen hindernis is voor groei", zegt analist Laura Conigliaro van zakenbank Goldman Sachs. "Klanten respecteren het feit dat Sun ronduit heeft gezegd de Cheetah-systemen vast te houden om extra testen en kwaliteitscontroles uit te voeren."
Desondanks is de huidige Ultrasparc II-processorreeks alweer vier jaar oud. Concurrenten als IBM, Compaq en Hewlett-Packard hebben inmiddels al wel nieuwe generaties van hun Risc-processors uitgebracht met bijbehorende verbeterde Unix-computers.
Opgelost
Ondertussen heeft Sun een ‘oplossing’ gevonden voor de huidige problemen met sommige uitvoeringen van zijn Ultrasparc II-processor. Het probleem kan zich namelijk niet meer voordoen in de derde generatie van die chiplijn, zo stelt de leverancier. De Ultrasparc III heeft namelijk een verbeterde verbinding voor systeemcomponenten, waaronder het externe cache-geheugen van de processor.
Begin deze maand kwam aan het licht dat Sun en enkele Amerikaanse klanten al meer dan een jaar worstelen met systeemuitval door fouten in het externe cache-geheugen van de 400 MHz Ultrasparc II met 4 of 8 MB cache. Deze kwestie heeft betrekking op de zware bedrijfsservers van het type E4500, E6500 en zelfs topmodel E10.000.
Uitlekken
Opvallend is dat Sun de getroffen klanten een geheimhoudingsverklaring heeft laten tekenen. Het bedrijf heeft dit inmiddels bevestigd. Woordvoerder Doug van Aman benadrukt echter dat die handelswijze afgelopen lente is stopgezet. "De reden voor het voorleggen van de verklaring was dat we wilden voorkomen dat bedrijfseigen informatie zou uitlekken naar onze concurrenten."
Vice-president John Shoemaker van Sun liet weten dat de exacte oorzaak van de storing nog altijd niet bekend is. Het bedrijf vermoedt dat het gaat om een combinatie van defecte chip-componenten en module-verpakkingen, te hoge temperaturen in serverruimtes en verkeerde regulering van de luchtvochtigheid in die computerkamers.
Lage kwaliteit
Volgens Van Aman schuilt de oorzaak toch grotendeels in een te lage kwaliteit van de aangeleverde chipcomponenten. "We hebben sommige componentenleveranciers aan de kant gezet, passen nu strengere kwaliteitscontroles toe en hebben het chipontwerp aangepast."
"Daarnaast hebben we verbeteringen aangebracht aan de fysieke server-omgevingen en in de procedures voor foutenanalyses van de computer zelf. De combinatie van deze acties heeft de problemen bij klanten grotendeels opgelost."
Bovendien legt Sun nu de laatste hand aan een ‘schoonmaakprogramma’ voor de kern van zijn Unix-besturingssysteem Solaris. "Wij zijn er zeker van dat die kernel scrubber de betrouwbaarheid van het systeem nog meer verhoogt."