Investeren in ICT in het onderwijs is een van de middelen om de digitale tweedeling in de samenleving te bestrijden. Dit zegt minister Loek Hermans van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De minister neemt daarmee stelling tegen het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau, waarin het begin deze maand vraagtekens plaatste bij de investeringen in ICT-onderwijs.
In een reactie op het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau schrijft de minister in Computable deze week dat de verandering van het onderwijs niet beargumenteerd moet worden "vanuit het zich al dan niet voordoen van een tweedeling". Het onderwijs moet de "nieuwe wereldburger" de juiste vaardigheden meegeven, licht de minister in een interview toe. Volgens Hermans vormt de kenniseconomie een drijvende kracht achter de economische groei. De toekomstige kenniswerkers moeten op school dan ook de onontbeerlijk ervaring opdoen met ICT.
Ligt het aan de minister, dan strekt de verantwoordelijkheid van het ministerie zich uit over meer dan alleen de levensjaren tussen 4 en 22. "Je kunt tegenwoordig niet meer vooruit met alleen een diploma." Hermans wil dan ook mogelijkheden scheppen voor een leven lang leren. Het voortdurend op peil houden van kennis wordt een essentieel onderdeel van de nieuwste plannen die het kabinet in september bij de begroting zal presenteren, belooft de minister.
Hermans wil zorgen dat werknemers en anderen op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen. Hij ziet een palet aan mogelijkheden. Een deel van het salaris kan via een fonds worden gebruikt voor bijscholing of omscholing. Cursussen worden als het aan hem ligt in toenemende mate aangeboden via computernetwerken. "Of een school sluit een onderwijscontract af met bedrijven."
Rol bedrijfsleven
Hermans ziet een belangrijke rol weggelegd voor het bedrijfsleven. Die bepalen wat hem betreft niet alleen voor hun eigen werknemers de vorm het toekomstig onderwijs. Zo maakte de minister vorige week in een brief aan de Tweede Kamer bekend het bedrijfsleven meer te willen betrekken bij kennisnet. Hij is zeer enthousiast over de resultaten van dit breedbandcomputernetwerk voor het onderwijs. Er zijn volgens hem nu drie miljoen gebruikers op aangesloten. "Het maakte een enorme ontwikkeling door."
De minister wil van de private sector steun bij het inrichten van het bestaande onderwijs. De publiek-private samenwerking kan het onderwijs verbeteren, meent de minister. De adoptie door IT-bedrijf Cisco van het informatica-onderwijs op een Amsterdamse school vindt Hermans een interessant initiatief.
De onderwijsminister zal ervoor zorgen dat de school verantwoordelijk blijft voor de lessen. "Bemoeit Cisco zich met de inhoud, dan houdt het op." Welk bedrijven als eerste ingaan op de geboden kansen, daar maakt de minister zich nu nog geen zorgen over. De bewindvoerder zal niet ingrijpen als Microsoft aanbiedt voor alle scholen Windows 2000 te leveren: "Maar de scholen kunnen uiteraard Linux gebruiken, als ze dat liever willen."
Zichtbaarheid
Hermans zegt wel te gaan onderzoeken op welke manier de bedrijven hun bijdrage kunnen geven zonder dat ze een te grote zichtbaarheid verlangen. Hij verwacht een commerciële houding en als gevolg ook meer reclame in de scholen: "Anders is er bij de bedrijven geen interesse." Sponsoring is van alle tijden, zegt de minister meteen. "Op mijn potlood stond vroeger Bruynzeel. Je moet er niet schrikachtig over zijn." Hij ziet het juist als een voordeel; scholieren leren omgaan met de vele commerciële uitingen. "Anders mag het op school niet, maar zitten ze er thuis, boem, 300 procent middenin."
Tegelijkertijd verlangt de minister daden van de kant van het onderwijs; ze mogen van hem niet wachten tot het netwerk klaar is. "Dan blijven ze voor altijd werken met 386-ers." De scholen hebben meer keus dan vroeger. De onderwijsminister verwacht dat leraren geholpen worden doordat deskundigen zelf cursussen zullen samenstellen en gaan aanbieden. "Gemeenschappen en specialistennetwerken maken het bijeengaren van leerstof makkelijker dan de weg via kostbare boeken."
Scholen moeten deze groeiende kennis wegen. "Iedere denominatie zal zelf zijn filters moeten ontwikkelen", meent Hermans. Hij wil dat de scholen geregeld aan de onderwijsinspectie rapporteren, om zo de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. Hermans verwacht hier snelle ontwikkelingen. "Op Internet zijn al meer dan een miljard sites. Scholen zullen daar hun eigen pakketten mee moeten samenstellen."