De netwerkwereld is in grote delen van de wereld nog ‘under construction’, zo vat Bruce McConnel de conclusies samen van een onderzoek naar de stand van zaken.
Veel landen hebben volgens hem nog een hele lange weg te gaan bij de aanleg van een snelweg voor geavanceerde technologieën. De straf daarvoor is economische stagnatie, zo waarschuwde McConnel van het gelijknamige technologie-consultancybedrijf gisteren bij de presentatie van het rapport.
Het consultancybedrijf liet een groep IT’ers die vorig jaar nauw betrokken was bij het resistent maken van computernetwerken tegen de millennium-bug 42 landen onderzoeken op onder meer de aard en kwaliteit van de telecomnetwerken, de stand van zaken in de IT-sector, overheidsbeleid, scholing van werknemers, informatiebescherming en het algemene zakelijk klimaat. De VS, Japan en de meeste landen van de Europese Unie werden daarbij buiten beschouwing gelaten.
Van de onderzochte landen hebben 23 naties, waaronder Zuid-Afrika, China en Rusland, nog veel te doen, zo concludeerden de techneuten. De nummers een en twee in positieve zin bleken Estland en Taiwan, die zeer hoog scoren op punten als overheidsbeleid, scholing en algemeen zakelijk klimaat. Opmerkelijk is dat ook landen als Bulgarije, Tsjechië, Hongarije en (iets minder verrassend) Italië goed scoren met geschoold personeel en degelijke wetgeving.
In het Midden-Oosten en Afrika is het vooralsnog droevig gesteld met de technologische infrastructuur. Een positieve uitzondering is Ghana, dat sinds 1994 is aangesloten op het Internet en zelfs een aantal Internet-aanbieders telt. Het aantal Ghanezen dat werkelijk surft is echter vooralsnog op de vingers van een hand te tellen.
De onderzoekers onderstrepen ook hoezeer overheden Internet kunnen blokkeren. Saudi-Arabië is al sinds 1994 online, maar voor de burgers was surfen verboden tot januari vorig jaar. Pas sinds 1998 is het in Egypte mogelijk om over meer dan één telefoonlijn te beschikken. In China speelt ook het probleem van het overheidsbeleid. Enerzijds wil de communistische partij de boot niet missen, anderzijds is de partij uiterst benauwd om via Internet-toegang ook dissidenten de ruimte te geven hun grieven te uiten richting het buitenland, of vanuit het buitenland propaganda te maken voor hun ideeën. In Rusland tenslotte is het overal armoe troef. Het land verkeert al tien jaar in een economische en sociale crisis. Wie de kans krijgt, vertrekt naar het buitenland, zo concludeert McConnel. Bij de groep horen ook de goed geschoolde IT’ers.