Intel gaat afnemers van zijn Pentium 4-processor geld terug geven als compensatie voor de extra kosten die de geheugenchips van Rambus met zich meebrengen.
Hiermee komt de chipreus uit Santa Clara opnieuw tegemoet aan de kritiek van oem’s (original equipment manufacturer) die bang zijn dat ze door de hoge prijzen van Rambus-geheugen geen systemen kunnen produceren tegen aantrekkelijke prijzen voor de markt. Recentelijk besloot Intel ook al af te zien van zijn voornemen om in de Pentium 4-chips exclusief gebruik te maken van Rdram geheugen.
Volgens het onderzoeksbedrijf Inquest Market Research zal het concern afnemers tot aan het eind van het jaar 70 dollar (zo’n 177 gulden) betalen voor elke verkochte Pentium 4 PC. In het eerste kwartaal van het volgend jaar zal Intel dit bedrag terugbrengen tot 60 dollar, waarna het medio 2001 stopt met de teruggave van geld. Dan komt immers de Brookdale chipset uit, die de P4 in staat stelt gebruik te maken van het goedkopere DDR-geheugen.
Analisten zijn blij dat Intel het probleem van de te dure Rdram chips onderkent en er alles aan wil doen om de Pentium 4 tot een succes te maken.
Voor de oem’s is de situatie weliswaar een verbetering, maar de 70 dollar is nog altijd maar een derde van het prijsverschil tussen Rdram en het goedkopere en eenvoudiger te produceren standaard Sdram-geheugen.
Intel zal in ieder geval eerst de duurdere Rambus-variant exploiteren. Hierdoor kan het concern de chip eerst in relatief kleine hoeveelheden uitbrengen voor de top van de markt, zodat er meer tijd is voor massaproductie van de processor.
In hoeverre dat een succes zal zijn hangt volgens analisten vooral af van de verbetering in prestaties die Rdram zal bieden ten opzichte van Sdram. Het bedrijf is van plan de Pentium 4 ergens in oktober uit te brengen.