De Tweede Kamercommissie Onderwijs is niet overtuigd van de noodzaak intensief samen te werken met het bedrijfsleven bij Kennisnet. Tijdens het overleg dat vorige week plaatsvond tussen de commissie en minister Hermans van OCenW, bleken op de VVD na alle fracties te vrezen voor een te grote greep van het bedrijfsleven op Kennisnet. CDA-kamerlid Joop Wijn kwalificeerde de samenwerkingsplannen als organisatie van de onkunde.
Binnen twee jaar zullen zo’n drie miljoen leerlingen met dit educatieve netwerk zijn verbonden. Minister Hermans wil vanaf 2001 meer afstand nemen van Kennisnet en dit onderbrengen in een publiek-private samenwerking. Daarmee wordt het mogelijk commerciële partners in het netwerk te laten participeren.
Wijn stelde, tot zichtbare irritatie van de minister, dat deze kennelijk niet in staat is met creatieve oplossingen te komen. Op het verzoek van de commissie om te zoeken naar alternatieven wenste de minister niet in te gaan. "Ik ga niet uitzoeken wat ik niet ga doen", antwoordde de minister, die zich alleen bij monde van zijn eigen VVD-fractielid Cherribi gesteund weet.
Reclame-uitingen
Een belangrijk discussiepunt was het al dan niet toestaan van sponsoring en reclame op Kennisnet. Er bestaat al een convenant tussen ministerie, educatieve uitgevers en onderwijsveld waarin het opnemen van reclame-uitingen in leermiddelen niet worden toegestaan. Volgens het PvdA-kamerlid Barth geldt dit convenant ook voor Kennisnet dat zij ziet als een digitaal leermiddel.
Hermans probeerde de kritiek te pareren door te stellen dat het onderwijsveld de komende tijd zelf moet bepalen wat volgens hen wel en niet moet worden toegestaan op Kennisnet. Overigens gaf hij zelf aan ook niet te zitten wachten op digitale economielessen waarbij in ‘one click’ een rekening moet worden geopend bij een bank.
Beauty contest
Op nadrukkelijke vragen van het Groenlinks-kamerlid Rabbae gaf Hermans te kennen dat hij het bedrijfsleven niet specifiek nodig heeft voor de financiering. Het gaat hem vooral om de mogelijkheid de dynamische ontwikkelingen op ICT-gebied te kunnen volgen. Niet elk bedrijf is welkom. Er zullen profielen worden geformuleerd en, zoals de minister het formuleerde, selectie vindt plaats op basis van een soort beauty contest.
Wijn stelt echter dat het bedrijfsleven als het wil nu al zonder problemen zijn diensten via Kennisnet kan aanbieden; daarvoor hoeft men geen aandeel in het netwerk te hebben. Wijn vond het onbegrijpelijk dat nog steeds het onderscheid infrastructuur en contentlevering niet wordt gemaakt.
Enkele kamerleden gaven aan dat Kennisnet met name interessant is als marketing-instrument. Maar daarin schuilt ook het gevaar van manipulatie en bestaat het risico dat de privacy van de gebruikers ondergeschikt wordt aan de educatieve doelen. Men verbaasde zich erover dat het geld voor veel projecten niet is uitgegeven. Sommige projecten kennen een zogenoemde onderuitputting van wel 50 procent.
Verbolgen
D66-kamerlid Lambrechts toonde zich zeer verbolgen over het feit dat vijf maanden geleden bij de voortgangsbeslissing rond Kennisnet de noodzaak het bedrijfsleven te betrekken bij bestuur en beheer ervan niet werden genoemd. Een meerderheid van de kamercommissie zal de voorstellen van de minister daarom plenair aan de orde stellen.