Het in kaart brengen van alle menselijke genen is uitgevoerd door een cluster Alpha computers van Compaq. Het project werd uitgevoerd door het Amerikaanse bedrijf Celera Genomics, in samenwerking met het Sanger centrum in Engeland en het Whitehead Institute van MIT.
Al het rekenwerk voor het bepalen van de volgorde van genen werd uitgevoerd op Alpha-systemen. De keus op deze systemen voor het zware rekenwerk is al in 1998 genomen na een benchmark met een testapplicatie. Op de Alpha was de applicatie na zeven uur klaar, op het andere systeem duurde dat 87 uur. Celera noch Compaq wil bekend maken van welke leverancier dit systeem was.
De onbekende leverancier was bereid zijn systemen gratis aan Celera te leveren, maar Celera koos ervoor om te betalen voor de Alpha systemen van Compaq. Tot nu toe heeft Celera ruim 50 miljoen dollar uitgegeven aan servers, software en dienstverlening van Compaq.
Snel netwerk
Voor het onderzoek aan de genenkaart gebruikte Celera 150 Compaq ES40 servers, die zijn uitgerust met Alpha processors die een verwerkingssnelheid hebben van 667MHz. De systemen die met elkaar werden verbonden via een 1Gbit Ethernet netwerk, hadden samen een verwerkingskracht van 600 gigaflops en 64GB hoofdgeheugen.
Het netwerk bevatte ook 10 oudere Alpha-servers voor werkzaamheden die zijdelings met het onderzoek te maken hadden. In totaal had het netwerk een opslagcapaciteit van 80 terabyte, die elke week met 20 GB wordt uitgebreid. De Celera Alpha machines draaiden op Tru64 (een Unix variant van Compaq) en de Truclustering software.
Het is de vraag hoe Compaq kan profiteren van zijn succes in het veelbesproken genenkaart project door meer projecten te verwerven in de markt van high-performance computing (HPC).
Miljardenmarkt
Jesse Lipcon, vice president van de Alpha-divisie van Compaq, voorspelt dat het bedrijf dit jaar zijn marktaandeel in de HPC-markt verder zal vergroten. Volgens een onderzoek van IDC had Compaq in 1999 ongeveer een vijfde deel van de HPC servermarkt die een omvang heeft van 5,6 miljard dollar. Daarmee ligt het bedrijf nog een fractie achter op marktleider HP, en net iets voor op SGI/Cray. Volgens IDC heeft IBM 16 procent marktaandeel en Sun 15 procent.
Verrassend genoeg was Compaq in 1999 marktleider (29 procent marktaandeel) in het segment van de midrange en afdelingssupercomputers die tussen de 100 duizend en 1 miljoen dollar kosten. Bij velen heeft Compaq immers altijd nog het imago van pc-leverancier, maar door de overname van Digitale en Tandem is het bedrijf nu ook sterk in zware systemen.
Lipton voorspelt dat het bedrijf dit jaar nog harder zal groeien dan de afgelopen twee jaar. De groei moet dit jaar onder andere komen van de nieuwe GS serie van EV67 servers, die bedoeld zijn voor eenvoudige HPC-applicaties. Compaq stelt ook dat de 64bits implementatie van Linux voor de Alpha dit jaar zijn vruchten gaat afwerpen. Deze implementatie is al vier jaar beschikbaar, maar pas dit jaar verwacht men fikse verkopen omdat Linux eindelijk populair wordt bij grote ondernemingen.