Het veilen van de UMTS-frequenties is begonnen. Rond vijf augustus krijgen de strijdende partijen hét papier uitgereikt – dé vergunning om nu echt flink geld uit te gaan geven. Voor een bedrag met negen nullen: 4 miljard gulden. Maar het is niet langer een kwestie van het bekende spierinkje en de bijbehorende kabeljauw, maar van méér kaviaar uitgooien om een zalm te vangen. De uitgestelde genadeslag voor GSM. En de gebruiker betaalt.
De eerste systemen op basis van UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) zijn straks verschrikkelijk duur – en dus klein van omvang. Maar in 2003 moet volgens de Europese Commissie in elk EG-land UMTS op kleine schaal commercieel ter beschikking zijn. Dat ‘kleine’ netje kan de prijs nog hoger maken. In Nederland krijgt elke operator straks een duplex bandbreedte van 15 MHz. Hoewel door zogenaamd frequentiehoppen de beschikbare bandbreedte efficiënt gebruikt wordt, is het duidelijk dat 1 Mbit/s meer bandbreedte vergt dan een aantal tijdslots bij GSM.
Er kunnen allerlei formules op los gelaten worden, maar voor een systeem dat uiteindelijk zo’n vijf miljoen gebruikers in Nederland moet bereiken is 15 MHz full duplex per operator te weinig. Gelukkig komt er méér in 2005, maar dat gaat de overheid natuurlijk ook veilen. Op die manier wordt bandbreedte extra duur. Dat, gekoppeld aan de vier miljard die elke operator betaalt om te mogen beginnen, zorgt ongetwijfeld voor consumentenprijzen die alleen grote bedrijven kunnen betalen. De kernvraag is dan of die bedrijven dat ook willen. Het is geen kwestie meer van het spierinkje en de kabeljauw, maar van méér kaviaar uitgooien om een zalm te vangen. Diensten waarvoor de consument veel geld over heeft, kan iedereen bedenken.
Waarde van informatie
Het probleem bij mobiele telefonie is dat het nog steeds op tikken is gebaseerd. Duidelijk is dat datatoegang eigenlijk ‘gratis’ hoort te zijn, en dat je betaalt voor reële diensten. Voor reclame-informatie hoeft de gebruiker natuurlijk helemaal niet te betalen. Wie in het buitenland de weg kwijt is en over een half uur ergens in een stad moet zijn, betaalt graag voor de juiste informatie. Zo zijn er duizend en één dingen waar men spontaan wisselende bedragen voor wil neerleggen. Maar de waarde van de informatie moet in reële guldens uitgedrukt kunnen worden. Er bestaan op dit gebied al diverse ‘gratis’ informatiemogelijkheden. Wie alleen al om te mogen wappen twintig minuten aan tikken kwijt is, kijkt wel uit tikken te betalen voor een ‘gratis’ dienst.
Nog dit jaar kunnen gebruikers met GPRS (General Packet Radio Services), 64 kbit/s duplex door de Ether stampen. Dat kan te zijner tijd oplopen (theoretisch) tot bijna een halve megabit per seconde. In de praktijk gaat men nauwelijks hoger dan 120 kbit/s. Met de gewone GSM wordt het, waarschijnlijk ook dit jaar, nog 14.400 bit/s. En dan komt Edge (Enhanced Datarates for Global Evolution). De maximumsnelheden liggen (theoretisch) ergens tussen de halve en de hele megabit per seconde. Dan zitten we overigens al in 2003. En dan moet een systeem, dat al gebaat is bij Edge, op UMTS overgaan.
De gebruiker zit er niet op te wachten. Hij heeft al een Wap-toestel, waarvan hij uiteindelijk weinig nut heeft. Binnenkort verwacht de industrie dat die wordt omgeruild voor een GPRS-toestel. Met een beetje meer doorvoersnelheid wordt het pas goed mogelijk om snel informatie te krijgen. Omdat Wap meer ruimte nodig heeft, zit het GSM-net natuurlijk ook weer voller. Wat een GPRS-gesprek gaat kosten is nog niet duidelijk. Alleen de verzonden en ontvangen bytes worden in rekening gebracht. KPN heeft voor het eind van dit jaar een tariefwijziging voorzien voor ‘wappen’ via GSM, en natuurlijk GPRS.
Eilandjes voor lokale data
Eén ding staat in de discussies als een paal boven water; de professionele wereld heeft behoefte aan snelle, liefst draadloze, dataverbindingen. Aan de operators met een dure machtiging op zak moet de bandbreedte dubbel en dwars betaald worden.
UMTS is wat dat betreft te vergelijken met ADSL MXstream van KPN via het vaste net. Maar ADSL (Asymmetric Digital Subscriber Line) blijft met een 1 Mbit-verbinding goedkoper dan UMTS ooit kan zijn. ADSL is net als UMTS een verbinding die 99,9999 procent van de tijd open staat. Voor MXstream betaalt de gebruiker een vast bedrag per maand. Voorlopig heeft het aantal bytes geen invloed op de prijs van deze ‘huurlijn’. Het ‘universele mobiele telecommunicatiesysteem’ vereist een volledig nieuwe infrastructuur en daarbij gaat het voornamelijk om de antennes. Mogelijk zijn er in de GSM-kasten wel kaarten bij te plaatsen, maar de antennes moeten op voldoende afstand van andere opgesteld worden – met een vrij spreidingsvlak.
Bovendien zitten de huidige kasten meestal al helemaal vol met kaarten en daar moeten dan nog GPRS-, EGSM- en te zijner tijd Edge-voorzieningen bij. Hoogstwaarschijnlijk moet er echt een nieuw net komen, van de antenne tot het zogenaamde basisstation. En dan gaat het nog niet eens over de BSC (base station controller) die de basisstations dirigeert. Van en naar het vaste net moet dus een volledig nieuw net komen, dat bestaat uit duurdere apparatuur en duurdere antennes, zeker in de beginjaren. UMTS moest, ondanks de andere overdrachtstechniek, een voortzetting van het GSM-net zijn. Dat wil zeggen dat de zogenaamde GSM core vanaf de BSC gebruikt moet worden. Aanvankelijk vond men bovendien dat er lokaal ‘eilandjes van datazenders’ moesten komen die UMTS-verbindingen ter beschikking kunnen stellen. Met een driebandig toestel (GSM UMTS) kan men dan pas overal bellen, en binnen het bereik van de ‘eilandjes’ behoorlijk snel data verzenden.
‘Breed’-spraak niet geregeld
Naargelang behoefte en gebruik kan de operator overgaan tot het uitbreiden van de UMTS-eilanden. De ontwerpers waren er indertijd rond de afspraken nog niet uit of er ooit landelijke dekking moest komen. De internationale telefoon unie (ITU) in Genêve ging er zelfs van uit dat dat waarschijnlijk nooit het geval zou zijn. De fabrikanten, voornamelijk Europese bedrijven, met steun van Motorola dat veel ervaring heeft met CDMA (Code Division Multiple Access), voorzagen echter dat het misschien toch ooit mogelijk was dat UMTS zo ver zou groeien dat de bandbreedte een probleem zou worden. Die fabrikanten hebben dus al een plan ontplooid tot refarming van het GSM-net.
Daarbij worden binnen het bereik van een BSC één of meer basisstations door UMTS-basisstations vervangen die weliswaar op 1800 MHz werken, maar gewoon ‘universele’ stations zijn. Dat impliceert overigens dat er spraak via het universele systeem moet kunnen lopen, maar daar zijn de heren nog niet uit. Het is eigenlijk volstrekt onzinnig om via een pakket-geschakeld netwerk, te synchroniseren spraakpakketten mee te laten lopen, maar het kan. Dat wil zeggen: het moet kunnen. Over dit ‘spraak’-gedeelte voor UMTS zijn de deskundigen het nog helemaal niet eens.
Band-verwarring
Om een beeld van de komende situatie te krijgen kunnen we ons afvragen hoe zo’n spiksplinternieuw UMTS-net er uit moet zien. Veel zaken die weinig of niets met het werkterrein van de gemiddelde operator te maken hebben, spelen daarbij een rol. Bij GSM1800 moet het zendvermogen van de mobiele telefoon gehalveerd worden. Hoe kleiner de frequentie hoe groter het zogenaamde opwarmend vermogen.
Omdat op een hogere frequentie ook andere factoren meespelen die een geringere afstand tussen zender en ontvanger nodig maken, moet er voor UMTS een nog fijnmaziger net komen. Dat maakt een landelijk net veel duurder dan het al kostbare GSM 1800-netwerk. Reken daar dan nog eens de vier miljard gulden per machtiging bij, benevens een investering van minimaal acht miljard in het totale net, dan zullen de vijf operators uiteindelijk, op de huidige basis, minimaal twaalf miljard moeten uittrekken. GSM – met alle toevoegingen – blijft zeker de eerstkomende tien jaar in de lucht. De twee grote spelers, KPN en Libertel, zijn al lang uit de kosten. De kleine drie nog lang niet. Locaties zijn op het ogenblikkelijk ondanks collocatie een extreem moeilijke, langdurige en kostbare zaak. Met zijn vijven moeten de huidige operators dus netten neerleggen met een dichtheid die de huidige netten met misschien een factor 3 overtreft. En dat terwijl zowel Libertel als KPN ook nog een machtiging hebben voor GSM1800.
Men denkt dat bij de introductie van GPRS deze netten een rol gaan spelen. Iedereen heeft ook nog machtiging voor EGSM, een aanvullend bandgebied, dat in ieder geval geïmplementeerd kan worden en dus ook nieuwe basisvoorzieningen eist. GPRS vreet bandbreedte en in extremo; als aangeslotenen de hele dag GPRS-en kan de capaciteit van het huidige net tot een kwart inkrimpen. Door allerlei technieken is de capaciteit van het huidige GSM-net nog wel wat uit te breiden, maar er is ergens een grens en KPN en Libertel hebben hun GSM1800-frequenties niet voor niets gekocht.
Beroerd bereik
Op het ogenblik heeft Nederland een GSM-zenderpark van zo’n 5000 basisstations. Vanwege de dekking, ook binnenshuis, moeten er dat zo’n 7500 worden. Dat heeft alles met kwaliteit te maken. UMTS met de vereiste landelijke (86 procent) dekking vergt minstens 10.000 basisstations extra. In eerste instantie zijn er drie keer meer UMTS-antennes binnen Amsterdam, of een andere grote stad nodig. Daarbij komt ook nog het probleem dat wanden en dergelijke een veel grotere belemmering vormen voor de UMTS-frequenties.
En dan gaat het over frequenties hoger dan 2 GHz – dus bijna op de frequentie van de magnetron en van de radar. Wie met een toestel van één van de drie nieuwe operators werkt, merkt al dat vaak in huis niet is te bellen en al helemaal niet in een warenhuis of een bedrijfspand.
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de UMTS-telefoon aan de computer gehangen kan worden, maar de toegangsverbinding wordt waarschijnlijk door Bluetooth gevormd. Dat is een minuscuul zendertje, eigenlijk een ‘draad’ van tien meter. Het mobieltje, met ook zo’n chip, kan dan rustig in de zak blijven. Wat gebeurt er nu als er een echte aansluiting op het net is? Het gebruiken van de GSM-core betekent dat de voortdurende verbindingen toch via de GSM-centrale verlopen. Maar ook die centrales kunnen in het ‘netloze’ net te zijner tijd gemakkelijk meteen het pakketgeschakelde net ingaan. Dat hangt allemaal van de operator af. Als deze beslist een zeer intelligent netbeheer-apparaat en wat onderlinge zaken te kopen, dan gaat alle verkeer zijn eigen weg.
Lobby’s en herenakkoorden
Versatel, één van de toekomstige machtiginghouders voor UMTS wil het systeem echt zien als een aanvulling op zijn bedrijven-data-markt en het zakendoen via Internet. Dat wil dus zeggen dat bedrijven een aantal UMTS-overeenkomsten in het ‘all-inn’-contract mee krijgen. In principe probeert zo’n operator het verkeer dan binnen zijn eigen net te houden. In de praktijk gaat, zeker in het begin, het UMTS-verkeer de weg van alle dataverkeer. Via het grote landelijke glasvezelnet van KPN, het zogenaamde Lambda-net. In eerste instantie misschien wel, maar ook Telfort zal er met zijn landelijk glasvezelnet waarschijnlijk niet in slagen om al het verkeer in eigen hand te houden.
De fabrikanten zijn flink aan het lobbyen geslagen. Er zijn al allerlei herenafspraakjes met de operators. Een operator die UMTS wil gaan brengen is het meest geïnteresseerd in de fabrikant die het beste zijn belangen in Den Haag lijkt te kunnen behartigen. Dat hele lobbyproces is erg interessant. Maar niemand met enige verantwoordelijkheid bij de fabrikanten wil er op ingaan. "Natuurlijk lobbyen we". Als we vragen ‘hoe dan’ dan is het antwoord: "op de gewone manier". Toen we in Cannes geweigerd werden op een bijeenkomst van relaties bij een grote GSM-fabrikant, zagen we KPN-ers en vele andere heren met een duur zaktoestel het pand verlaten. Zo bezien is lobbyen simpel.
UMTS is bepaald niet onomstreden. Veel gebruikers hebben zeker nog niet het gevoel dat zij iets willen waarvoor breedband nodig is. De GSM is een toestel waar je door praat en in toenemende mate even onnozele SMS-berichtjes mee verzendt. Beeldtelefoon is geen toepassing waar je ook maar één beller de deur voor uit krijgt. En voor het gros van de gebruikers geldt: het Web op, dat kun je thuis achter de computer beter. De consument wil als vanouds méér van hetzelfde voor minder geld. Zo’n houding geldt in het bedrijfsleven ook. Zeker met de kloof die tussen ICT en het hogere management nog steeds gaapt. Veel van de nieuwe ontwikkelingen worden afgekapt met: "wat kost het wel niet".
De communicatieve toekomst
Wie bij Ericsson is, kan van allerlei mensen binnen het bedrijf en vooral van de algemeen directeur, de geweldigste mogelijkheden van de breedbandtelefoon te horen krijgen. Het klimaat is er zonder meer creatiever, geloven we, dan bij Nokia. Het bedrijf maakt Wap-sites voor klanten van M-info (de Wap-dienst van KPN). Maar ‘wappen’ met een GSM-etje is een kostbare crime. In het verlengde daarvan komen ze met de communicatieve toekomst, waarbij iedereen in alle situaties zijn mobieltje inzet: om te betalen, om de weg te vinden, om zich te vermaken. Straks om televisie te kijken en dat soort zaken. De ideeën zullen eerst goed verkocht moeten worden vóór er ook maar één apparaat van de hand gaat.
Siemens benadert het nuchterder. Het bedrijf heeft zich inmiddels opgewerkt tot derde leverancier van mobieltjes in Europa en tot de vijfde op de wereldranglijst. De Duitsers gaan er vanuit dat je zakelijk succes niet wint met ‘luchtfietserij’. De prijs en de leverbaarheid moeten dit jaar tot een verkoop van minimaal 30 miljoen toestellen leiden. En dat betekent dat de 35-serie als een huis in de markt moet staan.
"UMTS? Wij zijn er klaar voor". Siemens heeft al mockups en prototypen van UMTS-toestellen, waarvan er één is voorzien van een elektronische fotocamera. Op het vlak van de infrastructuur is men wat terughoudender. Maar Siemens bracht bij de Etsi-discussie die tot UMTS leidde, een TD-CDMA-systeem in dat met 2 Mbit/s geschikt is voor voorzieningen op een beperkt oppervlak. Die infrastructuur kan Siemens dus leveren, en het lijkt ook of men daar de meerderheid van de handel in ziet. Het TD-CDMA-systeem ging daarvoor deel van de UMTS-norm uitmaken. De voormalige partners Alcatel en Motorola zullen die mogelijkheden dus uitbouwen. Met dien verstande dat de toestellen ook geschikt moeten zijn voor gebruik op de snelweg – waar dan ook.
Nokia is de grote, Finse, zwijger. Het bedrijf werkt hard aan het verkopen van wat men al heeft. Infrastructureel zullen de Finnen bij de voorhoede willen horen, maar de communicatie met Helsinki verloopt niet altijd even goed. Motorola communiceert helemaal niet meer, en het bedrijf heeft nog steeds grote problemen rond de kern-infrastructuur. Alcatel blijft, evenals Siemens, enthousiast over TD-CDMA. Maar net als het eigen Philips is Alcatel geen krachtig speler op de mobiele markt.
Belastingverhoging
Geen van de Nederlandse operators staat echt te dringen om zich hevig op de UMTS-markt te manifesteren. GPRS is er nog niet, dus ook geen redelijk snelle Wapdienst. De invoering van deze zaken kost gewoon veel geld. Maar ‘iedereen’ weet zeker dat mobiel breedband de toekomst heeft en dat je mee moet doen. Ben en Dutchtone hebben hun afkeuring laten blijken. Vooral de nieuwe operators hebben zeker wat geld betreft wel wat anders aan hun hoofd. Net nu ze voorlopig even voldoende antenne-sites hebben, moeten ze – om in 2003 te kunnen gaan werken – er nog eens bijna twee keer zoveel bij zoeken. Alle operators hebben geïnvesteerd in het spraakverbeteringssysteem EFR (Extended Frequency Range). Nu de meesten die gebruiken, praat niemand er nog over.
En� er moet misschien ook al geld in Edge gestoken worden. Edge was ooit een overgangssnelheid na GPRS met integratiemogelijkheid, vóórdat UMTS zou komen. Het is nu maar bevorderd tot een zogenaamd systeem van de derde generatie, naast UMTS, zodat Edge de goedkopere en iets langzamere concurrent is geworden. Voor Edge heb je geen nieuw net nodig. Het kan binnen een gemodificeerd GSM-net draaien. Maar die netten zitten al behoorlijk vol en Edge vreet ruimte.
Misschien dat er een nieuwe Edge-frequentie komt die ook weer geveild wordt. De overheid heeft daarmee een kannibalistische melkkoe gevonden. In plaats van gelden uit de winsten van de bedrijven te incasseren oogst de overheid misschien wel zo’n twintig miljard ineens. Het Centraal Plan Bureau heeft dan ook nog de moed te beweren dat een extra investering van 4 miljard gulden door de concurrentie niet op het bordje van de gebruiker komt.
De gebruiker betaalt elke cent terug van wat de overheid heeft geïnd. Het is dus gewoon een extra belasting voor gebruikers – boven op de vele belastingvormen die de consument al via de operator moet betalen. Zo bekeken lijkt de hele UMTS-veiling een manier om de belastingvereenvoudiging, via een omweg, tot een belastingverhoging te maken.
Dirk H. Ringenoldus, freelance medewerker
Woordenlijst
UMTS | Universal Mobile Telecommunications System |
GPRS | General Packet Radio Services |
CDMA | Code Division Multiple Access |
TDMA | Time Divsion Multiple Access |
TD-CDMA | een hybride vorm van beide methodieken |
WCDMA | Wideband-CDMA (UMTS) |
EDGE | Enhanced Datarates for Global Evolution |
EFR | Extended Frequency Range |