Vorige week bracht Unisys-directeur Larry Weinbach een bliksembezoek aan Nederland. Na een ingrijpende reorganisatie en het verbeteren van de financiële situatie is zijn belangrijkste taak nu de medewerkers te motiveren. Unisys is nog teveel naar binnen gericht.
Dom is dom, stom is voor altijd", hield Larry Weinbach zijn Nederlandse personeelsleden vorige week voor. Hij verwees naar het voorlopig stopzetten van de Unisys-universiteit, omdat de verantwoordelijke managers het beschikbare budget van 50 miljoen dollar met 40 procent hebben overschreden, tot 72 miljoen. "Hun enthousiasme stond het gezond verstand in de weg." Toch is het project niet van de baan.
Weinbach ziet het veranderen van de interne cultuur namelijk als zijn belangrijkste opgave als voorzitter van de raad van bestuur. Nu Unisys zich profileert als dienstverlener behoort kennis van geschoolde medewerkers tot de belangrijkste activa. Van de 35.000 medewerkers houden 25.000 mensen zich bezig met dienstverlening. Daarom heeft Weinbach de Unisys-university in het leven geroepen, en loon naar prestatie ingesteld. Dienstjaren bepalen niet langer de hoogte van de beloning. Weinbach claimt, na afloop van de personeelsbijeenkomst in een gesprek met Computable, met de maatregelen voor zijn personeelsleden het verloop te hebben gereduceerd tot minder dan 10 procent.
Langzame groei
Zijn probleem is dat de omzetgroei ook lager is dan 10 procent: in 1999 bedroeg de omzet 7,5 miljard dollar, een stijging van 4 procent ten opzichte van de 7,2 miljard dollar van 1998. Weinbach wijt dit aan de terughoudende investeringen rond 2000. Unisys is hierdoor volgens Weinbach extra zwaar getroffen doordat de belangrijkste sectoren waar het bedrijf actief is, de banken en de openbare sector, hun investeringen in IT eind vorig jaar hebben stopgezet.
Weinbach verwacht dat de omzet in de tweede helft van dit jaar de totale omzet meer dan 10 procent zal groeien. Die groei moet vooral komen uit de dienstverlening, die nu 70 procent van de omzet vormt. De aard van die dienstverlening zorgt er tegelijk voor dat de groei langzaam verloopt. Waar bij een hardwareverkoop direct een bedrag kan worden bijgeboekt, worden de inkomsten uit servicecontracten over een langere periode bijgeschreven op de balans.
Vanwege het moeizame financiële herstel van Unisys duiken steeds vaker de namen van mogelijke kopers op. Vooral telecombedrijven, de sector waar Unisys het snelst groeit, lijken in aanmerking te komen. MCI Worldcom en Deutsche Telekom zijn twee kapitaalkrachtige potentiële kopers. Gevraagd naar een mogelijke overname maakt Weinbach zich er eerst met een grapje vanaf: "Wij zijn niet van plan Deutsche Telekom over te nemen."
Maar Unisys is niet bij voorbaat gekant tegen een overnamebod. "De raad van bestuur heeft tegenover de aandeelhouders de plicht ieder bod serieus onder de loep te nemen. Bovendien is 70 procent van het bedrijf in handen van grote institutionele aandeelhouders. Ik wil hierbij wel aantekenen dat een overname altijd vriendelijk moet zijn, omdat het belangrijkste kapitaal bij een servicebedrijf zit in het personeel."
Cultuuromslag
Personeel vormt ook een aanzienlijke kostenpost. bijvoorbeeld bij de zogeheten core maintenance, het onderhoud van de oude Unisys-systemen. De omvang van die markt daalt met 6 procent per jaar. Om de bestaande klanten van die systemen te kunnen blijven bedienen, heeft Unisys wereldwijd servicemedewerkers zitten. Bij snel afnemende opbrengsten blijven de personeelskosten dus gelijk.
Weinbach heeft een voorlopige oplossing gevonden in contracten voor onderhoudswerk aan de apparatuur van partijen als Dell, Gateway, Lexmark en Toshiba. Maar de marge op onderhoud aan die apparatuur is laag. "We gaan ook niet speciaal voor de lage marge. We hebben die mensen daar nu eenmaal zitten, en om onze legacy-sytemen te onderhouden moet dat ook. We verhogen nu hun productiviteit, en door het aanvullende werk vergroten we ons klantenbestand."
En op dat laatste moet het personeel zich meer richten. Volgens Weinbach werken er veel hooggekwalificeerde mensen bij Unisys, maar is de organisatie teveel in zichzelf gekeerd. Hij wil daarom een cultuuromslag bewerkstelligen, om een agressief bedrijf te krijgen met een mensen die zich gedragen als ‘winnaar’. Het Nederlandse personeel van Unisys lijkt de boodschap te hebben begrepen. Aan het eind van de sessie in Amsterdam neemt Larry Weinbach nog een keer de kernpunten van zijn betoog door. De zaal mompelt ze alle drie mee: growth, focus and culture. Nu de agressie nog. Weinbach neemt de verkopers van EMC, die bekend staan als uitermate agressief, als voorbeeld: "Zo moeten wij ook worden."