De toenemende invloed van IT leidt niet tot arbeidstijdverkorting. Anders dan verwacht heeft de intrede van IT juist geleid tot nieuwe vormen van dienstverlening, kennisverwerking en communicatie, en dat vraagt extra vaardigheden van personeel. Dit zegt Paul de Beer, onderzoeker arbeid en sociale zekerheid van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Op initiatief van de faculteit Beleidswetenschappen van de universiteit Nijmegen boog De Beer zich met collega’s van het Centraal Economisch Planbureau (CEP) over de nieuwe economie. Vorige week gaven de twee bureaus hun visie.
Beide sprekers temperen het enthousiasme dat de pleitbezorgers van de nieuwe economie kenmerkt. IT leidde de afgelopen dertig jaar niet tot nieuwe economische wetten, ziet professor George Gelauff, hoofd van de afdeling Institutionele Analyse bij het Centraal Economisch Planbureau. Het inzetten van business-to-business vindt hij een normale gang van zaken bij bedrijven die steeds zoeken naar de meest optimale productiemethoden. Bedrijven verbeteren met IT de aansluiting van vraag en aanbod. Dat maakt de economie minder gevoelig, zodat de dalen minder diep en minder lang worden. "Een magische verandering is dat niet." Hij wil IT hiermee niet onbelangrijk maken. Integendeel, hij wenst juist meer ruimte voor experimenten met de toepassing ervan en benadrukt hierom het belang van scholing. "Een leven lang leren is echt geen hype."
Vrijetijdssamenleving
De veranderingen gaan minder snel dan de verkopers van de nieuwe economie ons willen doen geloven, voegt Paul de Beer toe. Het gebruik is over alle delen van de bevolking verspreid, toch leidde de massale toepassing van computers niet tot grote sociale veranderingen. "Tenslotte is ook de voorspelling van een vrijetijdssamenleving niet uitgekomen."
ICT maakt lager geschoold werk overbodig en vraagt om hoger geschoold personeel, stelt De Beer. Dankzij IT is het werk voor caissières eenvoudiger geworden, illustreert hij. Tegelijkertijd hebben caissières tegenwoordig een hogere opleiding dan vroeger. "Ze moeten meer aandacht besteden aan de klant of worden ingezet bij voorraadbeheer."
Hier maakt De Beer een opmerkelijke kanttekening. Stijgt de toestroom naar het hoger onderwijs, dan daalt het belang ervan "Er komen teveel domme academici", vat de onderzoeker samen. De waarde van feitenkennis daalt ook omdat het steeds meer in computersystemen is op te zoeken. "Dus worden sociale en communicatieve vaardigheden belangrijker", veronderstelt De Beer. "Dat leer je niet op school, maar hoofdzakelijk thuis." Zijn hypothese is dat daarmee de waarde van sociale herkomst weer in opmars komt. De nieuwe economie maakt "het tijd de oude Marx te herlezen."