Op het gebied van mobiele telefonie heeft de Europese Unie een voorsprong op de Verenigde Staten. De GSM-standaard is een groot succes, zowel in Europa als in delen van Afrika en Azië. Met de komst van UMTS, de opvolger van GSM, is het nog maar de vraag of deze voorsprong behouden blijft.
De Europese Raad van Ministers sprak op de speciale ICT-top in Lissabon mooie woorden over een Europees ICT-beleid, maar in de praktijk hebben veel ministers eurotekens in de ogen. De UMTS-veilingen leiden tot hoge kosten en ongelijke posities voor de mobiele telecomoperators en de consument. Innovatie en nieuwe diensten komen vertraagd op gang, er dreigt zelfs een indirecte Europese UMTS-belasting te komen. Tal van onduidelijkheden hierover leiden tot vragen, waarop de antwoorden nog niet duidelijk zijn.
Het succes van GSM is groot. In heel Europa is deze standaard aanwezig, zelfs in delen van Afrika en Azië is mobiel bellen synoniem aan GSM. Een GSM-gebruiker kan de hele Europese Unie doorreizen en toch bereikbaar blijven onder hetzelfde nummer. In de Verenigde Staten heeft een mobiele beller, reizend van de Oostkust naar de Westkust, vijf verschillende systemen nodig om mobiel te kunnen bellen. Schaalvoordelen voor de producenten en gebruikersgemak voor de consumenten zijn sterke punten van GSM.
De vergunningverlening voor UMTS verschilt aanzienlijk in de lidstaten van de EU: er is de keuze uit veilingen of schoonheidswedstrijden. Door de hoge veilingopbrengsten zijn de totale kosten voor een mobiele operator met pan-Europese ambities erg groot. De Britse schatkist werd 80 miljard gulden rijker door de UMTS-veiling, de Duitse zelfs meer dan 100 miljard. Nederland steekt schraal af met minder dan 10 miljard. De paarse regering moet binnenkort in de Tweede Kamer verantwoording afleggen over de gehouden veiling in een bekend Schevenings hotel. Tegelijkertijd worden in bijvoorbeeld Finland en Zweden de frequenties vrijwel gratis weggegeven. Helaas is frequentieverdeling een bevoegdheid van de nationale lidstaten, waardoor de zucht naar geld het wint van goed Europees beleid voeren. Ondanks de mooie woorden van de Europese Raad van Ministers op de speciale ICT-top in Lissabon, is er geen consistent Europees ICT-beleid zichtbaar in de Raad van Ministers, en ontstaat er in de praktijk door deze beleidsverschillen een Europese lappendeken. Dat is de Europese telecomministers aan te rekenen. Deze ontwikkeling brengt de voorsprong die Europa nu nog heeft op het gebied van mobiele telefonie, in gevaar.
De gevolgen hiervan zijn groot. Probleem is dat er in Europa niet één, maar meer dan vijftien licenties verkocht worden. Mobiele operators met pan-Europese ambities moeten in meerdere landen licenties verwerven. Dat betekent een aanslag op de financiële positie van de telecombedrijven, hetgeen zijn weerslag heeft op de aandelenkoersen. Bovendien kun je een gulden maar een keer uitgeven. Als die aan een dure UMTS-licentie is betaald, dan kan hij niet meer besteed worden aan het uitrollen van het netwerk, of aan innovatie. De mobiele sector in de Europese Unie zal zich daardoor langzamer ontwikkelen, met natuurlijk als risico dat de Verenigde Staten kan inlopen op de enige voorsprong die de EU heeft op ICT-gebied.
De UMTS-lappendeken geeft ook te denken als het over roaming gaat, het gebruiken van een mobiele telefoon in een ander land. In Nederland waren de veilingkosten veel lager dan in Duitsland. De tarieven voor Nederlandse gebruikers van UMTS zullen waarschijnlijk dan ook lager zijn dan voor de Duitse gebruikers. Wat voor een prijs moet een Nederlandse mobiele beller betalen als hij zijn toestel op een Duits netwerk gebruikt? De Duitse operators zullen hun hoge veilingkosten moeten terugverdienen, en de Nederlander een hoge prijs berekenen. Natuurlijk willen alle operators de hoge prijzen die ze aan de staatskassen hebben moeten betalen, terugverdienen. Uiteindelijk wordt het de gebruiker die daarvoor de rekening krijgt gepresenteerd. Een vrije keuze weliswaar – niemand wordt verplicht een UMTS-telefoon aan te schaffen – maar zodoende leiden de UMTS-veilingen tot een indirecte Europese UMTS-belasting. Dat staat in schril contrast met de mooie woorden die de raad van ministers in Lissabon sprak over laagdrempelige en goedkope toegang tot de nieuwe Interneteconomie.
In het UMTS-debat zijn er onduidelijkheden alom.
Dat is voor mij reden geweest hierover een aantal spoedvragen te stellen aan de Europese Commissie. In antwoord op de eerste set vragen over de UMTS-veilingen, heeft Europees commissaris voor ICT-beleid, Liikanen, een onderzoek aangekondigd naar de economische effecten van de veilingen. Ook gaat hij de principes van onafhankelijkheid, non-discriminatie, proportionaliteit en transparantie toetsen.
Mijn vervolgvragen gaan onder andere in op aan wie terugbetaald zou moeten worden, als blijkt dat de veilingen in strijd zijn met de Europese regels. Ook ben ik erg benieuwd of de neutraliteit gewaarborgd was in de Nederlandse veiling, waar de Nederlandse Staat optreedt als organisator van de veiling en tegelijkertijd grootaandeelhouder is van een van de bieders in het veilingsproces.
De Europese Commissie heeft nog niet gereageerd op mijn tweede set van vragen, maar op http://www.wimvanvelzen.nl kunt u binnenkort de antwoorden van de Commissie op mijn vragen hierover lezen.