De houder van het handelsmerk van een product of bedrijf blijkt in arbitragezaken meestal ook het recht te krijgen op de bijbehorende domeinnaam.
In driekwart van de gevallen spreekt een arbitrage-instantie zich uit vóór de handelsmerk-houder. De Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (Icann), die zich bezighoudt met de registratie van domeinnamen, heeft vorig jaar vier van dergelijke instanties aangewezen voor arbitragezaken betreffende het eigendomsrecht op domeinnamen. Deze vier instanties volgen daarbij de door de Icann vastgesteldeUniform Domain-name Dispute Resolution Policy (Udrp). Inmiddels hebben de vier instanties in ongeveer duizend zaken uitspraak gedaan en blijkt dat zij meestal de kant kiezen van de handelsmerk-houder.
Dat is niet zo vreemd als in ogenschouw wordt genomen dat bedrijven een dergelijke zaak meestal alleen aanhangig maken als min of meer vast staat dat de huidige domeinnaamhouder die naam alleen heeft laten registreren om hem later te verkopen aan het bedrijf dat dezelfde (product)naam voert. Het gaat dus in vrijwel alle gevallen om duidelijke zwart/wit-zaken; de lastige ‘grijze’ zaken komen zelden bij de arbitrage-instanties terecht.
Vanwege een verloren arbitragezaak moest de Amerikaanse Virginia Comito de domeinnaam www.tonsil.com overdragen aan het Duitse chemieconcern Süd-Chemie, dat onder de naam Tonsil bleekmiddel op de markt brengt. David Sallen uit Boston moet afstand doen van de naam www.corinthians.com, omdat de voetbalclub uit Brazilië meer recht heeft op die naam. De World Wrestling Federation kreeg het recht op www.worldwrestlingfederation.com en actrice Julia Roberts mag voortaan beschikken over haar eigen www.juliaroberts.com. Het ligt ook voor de hand dat zangeres Madonna haar zaak wint over de rechten op www.madonna.com, maar niet iedere popartiest met een pseudoniem krijgt per definitie gelijk. De arbitrage-instantie oordeelde bijvoorbeeld dat het woord ‘sting’ té algemeen was om ex-Police-voorman Gordon Sumner (beter bekend als Sting) het recht te geven op www.sting.com.