In het Internettijdperk is beveiliging van computernetwerken een hot item. Dat geldt zowel voor bedrijven die echt elektronisch zakendoen als voor bedrijven die hun medewerkers Internetvoorzieningen op de werkplek geven. De deur zwaait in het ene geval wijd open en wordt in het andere geval op een kier gezet.
Uit een recent wereldwijd onderzoek van de uitgeverijen VNU en CMP blijkt dat slechts 30 procent van de bedrijven het afgelopen jaren géén last had van onverlaten die probeerden op het netwerk in te breken of het plat te leggen. Beveiliging is daarmee ontegenzeggelijk een probleem voor de IT-afdeling geworden.
Het is prettig als je weet wie de vijand is. Het onderzoek toont echter aan dat juist hier de schoen wringt. Van de 5000 ondervraagde IT-managers weet 41 procent niet wie er het afgelopen jaar poogden het netwerk binnen te dringen. Meer dan de helft van hen meldt bovendien pogingen tot inbraak niet – om negatieve publiciteit te voorkomen.
Al met al lijkt het erop dat bedrijven niet erg genegen zijn de ervaringen die ze hebben met elkaar te delen. Men vindt het wiel liever zelf opnieuw uit dan gezamenlijk ten strijde te trekken. Wanneer bedrijven inbraken en aanslagen bij voorkeur onder de pet houden, zal het langer duren voordat netwerken gevrijwaard zijn van ongewenste acties. Zolang er geen gevoel van gemeenschappelijk belang heerst, zal er een groep zijn die in zijn vuistje lacht: de hackers.