Kabelbedrijven worden over twee jaar gedwongen concurrerende Internet-aanbieders toe te laten op hun netwerken. Dat heeft het kabinet afgelopen vrijdag besloten. Hiermee is tegemoetgekomen aan de wens van de Tweede Kamer, die misbruik van monopolies door de kabelbedrijven vreest.
Het besluit is een nederlaag voor de VVD, die wilde vasthouden aan het eerdere kabinetsvoornemen om kabelaars hun miljardeninvesteringen te laten terugverdienen, en pas concurrentie toe te laten als er sprake was van misbruik van de monopoliepositie. De angst om technologisch achterop te raken was voor VVD-minister Jorritsma (EZ) ook een reden om de kabelaars de hand boven het hoofd te houden, zo zei ze vorige week nog. Nu is zij echter mede-ondertekenaar van een brief van PvdA-Staatssecretaris Van der Ploeg (Cultuur) aan de kamer die stelt ‘niet voortdurend ten gunste van kabelexploitanten achter de feiten aan te willen lopen’.
UPC heeft in een reactie laten weten geen andere Internet-aanbieder op zijn kabelnet toe te laten dan de eigen dochter Chello. "We laten geen andere partijen ronddarren op ons netwerk", stelde UPC-topman Mark Schneider vrijdag na afloop van de algemene vergadering van aandeelhouders. Hij stelt dat het technisch nog niet mogelijk is derden tot het kabelnet toe te laten. Chello blijft daarom wat Schneider betreft de enige Internet-aanbieder op het UPC-kabelnet.
Bij UPC was onzekerheid over het kabinetsstandpunt een van de redenen om de beursgang van Internet-dochter Chello uit te stellen. Directeur De Goede van Casema dreigde vorige week zijn investeringsprogramma te vertragen als hij zijn netwerk moet openstellen.