De Europese Commissie heeft gisteren een eerste stap gezet in een officiële procedure tegen Microsoft gebaseerd op een aanklacht van concurrent Sun Microsystems.
Het concern krijgt twee maanden de tijd om te reageren op de Suns klacht uit 1998 dat Microsoft geen essentiële informatie gaf over Windows 95 en 98, NT 4.0 en de nieuwe aanpassingen daaraan. Als het antwoord eurocommissaris Monti van concurrentiebeleid niet bevalt, kan hij Microsoft hoge boetes opleggen.
Door de weigering van Microsoft kon Sun naar eigen zeggen nauwelijks geschikte software aanleveren voor servers. Microsoft heeft in de EU een marktaandeel van 95 procent voor besturingssystemen en beschikt daardoor volgens Sun over zo’n sterke marktpositie dat concurrentie onmogelijk wordt.
Microsoft ontkent de aantijging en tekende daarbij aan dat directe concurrenten geen recht hebben om bedrijfsgeheimen in te zien. Het bedrijf stelt verder dat het zelf mag weten met wie het samenwerkt.
Het onderzoek van Monti staat los van eerdere klachten bij de Commissie tegen Microsoft die zijn ingediend door concurrenten en bedrijven met grote computernetwerken. Deze klachten spitsen zich toe op Windows 2000. Monti zei in februari deze klachten te zullen onderzoeken. Dat onderzoek bevindt zich nog niet in dezelfde fase als dat naar de klacht van Sun.
De actie van Monti heeft ook niets te maken met het besluit van de Amerikaanse rechter Penfield Jakcson in juni om de softwaregigant op te splitsen wegens misbruik van zijn monopoliemacht. Microsoft is daartegen inmiddels in beroep gegaan.