Binnen het onderwijs is met teleurstelling gereageerd op de extra gelden die voor ICT en onderwijs zijn vrijgemaakt. De vijftig miljoen extra gelden leveren nauwelijks een bijdrage aan de oplossing van de ICT-problemen in de praktijk van onder meer het voortgezet onderwijs, zo blijkt uit een aantal reacties uit de onderwijswereld.
Bert Zweers, rector van het Groningse Dollard College en bestuurslid van het de VVO, de Nederlandse vereniging van schoolleiders, is blij met de extra aandacht voor onderwijs. Wel vindt hij dat deze zich te veel uitstrekt naar kwantitatieve zaken zoals het vervullen van vacatures voor docenten. "De kwaliteit wordt tekort gedaan. Er is nauwelijks sprake van dat het onderwijs zich richting kennismaatschappij ontwikkelt. We doen onze leerlingen op deze wijze echt te kort", meent Zweers.
Dat met de extra ondersteuning de scholen sneller op het beoogde structurele niveau van 127,50 gulden per leerling zitten, betekent volgens Zweers allesbehalve dat men nu uit de problemen is. "Vergeet niet dat we om de systemen te onderhouden, te beheren en af te schrijven we 205 gulden per leerling nodig hebben Dat betekent nog altijd dat we 80 gulden tekort komen."
"Iets meer van veel te weinig blijft veel te weinig", vervolgt de Groningse rector. "Het is met ons computeronderwijs net als met die Moskouse tv-toren. Je kunt hem wel bouwen maar niet onderhouden. Als er iets misgaat dan kun je helemaal niets".
Contentontwikkeling
De in totaal 150 miljoen gulden structureel extra bestaat onder meer uit een verhoging van het budget voor contentontwikkeling met 20 miljoen gulden. Deze vloeit voort uit een verzoek van de Tweede Kamer in 1999 waar nu pas gevolg aan wordt gegeven. Het gaat om geld dat uitdrukkelijk is bedoeld om de ontwikkeling te stimuleren van inhoud voor het nog steeds matig gevulde Kennisnet.
Zo zijn er al sinds enige jaren plannen om te komen tot een databank met consumenteninformatie over educatieve software die ook door ouders en leerlingen is te gebruiken. Wellicht wordt deze nu eindelijk eens gerealiseerd. Ook zal de bestaande subsidieregeling voor software-ontwikkelprojecten meer financiële middelen krijgen.
Enkele tientjes
Kees Boekelo is ICT-coördinator in het voortgezet onderwijs en voorzitter van de Vereniging I&I voor docenten informatiekunde en informatica. Uit de toespraak van koningin Beatrix op Prinsjesdag maakte hij op dat er politieke aandacht is voor Kennisnet, en dat stemt hem tevreden. Uitgesproken negatief is echter hij over de wijze waarop de politieke interesse vertaald wordt in financiën. Omgerekend per leerling gaat het maar om enkele tientjes, stelt hij. Dat betekent volgens hem dat ICT niet op een verantwoorde en structurele wijze kan worden ingevoerd.
Met name het voortgezet onderwijs krijgt het krap met het toebedeelde budget, ziet Boekelo. De eisen die de overheid stelt ten aanzien van ICT-gebruik op deze scholen zijn volgens hem te hoog, gekeken naar de gebrekkige ICT-middelen. Scholieren moeten bijvoorbeeld gegevens leren zoeken in databases voor het vak Aardrijkskunde. "Als men dergelijke eisen stelt, moeten de scholen ook het gereedschap ervoor hebben."
Fundering
Volgens Boekelo investeert het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie veel meer in ICT-middelen, zo’n 600 tot 700 gulden per student. Vergeleken daarmee is de 127,50 gulden per leerling in het voortgezet onderwijs uiterst mager. "In de huidige situatie hebben we geld voor één enkele systeembeheerder op honderd computers." Aan de huidige berekeningen voor de bedragen per leerling ontbreekt volgens hem duidelijk een fundering.
Volgens Boekelo is het met de aangeboden middelen onmogelijk de door de overheid gestelde eindtermen voor de basisvorming en de tweede fase (het studiehuis) te realiseren. Er zou volgens hem aandacht moeten komen voor onderwijskundige en didactische training van docenten. Er zou aandacht moeten zijn voor het gebruik van onderwijskundige programma’s. Leraren grijpen volgens hem nog steeds naar het schoolboek om hun lessen structuur te geven.
Wis- en aardrijkskunde
Willen ze slagen voor het schoolvak aardrijkskunde, dan moeten leerlingen van het voortgezet onderwijs informatie- en communicatietechnologie kunnen toepassen. Zo moeten ze telecommunicatieprogramma’s kunnen gebruiken en vragen oplossen door te zoeken in geautomatiseerde bibliotheeksystemen en mediatheken. Ook het kunnen omgaan met tekstverwerkers, spreadsheets, cartografische programma’s en geautomatiseerde atlassen staat vermeld in de kerndoelen voor 1998 -2003.
Veel minder uitgebreid zijn de ICT-eisen voor een ander vak, wiskunde. Hier staat het gebruik van ICT bij het rekenen, meten en statistisch verwerken tussen de algemene doelstellingen, zoals het leren communiceren en het leren reflecteren op de toekomst.