Philips heeft in het tweede kwartaal van dit jaar het marktaandeel van zijn mobiele telefoniedivisie zien dalen van 3,5 naar 2,7 procent.
Deze cijfers zijn goed voor een elfde plaats, zo blijkt uit een onderzoek van het bureau Dataquest. Philips gaf eind juli bij de presentatie van de halfjaarcijfers al aan in het tweede kwartaal minder mobiele telefoons verkocht te hebben dan verwacht. PCC, de mobiele telefoniedivisie, verscheepte in het tweede kwartaal 3 miljoen mobieltjes.
"Dat hadden er meer kunnen zijn als we geen problemen hadden met tekorten aan componenten", aldus financieel-directeur Jan Hommen op 18 juli. Ook voor de rest van het jaar was Hommen op dit gebied niet onverdeeld positief.
Ook marktleider Nokia, Ericsson en Motorola behaalden een lager marktaandeel in het tweede kwartaal. Nokia is nog wel steeds duidelijk wereldwijd marktleider. Van alle verkochte mobiele telefoons kwam 27,5 procent uit de fabrieken van de Finnen. In het eerste kwartaal was dat echter nog 27,9 procent. Het marktaandeel van de nummer twee, Motorola, daalde van 16 procent naar 15,6 procent. Ericsson kreeg de grootste terugslag te verwerken. De Zweden zagen hun deel van de wereldwijde markt dalen van 11,5 procent naar 10,3 procent.
Behalve Philips waarschuwen ook Ericsson en Nokia voor een tekort aan onderdelen. Bovendien stellen klanten aankopen uit in afwachting van de nieuwe mobieltjes waarmee ze ook kunnen internetten. Intussen neemt de concurrentie vanuit Japan toe. Het Japanse Matsushita is nu ‘de grootste van de rest’ geworden met een marktaandeel van 5,6 procent. Andere winnaars zijn Alcatel, Siemens, Kyocera en Nec.