Ondanks alle marketinggeweld rond nieuwe e-business systemen zijn de meeste bedrijven volledig afhankelijk van hun oude legacy-software. Die programma’s bevatten zoveel vitale informatie dat het onmogelijk is ze te vervangen. Cap Gemini Ernst & Young en het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) hebben onlangs een onderzoek afgerond naar het renoveren van deze legacy-systemen.
Bij Cap Gemini is Ron Tolido als Corporate Technology Officer betrokken bij het project. Hij heeft de vraag naar aanpassing van legacy-systemen zien ontstaan doordat steeds meer bedrijven zochten naar zakelijke toepassingen van het Internet. "Dat gaat verder dan de obligate webshop", stelt Toledo, "de groei in de consumentenmarkt lijkt tot stilstand te komen, maar de grote groei zit in het interzakelijk verkeer. Dat leeft bij alle grote bedrijven"
Naast het Internet hebben ook de millenniumwisseling en de introductie van de euro gezorgd voor een stroomversnelling in het onderzoek naar de aanpassing van legacy-systemen. Door deze drie ontwikkelingen zijn ondernemingen gedwongen om hun oude bedrijfskritische systemen grondig onder de loep te nemen. Tolido: "Op dit moment is er sprake van convergerende economieën, van de nieuwe en de oude economie. Het gaat niet alleen om flitsende e-business, maar ook om de oude systemen."
Toelevering
De oude software-systemen waar de meeste bestaande bedrijven mee werken bevatten een schat aan informatie die niet zomaar met het systeem kan worden weggegooid. Gewoon met de software blijven werken kan ook niet, omdat die systemen volledig ongeschikt zijn voor, bijvoorbeeld, elektronisch zakendoen of het integreren van de toelevering. Zo zijn legacy-systemen ongeschikt voor distributiekanalen als mobiele telefoons, en zijn ze ook niet ontwikkeld om te worden opgenomen in een web-EDI-systeem of Internetveiling. Internet-technologie die ontwikkeld is om dit probleem op te vangen, zoals Java en XML, sluiten niet aan op die applicaties.
Het probleem is volgens Toledo groter dan alle aandacht in publicaties voor nieuwe technologieën en e-business zou doen vermoeden. Wereldwijd bestaat het grootste deel van software uit oude, inflexibele talen. Zo is dertig procent van alle programma’s geschreven in Cobol. Voor mainframe-applicaties geldt zelfs dat tachtig procent is geschreven in deze taal.
Componenten
Het kenmerk van legacy-systemen is, dat ze niet zijn ontworpen om te worden aangepast. Het gaat in de regel om monolithische systemen, waar niet zomaar een e-business sausje overheen gegoten kan worden. Om dat probleem aan te pakken hebben Cap Gemini en het CWI een methode ontwikkeld om software te renoveren. Het doel hiervan is, om van de monolithische systemen uiteindelijk een op componenten gebaseerd software-systeem te maken, dat in de toekomst relatief eenvoudig kan worden aangepast aan nieuwe eisen.
Het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI), is op technisch niveau bij het project betrokken. Paul Klint, projectleider bij het CWI: "Software-renovatie is een interessant en economisch relevant toepassingsgebied van taalonderzoek. In ieder legacy-systeem dat je tegenkomt zitten wel tien verschillende talen.
De eerste stap in dit proces is het aanbrengen van structuur in de software, om daarin componenten te ontdekken. Klint: "Een legacy-systeem kun je zien als één grote doos waarin alles door elkaar loopt. We brengen eerst structuur aan, en verbinden die met de communicatielaag. Vervolgens kun je je concentreren op elk van de componenten. Zelfs als je dan geen verdere actie onderneemt is het systeem al veel beter benaderbaar."
Bedrijven die in het verleden veel aandacht aan hun software hebben gegeven zijn het beste uit. Klint: "Het heeft iets redelijks. Mensen die geïnvesteerd hebben in de structuur van de software, verdienen dat nu terug." Zo zijn de onderzoekers goed opgezette en gedocumenteerde systemen tegengekomen die dateerden uit de jaren zeventig.
Hausse
De onderzoekers onderkennen dat de IT-markt in de eerste helft van het jaar is ingezakt, maar zien nu de vraag van bedrijven toenemen. Klint: "Wie durft er na 2000 nog voorspellingen te doen? Maar ik zie een grote hausse van software-renovatie opkomen. Niemand ontkomt eraan om zijn systeem aan het Internet te koppelen." Tolido: "De markt trekt nu duidelijk aan. Onze consultants en IT-architecten zijn momenteel overvraagd, met name in het interzakelijke segment."
Het ideaal van Klint en Tolido is de fabrieksmatige aanpak van software-renovatie. Hoewel dat nooit voor honderd procent zal lukken, kunnen de onderzoekers ver komen. Tolido: "We willen toe naar een situatie dat onze klanten een monolithisch systeem aan ons geven, en ze een voor het web ontsloten systeem terugkrijgen. "Klint: "Hoever je daarmee komt hangt van de fase af. Voor het analyseren van de software is veel gereedschap beschikbaar, maar daar zijn toch menselijke inzichten voor nodig. De transformatie van de componenten kan uiteindelijk 100 procent fabrieksmatig."
Onderhoud
Software bouwen doen we al bijna een halve eeuw, waardoor het belang van onderhoud ten opzichte van nieuwe ontwikkeling toeneemt. De onderzoekers van Cap Gemini en het CWI hebben berekend dat op dit moment vier op de zeven programmeurs werkt aan reparatieprojecten of verbetering van bestaande software. Zij verwachten dat in 2020 nog maar 30 procent van alle programmeurs werkt aan het ontwikkelen van nieuwe software.