Hoewel het voorjaar is, worden de dagen in Silicon Valley steeds korter. "We leven op Internettijd" is hier een veel gehoorde uitspraak. Nu is het al jaren zo, dat de ene technologische vondst over de andere buitelt.
Afwisselend vanaf de westkust en de oostkust van de Verenigde Staten besteden onze correspondenten Charles Groenhuijsen (vanuit zijn standplaats Washington DC) en Caroline Beijer (uit Silicon Valley) aandacht aan nieuwe trends in de ICT. East Coast – West Coast, uw ogen en oren in het land van de Onbegrensde Mogelijkheden. |
De ‘Wet van Moore’: het aantal transistoren op een chip verdubbelt elke achttien maanden, mag bekend verondersteld worden. Dit is geen natuurkundige wet, gebaseerd op een theorie, maar een bespiegeling van Gordon Moore, één van de oprichters van Intel, stammend uit 1965. Deze ‘wet’ is een ‘self-fulfilling’ profetie geworden: chipsfabrikanten weten dat ze volgens de ‘Moore-lijn’ moeten opereren om concurrerend te blijven en dus leveren ze de noodzakelijke inspanningen om dat te kunnen realiseren (het ‘anticipate & commit’ principe). Maar het zijn niet alleen de chips: de opslagcapaciteit van harde schijven verdubbelt binnen de achttien maanden, evenals de transportcapaciteit van optische vezels.
Er lijkt zich inderdaad nu ook een ‘wet van de Internettijd’ aan te dienen: de tijd holt steeds sneller voort. Waar je als startend bedrijf vroeger – dat wil zeggen enkele jaren geleden – nog achttien maanden over mocht doen, dat moet nu binnen twaalf maanden geklaard zijn. Dit geldt met name voor de starters in de e-handel. Er zijn meer verschillen tussen de oude en de nieuwe economie, maar een belangrijke is de lagere drempel, die het betreden van de markt makkelijker maakt. Iedere jongen of elk meisje met een leuk idee (overal in overvloed aanwezig) en een excellent managementteam (overal schaars) kan financiering krijgen (momenteel in overvloed beschikbaar). Wat nu telt is: wie is de eerste, wie pakt de ‘mindshare‘, wie heeft door wat er nu speelt. Het is de snelheid van ontwikkeling die het verschil uitmaakt. Dat geldt niet alleen voor de starters. Grote, gevestigde bedrijven willen absoluut niet voor log aangezien worden. Het afgelopen jaar waren ‘nimble’ en ‘agile’ de meest gehoorde kreten in de toespraken van de bazen van Intel, Microsoft en Cisco: we moesten vooral weten dat zij wendbaar en lenig op mogelijkheden zouden inspelen. Hewlett-Packard noemde niet voor niets zijn nieuwe afsplitsing ‘Agilent’.
De Amerikaanse zakencultuur was altijd al meer gericht op snel aanpakken in plaats van eerst studeren en lang nadenken. In deze tijd van supersnelle veranderingen lijkt dat een groot voordeel. De schifting valt tussen snelle doeners en bedachtzame kat-uit-de-boom-kijkers ("laten we eerst opdracht geven voor een haalbaarheidsstudie, dan kunnen we daarna nog een vervolgstudie uit laten voeren"; de ’tut-tut, niet zo snel’-mentaliteit). Nu geldt: alle winnaars zijn snel, en alle sufferds verliezen. Maar het omgekeerde geldt niet: lang niet alle snelheidsmaniakken worden winnaars. Marktomstandigheden en technologieën veranderen zo snel, dat het bedrijfsplan gaande de rit voortdurend bijgesteld moet worden. Vele racers vliegen hierbij uit de bocht. Om succesvol te zijn moet de starter zich volledig kunnen concentreren op de essentie van het bedrijf. Om de metafoor door te trekken: beide handen aan het stuur en het gaspedaal helemaal ingetrapt.
Tot voor kort waren er in Silicon Valley en nabije omgeving opvallend weinig incubators. Er hing een problematisch luchtje aan het idee van zo’n broedplaats. Zoals een echte starter ook geen overheidssubsidie aanvraagt: daar heeft ‘ie geen tijd voor en geld is niet het probleem. Bijna alle 600+ ‘broedstoven’ in Amerika zijn non-profit organisaties die in een probleemwijk nieuwe kansen willen creëren, of zijn opgezet door universiteiten. Zo waren er in Silicon Valley pogingen van lokale overheden om de problematische binnensteden van San José en Oakland op te peppen. Maar een ‘echte’ starter wilde niet in een incubator en bovendien is Silicon Valley een soort gigantische ‘incubator zonder muren’.
Onder druk van de Internettijd is ook dit aan het veranderen. De ene na de andere ‘bedrijfsversneller’ opent in Silicon Valley, maar ook elders in Amerika z’n deuren: gespecialiseerde, commerciële dienstverleners, die starters assisteren om zo snel én zo strategisch mogelijk hun product te lanceren. Ze richten zich op een thema en hebben een durfkapitaalfonds van enkele honderden miljoenen guldens tot hun beschikking. Deze ‘bedrijfsversnellers’ worden veelal opgezet door jonge Internet-multimiljonairs, met hun ‘been there, done that‘-ervaring, maar ook durfkapitaalfirma’s begeven zich nu op dit pad. In ruil voor de ‘versnellings’-diensten moet de starter wel een gedeelte van z’n aandelen afstaan. Maar de redenering is dat ‘wie ’t eerst komt, ’t eerst maalt‘, zal resulteren in een groot marktaandeel, zodat de oprichters van de startup uiteindelijk een kleinere punt van een hele grote taart bezitten, in plaats van een groot stuk van een klein taartje. In de Internet-economie lijkt immers als regel te gelden, dat de winnaar alles krijgt.
Eind vorig jaar hebben verschillende bedrijfsversnellers in San Francisco hun deuren geopend. Venture Frogs Incubator is opgezet door twee oprichters van Link Exchange, dat voor bijna 600 miljoen gulden door Microsoft werd opgekocht. De oprichters, nu 26 jaar, beheren een investeringsfonds van 60 miljoen gulden. Ze hebben hun pand in San Francisco volledig ingericht voor Internet-starters, die meteen achter een computer kunnen gaan zitten. Een andere Internetmiljonair, Steve Perlman is nu bezig aan zijn derde startup, Rearden Steel. Hij was een van de oprichters van WebTV, waarvoor Microsoft meer dan 1,1 miljard gulden betaalde. Starters op het gebied van filmontwikkeling of videospelletjes kunnen direct aan de slag in zijn studio, die is uitgerust met alle laatste snufjes op het gebied van 2D, 3D en Internet ‘content’ productiefaciliteiten. Voor de starters in de e-handel is er Campsix, uit de koker van oprichters van Adauction. Campsix heeft 35 mensen paraat om te assisteren bij het regelen van financiering, marketing, IT-ondersteuning, engineering, juridisch advies en rekrutering – in ruil voor aandelen. En onlangs is Startups.com in Silicon Valley van start gegaan. Dit is een virtuele incubator, die allerhande kant-en-klare assistentie verleent, om de aanloopperiode van starters van zes naar twee maanden terug te brengen.
Deze nieuwe Interneteconomie is niet alleen snel maar ook bij uitstek internationaal. Wie in Nederland wil meedoen, zal moeten wedijveren met het tempo van Silicon Valley. Dat Amsterdam nu ook een ‘bedrijfsversneller’ heeft, het Gorillapark van Jeroen Mol, is in ieder geval een goed begin.