De Tweede Kamer kan zich niet vinden in de Kabelnota van het kabinet. Zowel regeringspartijen als oppositie noemen de nota ’teleurstellend’. Er wordt geen haast gemaakt met digitalisering van de samenleving en het biedt geen keuzevrijheid aan de consument.
Tijdens het debat werd duidelijk dat de gestelde voorwaarden om derden toegang te geven tot de kabel voor een aantal politieke partijen niet ver genoeg gaan. VVD en D66 willen dat over twee jaar aanbieders van Internet vrijelijk kunnen beschikken over doorgifte via de kabel. CDA en Groenlinks zijn zelfs tegen een overgangsperiode en vinden dat de kabelaars per direct hun infrastructuren open moeten stellen voor derden. Het voorstel van de twee regeringspartijen kan rekenen op een kamermeerderheid.
Deze ontwikkeling is een streep door de rekening voor Vecai, de organisatie waarin de kabelaars zich verenigd hebben. Het gevolg is dat providers die nu Internet via de kabel aanbieden, veel minder lang op exclusiviteit kunnen rekenen. D66 en VVD stellen dat de kabelsector binnen twee jaar hun investeringen kunnen terugverdienen. Dit wordt door de Vecai tegengesproken. Ook staatssecretaris Rick van der Ploeg en minister Annemarie Jorritsma voelen niets voor een overgangsperiode. Zij vinden dat de kabelbedrijven de ruimte moeten hebben om ervoor te zorgen dat zij de concurrentie met de telecomsector aankunnen. HB