In mei kondigde IBM aan Linux-varianten te ontwikkelen voor de S/390-mainframesystemen en de klonen daarvan. De prijsstelling roept nu veel vragen op.
IBM is niet van plan om de prijs voor het besturingssysteem te verlagen wanneer bestaande klanten onderdelen van hun mainframe op Linux gaan draaien. Het bedrijf heeft wel toegezegd minder te vragen dan normaal als onderdelen aan een processorsysteem toegevoegd worden. De prijs van Linux voor deze nieuwe onderdelen zal wel lager liggen dan normaal.
Het is niet onwaarschijnlijk dat binnen IBM een flinke discussie gaande is over Linux. De Software-groep wil niet dat Linux voor de S/390-systemen teveel omzet afsnoept van andere besturingssystemen als MVS, VM en VSE. De Enterprise Systems groep op zijn beurt ziet juist liever niet dat bedrijven hun toepassingen op Linux-systemen van andere fabrikanten laten draaien. Daarom moet het S/390 ook Linux kunnen draaien, liefst tegen concurrerende prijzen.
Andere fabrikanten, die dit jaar ook een Linux-versie uitbrengen voor de S/390, hebben ook nog geen prijsstelling bekend gemaakt. Zowel Suse als Turbo Linux hebben nog geen prijzen afgegeven voor de distributies die zij eind dit jaar zullen uitbrengen. Commerciële distributies van Linux kosten tussen de vijftig tot honderd dollar. De kans is groot dat de prijs voor S/390 aanzienlijk hoger zal liggen. IBM en fabrikanten van mainframe-klonen betalen altijd fors voor software. De kans is klein dat commerciële distributeurs van Linux, waartoe ook Red Hat en Caldera behoren, dit geld laten liggen.