Paul Smits (53) nam op 1 maart dit jaar bij KPN de voorzittershamer over van Wim Dik. Als nieuwe voorzitter van de raad van bestuur moest hij in korte tijd al een paar belangrijke slagen leveren op de Europese telecommarkt. Computable sprak met hem over de hectische telecommarkt, en de plaats die KPN daarin inneemt.
De Nederlandse Umts-veiling die deze zomer in Scheveningen plaatsvond, is inmiddels afgelopen en KPN is erin geslaagd een van de vijf frequentie-kavels te bemachtigen. Toch vindt Paul Smits het nog te vroeg om terug te kijken op de Nederlandse veiling. Hij ziet de verdeling van Umts-frequenties het liefst in internationaal perspectief: "De veiling van frequenties in Nederland vormt maar een klein onderdeel. De veiling in Duitsland loopt nog, terwijl de veiling in België nog moet komen."
Smits wil wel kwijt dat hij over het verloop van de veiling niet ontevreden is. "Het prijskaartje dat uiteindelijk aan de frequentie hing paste ruim binnen ons business plan. We hebben natuurlijk van tevoren de prijs vastgesteld die we bereid zouden zijn te betalen, en we zijn blij dat we daar ruim onder zijn gebleven. Het is overigens wel een beperkte geluksbeleving, want in Duitsland gaat het nu al om veel grotere bedragen."
Over de grote verschillen die er bestaan in de manier waarop de verschillende Europese landen hun frequenties verdelen, is Smits een stuk minder tevreden. "De eerlijkheidsfactor is een ander verhaal. Het is een absoluut absurde situatie dat in Europa, waar zogenaamd een level playing field zou moeten zijn, alle landen op een andere manier met het verdelen van die frequenties omgaan. Soms worden zelfs nationale ondernemingen bevoordeeld. Het is om razend van te worden. France Telecom, een staatsbedrijf nota bene, krijgt de licentie in eigen land voor een vriendenprijsje aangeboden. Telefónica hoeft er in Spanje zelfs helemaal niets voor te betalen. En zoals zo vaak is de Nederlandse overheid niet geneigd om daarin duidelijk een stelling te betrekken. Daar word ik chagrijnig van."
Marktwerking
De stormachtige ontwikkeling die de Nederlandse telecommarkt de afgelopen jaren heeft doorgemaakt is op gang gebracht door het vrijgeven van de markt, en de transformatie van KPN van staatsbedrijf tot commerciële onderneming. Volgens Smits staat niets een goede marktwerking op de Nederlandse telecommarkt nog in de weg. "Ik moet vaststellen dat de liberalisering uitermate goed geslaagd is. Er zijn nu vijfhonderdvijftig partijen actief op de markt, in alle soorten en maten. Zowel consumenten als bedrijven hebben een ruime keuze. Op Europees niveau is er nog geen sprake van gelijkheid, daar deugt weinig van. Maar Nederland is bijna wereldkampioen liberalisering."
Toezichthouder
Smits rekent meteen af met toezichthouder Opta. ‘De liberalisering van de markt is geslaagd. Dat gezegd hebbend kun je vaststellen dat er geen toezichthouder meer nodig is. Regelgevende instanties leven bij de gratie van het feit dat er iets te regelen valt. Je moet nu de markt zijn werk laten doen. Zelfs de BTG, ooit begonnen als een soort actiegroep ‘kill KPN’, betrekt nu steeds meer de stelling dat het wel wat minder kan met de bemoeienis van de Opta.
"Opta kijkt nu bijvoorbeeld naar de mogelijkheden om Internet-acces te gaan reguleren. Daar begrijp ik helemaal niets van. Het Internet is juist gegroeid doordat er niemand toezicht heeft gehouden op de ontwikkeling. De liberalisering in Nederland is af, het is een succesnummer." Hij voegt daaraan toe dat er wel degelijk ruimte is voor ‘normale’ regelgevende instanties, zoals de Nederlandse mededingingsauthoriteit Nma. "Al is het frappant dat de Nma wel toestaat dat Albert Heijn met zijn dochterondernemingen de helft van de markt in handen heeft."
Smits staat ambivalent tegenover de rol van de Nederlandse overheid. "Als aandeelhouder bemoeien ze zich niet met de gang van zaken. Maar over de opstelling van de overheid in internationaal verband zijn we niet erg tevreden. Nederland is met de liberalisering soms roomser dan de paus. Een voorbeeld is de verkoop van Casema. We zijn daartoe gedwongen, omdat het zou moeten van Brussel. Maar wie heeft het gekocht? France Telecom, een staatsbedrijf dat zijn kabelbezittingen nu nog heeft. Ik vind dat een uitverkoop van Nederlandse belangen."
Internationale victorie
Smits is trots op de internationale status van KPN. Hij spreekt graag over meespelen in de Champions League van Europa. "Het is duidelijk dat er op de markt volop groeimogelijkheden zijn. De drie belangrijkste groeisectoren waar we in investeren zijn mobiele communicatie, het Internet en verbindingen tussen bedrijven. Onze ambitie is daarin zelfstandig te blijven en te groeien. Het is daarom eten of gegeten worden, en wij willen zo lang mogelijk eten. Je moet daarom af en toe een acquisitie doen."
De internationale victorie begon voor KPN bij de joint venture met Qwest. "Wij waren aan het begin duidelijk een Nederlandse speler. Maar KPN Qwest kreeg veel vertrouwen van de beleggers, en voor het jaar voorbij was, zaten we in de Champions League, en was de wedstrijd ‘nieuwe economie’ begonnen. Die speerpunt loopt nu goed.’
De meeste actie vindt momenteel plaats op het mobiele segment. "Met 2,5 miljoen klanten in Nederland, eind ’98, was dat voor KPN aanvankelijk geen Europese business. Er moest dus iets gebeuren. Daarom kochten we in Duitsland E-Plus, vormden we in België KPN Orange, en hebben we nu samenwerkingsverbanden met NTT Docomo en Hutchison Whampoa. Met 9,2 miljoen abonnees ben je nu iemand, en word je internationaal ook zo gewaardeerd. Ondanks de terugval van aandelen nieuwe economie op de effectenbeurzen is het aandeel KPN nog steeds outperformer.’
Hoewel KPN nastreeft om als zelfstandig bedrijf te opereren op de Europese markt, is Smits bereid concessies te doen. Hij noemt de mislukte fusie met het Spaanse Telefónica eerder dit jaar, als voorbeeld. "We willen zelfstandig zijn, maar je hebt begin dit jaar gezien dat we serieus hebben overwogen die zelfstandigheid op te geven door middel van een fusie. Dat moet je emotieloos kunnen doen."