Het adviesbureau Andersen Consulting liet dit voorjaar in een persbericht weten dat verdere groei van het bedrijf sterk wordt geremd door een gebrek aan gekwalificeerd personeel. Helaas staat Andersen hierin niet alleen. Het binnenhalen en binnenhouden van jong talent (m/v) is voor veel bedrijven een groot probleem. Jonge honden zijn in elk bedrijf hard nodig.
Ze komen met nieuwe ideeën, hebben een frisse kijk op dingen en houden de oude garde een beetje scherp. Instroom moet. Recruiters hebben het over verticale instroom en horizontale instroom. Termen die geen betrekking hebben op de gewenste fysieke oriëntatie van de kandidaat, maar die verwijzen naar eventueel aanwezige relevante beroepservaring.
De horizontale instroom is jarenlang moeizaam geweest. Gelukkig zit er de laatste maanden weer wat beweging in de arbeidsmarkt. Wat recruiters opvalt, is dat veel horizontale instromers teleurgesteld zijn in hun vorige baan. Die onvrede wordt vaak veroorzaakt doordat er tijdens de sollicitatieprocedure valse verwachtingen zijn gewekt. Eerst word je binnengehaald met schitterende vooruitzichten: een internationale carrière, gevarieerde opdrachten en een hoge mate van zelfstandigheid. En daarna word je drie jaar bij dezelfde klant gedetacheerd. Dat is geen recruteren, maar ordinair ronselen.
Door ervaring wijs geworden heeft de horizontale kandidaat meestal wel een redelijk beeld van wat hij of zij bij een nieuwe werkgever kan verwachten. Voor de verticale kandidaat geldt dat niet. Die begint de loopbaan vaak met een geheel eigen beeld van de toekomst. En daar ligt één van de oorzaken van het wervingsprobleem.
De verticale kandidaat is een pas afgestudeerde hbo’er of academicus. Op universiteit en hogescholen lopen genoeg veelbelovende exemplaren rond. Ze solliciteren bijna allemaal via Internet en weten meestal heel goed wat ze willen. Helaas heeft die wens vaak weinig raakvlakken met de realiteit. Zo geven veel kandidaten aan iets met strategie te willen doen. Veel jonge honden verwachten na hun proeftijd direct als consultant bij de Raad van Bestuur van een multinational aan te kunnen schuiven. Als je doorvraagt, weten ze eigenlijk ook niet goed wat ze daar zouden moeten doen. Eh, een e-business-strategie ontwikkelen. Geen idee wat het is. Maar interessant lijkt het ze wel.
Je vraagt je af hoe dit aanstormend talent op het idee komt dat strategie zo’n interessant onderwerp is. Ligt het aan het onderwijs? Volgens de studieboeken moet je als ondernemer een strategie hebben om winst te kunnen maken en te kunnen groeien. Maar echte ondernemers zeggen zelf dat ze hun succes eerder te danken hebben aan hard werken, zakelijk instinct, gezond verstand en een beetje opportunisme. En zo zijn er nog wat misverstanden-uit-de-studieboeken. Bijvoorbeeld dat de strategie bepalend moet zijn voor de inrichting van de informatiesystemen. Is het niet precies omgekeerd? Informatietechnologie lijkt tegenwoordig meer invloed te hebben op de ondernemingsstrategie dan andersom. Het lijkt in de huidige economie, of je die nu oud of nieuw noemt, niet erg handig om te varen op een koers die al jaren van tevoren is uitgestippeld. Welk bedrijf houdt er in zijn strategie rekening met een plotselinge overname door een dotcom of een telecombedrijf? Toch kan zo’n overname binnen twee maanden beklonken zijn. Behalve als de koersen dalen, dan wordt de zaak even makkelijk weer afgeblazen. Eigenlijk is er maar één goed moment om je met strategie bezig te houden: achteraf. Een paar jaar geleden kreeg Cor Boonstra tijdens een aandeelhoudersvergadering de kritiek dat zijn strategie niet duidelijk genoeg was. Zijn reactie was dat wel: met strategie valt geen brood te verdienen. Wie wil daar na zijn afstuderen nu mee bezig zijn?
De conclusie is dat het aanstormend talent er vaak weinig realistische verwachtingen op nahoudt. Verwachtingen die worden gevoed door bijna praktijkvijandige opleidingen en die verder worden aangewakkerd door ronselaars met mooie verhalen. Recruiting zou een stuk makkelijker zijn als kandidaten beter weten wat ze kunnen verwachten en als hun toekomstige werkgevers eerlijker zijn in wat ze te bieden hebben. Niet meteen een internationale carrière, niet alleen maar boeiende en afwisselende uitdagingen en vooral geen strategie. Eerst maar eens de handen uit de mouwen. De rest komt later wel.
Edo Roos Lindgreen, senior manager Kpmg Information Risk Management, en docent IT & Auditing aan de Universiteit van Amsterdam.