De noodzaak om administratieve lasten terug te dringen werd begin dit jaar pijnlijk duidelijk. Toen bleek namelijk dat de kosten van de papierberg waren opgelopen van 13 miljard gulden in 1993 naar 16,5 miljard gulden vorig jaar. Ondernemers zijn circa elf uur per week bezig met taken als loonadministratie en vergunningaanvragen.
De overheid moet een actieve rol gaan spelen in het terugdringen van de administratieve lasten. Daarom is er een commissie in het leven geroepen, onder leiding van oud-Shell-topman J. Slechte, die heeft uitgezocht wat de overheid kan doen om deze papierberg te doen afnemen. Uit onderzoek blijkt dat als optimaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die de ICT biedt, er enkele miljarden guldens bespaard kunnen worden. Er is dus een ICT-doorbraak nodig om de administratieve lasten terug te dringen. Door de ontwikkelingen in ICT kan de overheid efficiënter, effectiever en klantvriendelijker opereren. Dat is geen vrijblijvende optie; de overheid is verplicht iedere belastinggulden zo efficiënt en effectief mogelijk aan te wenden. Het mes snijdt zo aan twee kanten: een elektronische overheid geeft ‘value for taxpayers-money’ en zorgt er door de administratieve lasten aanzienlijk te verminderen tegelijkertijd voor dat aan de kant van het bedrijfsleven de nodige besparingen zijn te behalen. De ondernemer moet zich kunnen richten op ondernemen in plaats van zijn kostbare tijd te besteden aan het invullen van een papiermassa. En, niet onbelangrijk, het gaat hier om het substantieel verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening door de overheid.
De aanbevelingen en adviezen van de Commissie Slechte zijn door het kabinet verder uitgewerkt. In hoofdlijnen komen de maatregelen van de overheid op het volgende neer. Er moet één overheidsloket (front-office) komen waar ondernemers terechtkunnen voor alle informatie die ze van de overheid nodig hebben. Daar kunnen ze alle formulieren vinden die ze moeten invullen; formulieren die, daar waar relevant, reeds ingevuld zijn met de gegevens die al bij de overheid over dat bedrijf bekend zijn. Een ondernemer hoeft de gegevens dan slechts één keer aan te leveren (back-office). Deze formulieren moeten direct ingevuld en elektronisch verstuurd worden. Dat is de kant die het kabinet op wil in de ‘business-to-administration’ communicatie. Dit overheidsportal (http://www.bedrijvenloket.nl) moet de ondernemer ook pro-actief attenderen op bepaalde diensten, verplichtingen of informatie.
Bij het elektronisch versturen van gegevens via de ‘overheidsformulieren On-line’ is de privacy een belangrijk aandachtspunt. Elektronische gegevensuitwisseling is gebonden aan een aantal randvoorwaarden zoals authenticiteit, integriteit en vertrouwelijkheid.
Eind 2001 zullen drie bedrijvenloketten in bedrijf zijn: in Drenthe, de stad Groningen en de Regio Noordwest Holland. In deze bedrijvenloketten zal de informatievoorziening van de deelnemende instellingen worden geïntegreerd en zullen startende ondernemers hun wettelijke verplichtingen via één loket kunnen afwikkelen.
Uiterlijk eind 2001 gaat dan het ‘bedrijvenloket.nl’ open, waar ondernemers toegang hebben tot de verschillende dan reeds bestaande of in aanbouw zijnde regionale bedrijvenloketten. Het uiteindelijke doel op de langere termijn is dat in elke regio in Nederland bedrijvenloketten in werking zijn, waarbij alle relevante publieke dienstverleners hun diensten geïntegreerd aan het bedrijfsleven aanbieden. Het berichtenverkeer tussen bedrijven en overheidsinstellingen (aangifte van belasting en premies, rapportages, enquêtes, vergunningen, enzovoort) vormt een substantieel element van de administratieve lasten in Nederland. Door ambitieus te werken aan de inzet van ICT ten behoeve van de vermindering van administratieve lasten wordt een extra impuls gegeven aan de doelstelling zoals geformuleerd in het Actieprogramma ‘Elektronische Overheid’ en ‘De Digitale Delta’: in 2002 moet minimaal 25 procent publieke dienstverlening langs elektronische weg afgehandeld kunnen worden.
Voor het meervoudig gebruik van de gegevens is de werkgroep Basisbedrijvenregister geformeerd, gecoördineerd door het ministerie van EZ, die een authentiek register opzet waar de deelnemende organisaties (KvK’s, Belastingdienst, CBS en UVI’s – uitvoeringsinstanties) de basisgegevens van alle ondernemingen in ons land kunnen vinden.
Eind 2002 moet dat register operationeel zijn, waarna het geleidelijk verder kan worden uitgebouwd, bijvoorbeeld door koppeling met registers van andere instanties.
Wij kunnen vaststellen dat ICT een zeer belangrijk instrument en hulpmiddel is bij de reductie van de administratieve lastendruk en dat de aanzet van de regering goede elementen bevat. Echter het gevoel van urgentie ontbreekt. De bedrijvenloketten moeten niet alleen in drie regio’s gestart worden. Zij behoren in alle regio’s met voortvarendheid te gaan functioneren. Het is noodzakelijk dat de relevante publieke instanties de dienstverlening aan de bedrijven zeer spoedig geïntegreerd aanbieden. Lukt dat niet dan zal de doelstelling van de overheid niet op tijd gehaald worden. Ik zal er dan ook in het debat met de regering op aandringen om grotere snelheid te betrachten. Indien men de integrale dienstverlening niet op tijd realiseert, dreigt het gevaar dat door de administratieve lasten de ‘Digitale Delta’ zal dichtslibben.
Hella Voûte-Droste, lid Tweede Kamer VVD, ondervoorzitter vaste kamercommissie EZ (o.a. technologiebeleid en ICT) en bestuurslid Electronic Highway Platform Nederland.