Internet-aanbieders handelen vaak in strijd met de wet bij de bescherming van persoonsgegevens. Dit blijkt uit het onderzoek van de Registratiekamer dat in opdracht van de Consumentenbond is uitgevoerd.
De Nlip, branche-organisatie van isp’s (internet service providers), geeft in een eerste reactie toe dat er nog veel te verbeteren valt. Zij kaatst echter de bal terug naar de overheid door te stellen dat de Nlip-leden niet de blaam treft die de Registratiekamer opwerpt.
Het rapport Klant in het web borduurt voort op de bezorgdheid over persoonsbescherming die de Rekenkamer al neerlegde in zijn jaarverslag over 1999. Het orgaan heeft zestig Internetdienstverleners onderzocht en komt tot de conclusie dat "de bescherming van de persoonsgegevens door providers bij het gebruik van Internet in aanzienlijke mate tekortschiet".
Voor de Consumentenbond is de studie aanleiding om van Internetaanbieders te eisen dat zij binnen drie maanden iedere individuele klant melden hoe zij omgaan met persoonsgegevens en alsnog expliciet toestemming vragen om die data te mogen gebruiken. Tegenwoordig is die instemming vaak impliciet opgenomen in de ‘kleine lettertjes’ van het contract. Vanaf 1 oktober gaat de bond een zwarte lijst publiceren van isp’s die niet aan de privacy-eis voldoen. Per 1 januari 2001 – als de Europese regelgeving in een Nederlandse wet is omgezet – kan de overheid tevens boetes opleggen.
Verheugd
De Nlip, die met zijn leden ruim driekwart van de markt vertegenwoordigt, is blij dat de studie is gedaan, maar betreurt het dat geen onderscheid is gemaakt naar leden en niet-leden. De opmerking van de Registratiekamer dat het bewaren van klant- en verkeersgegevens onnodig en dus onrechtmatig is, verwerpt zij. De branche-organisatie wijst erop dat wetgeving aangaande privacy en telecommunicatie inderdaad voorschrijft dergelijke gegevens niet langer te bewaren dan nodig, maar dat tegelijkertijd de wet computercriminaliteit impliciet eist dat dergelijke klantgegevens wel worden bewaard. Deze discrepantie heeft de Nlip al vaker aangekaart bij de overheid.
Ewald van Kouwen, woordvoerder van de Consumentenbond, vindt de reactie van Nlip overtrokken en vraagt zich af waar zij zich op baseert. "Hoe kun je zeggen dat je geen blaam treft als je niet weet welke isp’s zijn onderzocht? Want het rapport meldt geen namen." Hij wil met de Nlip en andere betrokkenen rond de tafel gaan zitten om tot een goede regelgeving en naleving daarvan te komen. MS