Even stond ze weer in de spotlights: Nina Brink. Enkele grote landelijke dagbladen hadden haar de afgelopen week voor een ‘exclusief’ interview weten te strikken. De centrale boodschap uit deze interviews is duidelijk: het fiasco waar de beursgang van Worldonline op uitliep, was niet aan haar toe te schrijven, maar aan haar adviseurs. Om de beursgang door te laten gaan, nam ze zelfs het advies over om vele miljoenen gulden te laten lopen.
Terugkijkend op de affaire is het me nog het meeste opgevallen hoe Roel Pieper in een ingezonden brief in Het Financieele Dagblad mevrouw Brink genadeloos de wind van voren gaf. Door haar handelen schoffelt ze het hele investeringsklimaat in Nederland onderuit, zo was zijn stelling. Strengere regels moeten voorkomen dat internationale investeerders Nederland mijden als de pest, omdat we er bij de beursgang van (IT)-bedrijven een potje van maken. Pieper wilde strengere regels, vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten. Dit, én een goed businessplan, moeten ervoor zorgen dat Nederlandse bedrijven aantrekkelijk blijven voor buitenlandse geldschieters.
Is het in Amerika dan allemaal koek en ei? Nou nee, ontdekte beursautoriteit (SEC) onlangs. Wat blijkt? 20 Procent van de gevallen van frauduleuze of verdachte financiële verslaglegging betreft een IT-bedrijf. De IT-sector geldt daarmee als de meest dubieuze sector in dit opzicht. En daar houden ze niet van in Amerika.
De financiële wereld is grillig. Op de beurs zijn de helden van vandaag de verliezers van morgen. Beursgenoteerde IT-ondernemingen doen er goed aan zich de komende tijd uitermate correct te gedragen. Alleen dan zullen externe financiers de portemonnee wijd open houden.