De ontwikkeling van nieuwe toepassing en diensten voor de tweede generatie Internet schiet ernstig tekort. Ontwikkeling van dit Internet II richt zich volgens betrokken Nederlandse organisaties nog teveel op het vergroten van bandbreedte Een prijsvraag moet het ontwikkelen van nieuwe ideeën stimuleren.
De vier organisaties, Gigaport, Surfnet, Twinning en het Telematica Instituut stellen 40.000 gulden beschikbaar voor de ontwikkeling van een toepassing die op korte termijn commerciële mogelijkheden biedt. Is de inzending nog niet commercieel te gebruiken, dan is er 25.000 gulden beschikbaar, onder meer bedoeld voor het aanvragen van een octrooi. Voortman hoopt dat de prijsvraag ook het bedrijfsleven lokt.
"De ontwikkeling van Internet II beperkt zich tot nu toe tot het vergroten van bandbreedte. Het maken van inhoud blijft heel erg achter", verklaart Pien Voortman van Surfnet. "Op diverse plaatsen in de universitaire wereld broeien interessante toepassingen. Met deze prijsvraag willen we die aan het licht brengen."
Voortman hoort hoe steeds dezelfde toepassingen genoemd worden als voorbeeld van Internet II: televideo-vergaderingen, video-op-aanvraag. "Dat zijn de geëigende voorbeelden. Interessant is echter ook een manier om gebruikers een stabiele bandbreedte te garanderen. Of een veilige en zekere methode voor verkiezingen."
Next Generation
Inzendingen voor de Gigaquest-wedstrijd moeten draaien op IP en werken over een wide area network (wan). De toepassingen zullen worden beoordeeld door technische experts van universiteiten en onderzoekinstellingen, de doelgroep van Gigaport. Inschrijven kan tot 10 oktober; de winnaar wordt op 29 november bekend gemaakt.
Ondanks het gebrek aan praktische toepassingen, stellen de vier organisaties dat Gigaport in Europa vooroploopt bij het ontwikkelen van het next generation Internet. Gigaport begon in 1998 met het verbeteren van het onderzoeksnetwerk in Nederland (Surfnet4) en het opwaarderen van de internationale verbindingen naar gigabit-snelheden (Surfnet5).
Surfnet5 zal in 2002 80 gigabit per seconde aan verkeer aankunnen. Op dit moment is de snelste transatlantische verbinding 466 megabit per seconde. Later dit jaar moet dat 622 megabit per seconde geworden zijn; gelijk aan de huidige capaciteit van Surfnet4.
Horde
De Nederlandse stappen maken deel uit van de internationale, voornamelijk Amerikaanse initiatieven. Daar doen nu zo’n 180 universiteiten mee aan de proeven met Internet II. Ook internationaal is het doel het scheppen van een sneller en breedbandig netwerk samen met nieuwe toepassingen.
De eerste horde is duidelijk zo goed als genomen: Internet II moest honderd tot duizend keer sneller worden dan het huidige netwerk en dat is gelukt. Bekend zijn voorbeelden als de driedimensionale simulatieruimte The Cave, zoals die onder meer geplaatst is bij Sara in Amsterdam. In deze computerruimte kunnen bezoekers met een speciale bril voorwerpen bekijken en eromheen lopen terwijl de computers zorgen voor continue aanpassing van het beeld. Ook kunnen astronomen van achter hun computer in Amsterdam telescopen, opgesteld op Mauna Kea in Hawaï richten en de resultaten bekijken.
Het huidige Internet was in oorsprong bedoeld voor het Amerikaanse militaire apparaat en hun wetenschappelijke onderzoekspartners. Sinds commercieel en openbaar gebruik van dit netwerk toegelaten werd, rond 1988, is de omvang van het dataverkeer op het netwerk verviervoudigd. De omvang van het fysieke netwerk zelf is verdubbeld.