Wij presenteren met z’n allen goed tot zeer goed omdat we flexibel, effectief, dienstverlenend, commercieel en internationaal gericht werken – en samenwerken. De een gaat dat gemakkelijker af dan de ander. Maar er zijn ook bedrijven die wat extra ondersteuning nodig hebben. Om die ondernemingen over de streep te trekken heeft het ministerie van Economische Zaken het project Sp.OED ingesteld – ter waarde van 14 miljoen gulden. Syntens is de uitvoerende adviesorganisatie. Een gesprek met Sp.OED-projectleider Peter Koudstaal, en een bezoek aan een onderneming die met steun van Syntens en een Sp.OED-subsidie een webbedrijf heeft opgezet.
Sp.OED staat voor Stimuleringsprogramma Opkomst Elektronische Diensten. Dit project moet, zoals de naam al suggereert, het midden- en kleinbedrijf stimuleren meer elektronisch zaken te gaan doen. De regeling is in 1998 in het leven geroepen omdat het mkb zich te terughoudend opstelde op de elektronische snelweg. Enkele gangmakers zijn het daar helemaal niet mee eens, maar dat aantal is nog beperkt. Tweeduizend durvers genieten inmiddels ondersteuning bij het betreden van de snelweg en dit jaar volgen er nog eens duizend. Zij krijgen een zetje in de rug van Syntens, de adviesorganisatie die steun biedt bij het kiezen van de weg en het voorbereiden van een goede start.
De goedkoopste auto
Jos Groothuis, een van de initiatiefnemers van en manager bij Autoprice in Hengelo, ontwikkelde vorig jaar met twee collega’s een auto-website. Deze website geeft kooplustigen een overzicht van de nieuwprijzen en verkoopt informatie over waar het voordeligst een nieuwe auto kan worden gekocht. Het informatiepakket komt nog wel voor verbetering in aanmerking.
Voor het van de grond tillen van de elektronische winkel heeft Autoprice in het kader van Sp.OED steun gekregen van Syntens. Groothuis, hoorde via de Kamer van Koophandel Twente/Salland van het ondersteuningsprogramma. Via Syntens (http://www.syntens.nl) werd geld en ondersteuning aangevraagd en dit gaf adviezen over onder meer het bouwen van de site.
Om de Europese automarkt in kaart te brengen zijn contacten opgebouwd met grote dealers in Europa die tegen kortingen van circa 6 procent nieuwe auto’s leveren; alleen met merk-dealers, en zij worden niet gecontracteerd. ‘Het heeft geen zin contracten af te sluiten’, zegt Groothuis. ‘Het afsluiten van contracten vergt veel tijd en gaat ten koste van de flexibiliteit. Autoprice is een solide onderneming. Wij vragen dat ook van de ondernemingen waar we mee samenwerken. Daar is geen contract voor nodig’. Een eis is wel dat de dealers Duits en Engels spreken. Omdat de website aan de conventionele markt knaagt, stelden auto-importeurs die nieuwe manier van zakendoen aanvankelijk niet op prijs. Doordat inmiddels duidelijk is dat de autohandel zich geleidelijk verlegt naar grote distributiepunten, is deze weerstand aan het wegebben. Zelfs de conventionele handel zoekt aansluiting op de elektronische snelweg.
De prijs die Autoprice vraagt voor het leveren van de informatie over prijzen en dealers bedraagt 300 gulden. Dat geld wordt terugbetaald bij aankoop. De handel verloopt via e-mail: info@art-innovation en via http://www.autoprice.de. De website is nog in het Duits en Engels gesteld, maar binnenkort ook in het Nederlands te raadplegen. Naast informatie over waar een auto het goedkoopst is, wordt binnenkort extra informatie toegevoegd; voor Nederland is dat de berekening van de BTW en de Bijzondere VerbruiksBelasting, maar ook informatie over de uitrusting van de auto’s. Een in Zuid-Frankrijk gekochte auto mag dan misschien wat duurder zijn, daar behoort, zeker bij de wat duurdere auto’s, standaard een airco tot de uitrusting. Duitse auto’s zijn eerder voorzien van een dubbele airbag en ABS dan een Nederlandse wagen, omdat dit land hogere eisen aan de veiligheid stelt.
2500 Bezoekers per dag
Het eerste contact met Syntens werd op 8 januari 1999 gelegd. Aan de hand van dit contact ontstond onder meer het strategisch plan. Negen maanden later ging de website open, aanvankelijk met 250 bezoeken per dag. Met behulp van een stand op de Internationale Automobilausstellung in Frankfurt en de nodige reclame is dat nu het tienvoudige. Inmiddels begint de elektronische handel winst op te leveren; nog niet riant, maar het begin is er.
De winkel wordt uitgebouwd. Duitsland is als eerste markt gekozen en Nederland volgt binnenkort. Daarna komen andere landen aan de beurt. Er wordt nog naar solide dealers gezocht die aan het initiatief mee willen doen. Ook de service wordt uitgebreid. In Duitsland loopt een ‘call me now‘ service, met de mogelijkheid een persoonlijke vraag te stellen. Betalen voor informatie blijkt voor velen nog een drempel. Die drempel, zo verwacht Groothuis, wordt lager naarmate meer informatie beschikbaar komt en de service door mond-tot-mond-reclame meer bekendheid krijgt. Nu al is te merken dat deze vorm van reclame een belangrijke stimulans is om te gaan zoeken.
Aan het kopen van een auto zijn bovendien andere diensten te koppelen. Er wordt overwogen ook de tweedehands automarkt transparant te maken. Grote importeurs plaatsen demo-wagens voor een proefrit bij dealers. En dealers die hieraan meedoen hebben geen kosten; zij worden meer en meer dienstverleners die auto’s ontvangen en afleveren. Werk genoeg dus voor Autoprice. Voor al die toe te voegen waarden is geld nodig, dus zoekt Autoprice nu ook naar geldschieters; zoals bij Twinning en de banken.
Syntens als stuwende kracht
Syntens is de stuwende kracht achter Sp.OED. Dit advieslichaam heeft tot taak 3000 mkb-ers op de elektronische markt in beweging te brengen. En die duizenden ondernemers moeten dan weer zo’n 200.000 collega’s aan het werk zien te krijgen met elektronische transacties. Het aloude ‘wat de boer niet kent, dat vreet hij niet’ moet worden omgezet in de uitdaging van het elektronisch zakendoen. Dat geldt voor de verlader, het administratiebureau, de slager, drukker en de kweker. Er zijn inmiddels meer websites in deze branche, onder meer voor de verkoop van tweedehands auto’s en voor auto-onderdelen.
Is Autoprice duidelijk gericht op het verkopen van informatie, voor verreweg de meeste kleine of middelgrote ondernemingen met een website ligt dat anders. ‘Bike 2 Build’ uit Vlaardingen , een tweemansbedrijf, verkoopt racefietsen en mountainbikes op maat. Kiezen en samenstellen van de fiets kan op de site. De aankoop gebeurt in de winkel, omdat er bij de aankoop advies nodig is en de fiets bij aflevering op maat moet worden afgesteld.
CopyExpress uit Mijdrecht organiseert via Internet grote printopdrachten; daarmee ondernemingen die grote partijen kopieerwerk zoals handboeken hebben, ontlastend. Dione BV uit Culemborg, met vier medewerkers, heeft zich gespecialiseerd in het drukken en binden van kleine oplagen van boeken, drukwerk of relatiegeschenken. Hun geheim: de enorme drukpers werd vervangen door een computer en een printer. Een auteur levert de tekst eenvoudig per e-mail en na het printen en binden ziet de publicatie er perfect uit. Dione is een dochter van drukkerij Saturnus.
Wie op de site van Dutch Gardens binnenkomt, kan de catalogus bekijken met plaatjes van de bloemen, een catalogus aanvragen of bloembollen bestellen. De site is uitgerust met allerlei extra informatie over tuinieren. De site is vooral bedoeld voor klanten uit de Verenigde Staten. De elektronische verkoop via de site is vorig jaar gestaakt vanwege negatieve publiciteit over creditbetaling via Internet. Maar weinig mensen durfden van dit betalingskanaal gebruik te maken. Inmiddels is elektronisch bestellen weer mogelijk.
Vier soorten advies
Projectleider bij Sp.OED, Peter Koudstaal, gaat in op de intentie en waarde van dit stimuleringsprogramma. Koudstaal is de verbindingsman tussen het ministerie van EZ en de vijftien centra van Syntens. Dit advieslichaam biedt vier soorten advies.
De begeleiding begint met Sp.OED-advies kort, twee gratis adviesdagen waarin het bedrijf van de aanvrager wordt doorgelicht en beoordeeld op de mogelijkheden van het elektronisch zakendoen. Voor deze stap wordt nog geen eigen bijdrage verwacht.
De volgende adviesstap, Sp.OED-advies Normaal, duurt drie dagen. In dit adviestraject worden de specifieke mogelijkheden voor elektronisch zakendoen onderzocht; ook geen eigen bijdrage.
Bij de derde stap, Sp.OED-advies Plus, een periode van vijf dagen, wordt een stappenplan gemaakt voor de meer complexe trajecten van het elektronisch zakendoen. De ondernemer draagt hier in beperkte mate bij in de kosten.
Het meest uitgebreide advies – zeven dagen in totaal – is Sp.OED-advies Gold voor ondersteuning bij het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek en het selecteren van de benodigde hard- en software.
Het initiatief voor het project stamt uit 1998 en is een uitvloeisel van het nationale actieplan ‘Elektronische Snelwegen’. Doel is om het mkb op de hoogte te brengen van wat wel- en wat niet kan op die snelweg. Aanvankelijk was er weinig geld beschikbaar. Maar sinds dat wel is losgekomen fungeert Syntens als eerstelijns ondersteuningsorganisatie voor Sp.OED. Om deze taak met de vijftien centra in Nederland aan te kunnen ontwikkelt Syntens een methodiek en worden adviseurs getraind.
‘Centraal in het project’, zegt Koudstaal, ‘staat de ketenomkering. Voor iedere onderneming moet duidelijk worden wat er gebeurt in hun keten en hoe de eigen organisatie moet worden aangepakt om digitaal op de elektronische snelweg actief te kunnen zijn. Voor de deelnemende organisaties wordt in de eerste plaats gekeken naar de manier van zakendoen, hoe ze in de keten opereren en communiceren. Ook de interne consequenties staan sterk in de belangstelling; het actief deelnemen aan het elektronisch verkeer is ook het moment om de bedrijfscultuur te veranderen’, aldus Koudstaal.
Kennis uitdragen
Inmiddels zijn 1800 bedrijven geadviseerd. Dit jaar volgen er nog eens duizend en in 2001 wordt het project afgerond. De meeste deelnemende bedrijven hebben een personeelsbestand van 20 tot 100 werknemers, maar er zijn ook nogal wat bedrijven bij met enkele werknemers.
Nederland telt 700.000 kleine en middelgrote ondernemingen. Circa 80.000 daarvan houden zich bezig met industriële activiteiten en zakelijke dienstverlening. ‘Drieduizend ondernemingen steun bieden bij hun gang naar de digitale snelweg – dat is een druppel op de gloeiende plaat’, stelt Koudstaal. ‘We moeten het hebben van de uitstraling. Syntens is in dat veranderingsproces een katalysator. Op het moment dat de onderneming het proces van elektronische communicatie met de markt oppakt, moet het op eigen benen verder. Dan trekt Syntens zich terug en moet de ondernemer externe adviseurs inschakelen’. Syntens heeft dan de missie de opgedane kennis verder uit te dragen.
Sp.OED werkt hierbij als een verlengstuk van het onlangs gestarte initiatief ‘Nederland gaat digitaal’. Hierin werken vijf ministeries op het terrein van elektronisch zakendoen samen. EZ zwengelt dat proces aan, in feite met minimale middelen. Syntens is een van de uitvoeringsorganisaties. De verhouding met het ministerie is puur zakelijk. Het effect aan de andere kant is, dankzij de sturende en adviserende taak van Syntens, fors. ‘Het effect is moeilijk te meten’, aldus Koudstaal, ‘er is geen vergelijkingsmateriaal. We kunnen alleen enig inzicht krijgen in het effect bij de deelnemende bedrijven door telefonische navraag en dat doen we. Wat het uitstralingseffect is, moeten we gissen. Om achterblijvende ondernemingen bij te trekken worden er nu initiatieven genomen om ze in de avonduren op de hoogte te stellen van wat kan en wat collega’s doen’.
De gemiddelde kleine of middelgrote onderneming is voorzichtig met het kantelen van zijn organisatie. Opportunisme is zeldzaam, realisme komt het meest voor. De ontwikkeling verloopt wat te traag. De voorbeeldfuncties dienen de ontwikkeling te versnellen. Hoegenaamd alle voorbeelden die werden nagetrokken, enkele tientallen, getuigen van inzicht, marktkennis, durf en ondernemerschap. Dat geldt vanaf de eenmanszaken. Tussen alle voorbeelden zit ook een enkele goudhaan.
Kerk vol e-handel
De grote gotische kerk in het hartje van Goes is altijd meer dan een godshuis geweest. Vroeger was het dwarsschip ook een doorgaande straat, omdat omlopen van het ene naar het andere stadsdeel meer tijd vergde. ‘Ons Zeeuwen bint zunig’. Nu blijkt dat ze binnen die gotische gewelven ook niet vies zijn van commercie. Op 15 mei zaten er vierhonderd vertegenwoordigers van het Zeeuwse bedrijfsleven. Zij waren zich of aan het oriënteren hoe zij hun voordeel kunnen doen met e-handel of hoe zij hun reeds gestarte elektronische activiteiten verdere kunnen uitdiepen. Inmiddels ontvangen 350 Zeeuwse ondernemers strategisch advies over elektronisch zakendoen. Die adviezen zijn volledig afgestemd op de eigen wensen en mogelijkheden van het bedrijf.
Het Sp.OED-project is er inmiddels uitgebouwd tot het project ‘E-commerce in Zeeland’. De Zeeuwse Rabo-banken steken er gezamenlijk, naast de SpOED-subsidie, nog eens 750.000 gulden in. Eigen belang natuurlijk, maar een gezond eigen belang. Voorts treden de provincie Zeeland, de gemeenten, de Europese Unie en Leader+ op als sponsor. ‘E-commerce in Zeeland’ heeft een looptijd van 2,5 jaar. In deze periode wordt het mkb ondersteund met de eerder vermelde adviesstappen. Medio juni hadden zich al 32 bedrijven aangemeld.
Elk begin van een nieuw project begint uitermate nuchter. Voor alles wordt duidelijk gemaakt dat e-handel niet iets is om er ‘even bij te doen’. Het midden- en klein-bedrijf moet echt in het diepe. Is dat een afhouder? Beslist niet, want wanneer ondernemen leuk is, is e-business ook leuk. Daarbij gaat het niet alleen om elektronische handel. Alle vormen van externe elektronische gegevensuitwisseling behoren tot het project. Binnen dat kader is de oplossing van vragen als ‘hoe laat ik mijn klanten in mijn voorraad kijken’, ‘hoe werk ik met een veilig voorraadsysteem’ en ‘hoe zie ik waar mijn auto’s rijden’ net zo belangrijk als ‘hoe kunnen klanten elektronisch kijken en kopen’.
Het werkgebied is de industrie, transport en groothandel, maar ook recreatie of zakelijke dienstverlening. Syntens is ook hier de uitvoerende adviesorganisatie. De subsidies zijn hier niet uitgedrukt in dagen, maar in geld. ‘Dagen kun je rekken’ zullen de Zeeuwen denken, geld niet. In het kader van ‘E-commerce in Zeeland’ wordt voor een E-com-project tot 4000 gulden gesubsidieerd, voor een E-plus-project tot 8000 en voor E-Gold maximaal 12.000 gulden.
Cees van Heijkoop, freelance medewerker