Zesduizend Macfielen hangen op 19 juli in New York aan de lippen van ayatollah Jobs. Ze worden niet teleurgesteld. Zoals een tovenaar konijnen uit zijn hoed haalt, zo tovert Jobs het ene oogstrelende stukje hardware na het andere op het podium van de MacWorld Expo. Oooohs en aaahs vullen de zaal. Macfielen verafschuwen de beige eenheidsworst van Dell, Gateway en Compaq. Ze willen sexy en jazzy designs. Ze willen hardware om je vingers bij af te likken. En de charismatische Jobs, de man die Apple uit een coma heeft wakker gekust, geeft zijn volk wat het wil.
Jobs presenteert een nieuw uit de kluiten gewassen keyboard van transparant plastic. Dan is er een optische macmuis die niet langer een muismatje nodig heeft. En � Abracadabra en daar verschijnen nieuwe G4 modellen met dubbele processoren. Een G4 met twee 500 MHz chips verslaat in een rechtstreeks duel een 1000 MHz Pentium III door in 61 seconden een beeld te renderen in Photoshop. De PC met de Pentium doet er twee keer zo lang over. Zo’n demonstratie van de onmacht van de concurrentie blijft voor de objectieve toeschouwers altijd verdacht, maar Jobs volgelingen slikken het voor zoete koek.
Kijk, iMacs in vier nieuwe kleuren: indigo, ruby, sage en snow. Ondanks de teleurstellende verkoopcijfers over het tweede kwartaal van 2000 zijn dit de machines die Apple weer winstgevend hebben gemaakt. Pogingen van Compaq en Gateway om ook eens iets te doen met leuke sexy modellen zijn deze maand uit de markt gehaald. Men heeft zich gerealiseerd dat het gemakkelijker is Bill Clinton van overspel af te houden dan Apple te verslaan met vormgeving. En dan, als klap op de vuurpijl, is er ‘de kubus van Jobs’, een transparante, witte broodrooster met – volgens Jobs – het hart van een supercomputer. De echte Macfielen in de zaal kreunen genotzalig.
Totaal mislukt
Doet die kubus ons niet erg denken aan een ander – totaal mislukt – project van Steve Jobs? Flashbacks leiden naar 1988 toen Jobs de revolutionaire NeXT computer presenteerde, een opvallende zwarte kubus die 10.000 dollar kostte en waarvan er nooit meer dan vierhonderd gemaakt en verkocht zijn. Een kniesoor die daar op let. Dit is immers een andere kubus en dit is ook een andere Steve Jobs!
Sinds de comeback van Jobs – eerst als Jobs, toen als onbezoldigde interim ceo en nu als echte chief met een privé jet – heeft Apple een terugkeer uit de dood beleefd. De anti-Jobs factie is met harde hand uit de bedrijfsleiding gewerkt. De waarde van het aandeel Apple is verachtvoudigd. Apple maakt kwartaal na kwartaal winst! Vriend en vijand zijn het erover eens dat dit Jobs verdienste is.
De vraag is: hoe heeft-ie dat geflikt? En: is dit een tijdelijke opleving of zal de maniakale energie waarmee Jobs het bedrijf heeft gereanimeerd ook rechtstreeks naar de ondergang voeren?
Uit alle recente beschouwingen over Jobs wederopstanding komt een consistent beeld naar voren. In de eerste plaats zijn daar de onweerstaanbare drang naar bijzondere vormgegeven ontwerpen en het hocus-pocus talent voor marketing. Apple en Jobs zijn opgetrokken uit hetzelfde DNA. Volgens Alan Deutschman, schrijver van een biografie over Jobs die binnenkort zal verschijnen, moet ook Jobs talent om een organisatie te motiveren niet worden onderschat. Hij is voor zijn naaste medewerkers en ondergeschikten een notoire etterbak die door middel van intimidatie en vernedering – Deutschman spreekt van "een terreurbewind" – het onderste uit de kan weet te halen. Medewerkers van Apple zijn nog steeds doodsbenauwd om met Jobs in dezelfde lift te stappen. Je kunt je baan wel eens kwijt zijn voordat de deur weer opengaat.
Beruchte verspillingen
Maar er is meer. De manier waarop Jobs Apple heeft omgetoverd, suggereert dat hij als manager een stuk volwassener is geworden. Hij heeft aan de beruchte verspilling en bureaucratie bij Apple een einde gemaakt door rigoureus het mes te zetten in de kosten. Van 1997 tot 1999 werden de uitgaven bij Apple teruggedrongen van 8.1 miljard dollar naar 5.7 miljard dollar. De crux zit hier vooral in het bezuinigen op research en development, het drastisch verminderen van het aantal producten, het uitbesteden van delen van de productie en het stroomlijnen van productie en goederen stromen à la Dell Computers. Een andere vuile klus – het ontslaan van duizenden werknemers – was al door zijn voorganger Amelio geklaard.
Wat nu? Wel, als vanouds gaat een ‘leaner and meaner’ Apple de strijd weer aan met het voorwoekerende Wintel-organisme. Apple is nog steeds het enige bedrijf dat een compleet PC platform levert. Jobs meent dat hij daardoor sneller met vernieuwingen en nieuwe producten zal kunnen komen dan de concurrentie. Dat dat in een eerdere fase niet is gelukt, schijnt hem niet te deren. De meeste analisten menen dat het veroveren van een groter marktaandeel voor een belangrijk deel zal afhangen van het succes van Mac OS X, het nieuwe besturingssysteem dat volgens Jobs nu in januari 2001 klaar zal zijn.
Werk Jobs de deur uit
Kan Steve Jobs leven met succes? De psycholoog Steven Berglas zegt van niet. Hij gelooft dat de ‘maniak’ Steve Jobs alleen goed fuctioneert in crisissituaties. In gevechten tegen grotere tegenstanders als IBM en Microsoft en met de rug tegen de muur is Jobs de aangewezen leider. Hij twijfelt nooit aan zijn eigen superioriteit en is daardoor in dergelijke sitiaties een lichtend voorbeeld voor zijn volgelingen. Maar als charismatisch leider zal hij ook nadat de overwinning is behaald, nog steeds totale opoffering en totale controle eisen van zijn ondergeschikten. Die zullen dat op een gegeven moment niet langer pikken waarna Jobs zichzelf, en met hem Apple, zal opblazen. Berglas advies aan Apple’s raad van bestuur: werk Jobs zo snel mogelijk de deur weer uit.
Jobs weg? Probeer dat niet hardop te zeggen op de MacWorld Expo in New York. Het vertrouwen in de grote roerganger is helemaal terug nu het publiek de kubus niet alleen kan zien maar ook mag aanraken. De woorden van Jobs dat "Apple wil staan op het kruispunt waar kunst en technologie elkaar ontmoeten" hangen nog in de lucht. Zo’n uitspraak doet bij de Macfielen de rillingen over rug lopen. Bij de meesten van louter genot. Bij een enkeling van angst.