Intel heeft vorige week de specificaties voor zijn aanstaande 64-bit processor Itanium op zijn website gepubliceerd. Software-ontwikkelaars kunnen hiermee eigen compilers schrijven die hun applicaties zo efficiënt mogelijk laten draaien op de nieuwe chiparchitectuur. Tot voor kort verstrekte de processorfabrikant dergelijke informatie alleen na het tekenen van strikte geheimhoudingsverklaringen.
Het vrijgeven van deze uitgebreide informatie is vooral bedoeld om een gunstiger imago te verkrijgen bij de ‘open source’-gemeenschap. Intel hoopt dat dit het ontwikkelen van 64-bit software voortstuwt. "Het belangrijkste gegeven is dat de software-industrie zich met hoge snelheid voortbeweegt. Dit moet de Linux-wereld een enorme motivatie geven", aldus een Intel-woordvoerder. Het bedrijf ziet Linux als een bruikbaar besturingssysteem voor bedrijfskritische toepassingen.
Applicatiegebrek
Critici beweren echter dat Intel de gegevens vrijgeeft omdat er tot op heden te weinig applicaties geschikt zijn gemaakt voor zijn 64-bit processorplatform (IA-64). Huidige software voor 32-bit x86-compatibele chips (IA-32) draait weliswaar op IA-64, maar dat gebeurt in een soort emulatie-omgeving, waardoor het prestatieniveau tegenvalt. De ontwikkeling van IA-64 heeft namelijk al een vertraging van bijna drie jaar opgelopen.
Bovendien kan bestaande x86-programmatuur geen gebruik maken van de geavanceerde mogelijkheden van de Itanium, zoals parallelle verwerking van instructies en het voorspellend uitvoeren van die opdrachten. Het zijn juist die eigenschappen waarmee Intel verder wil doordringen in de lucratieve markt voor zware, bedrijfskritische servers.
Compilatie
Het online-gepubliceerde document, de Itanium Processor Micro-architecture Reference, bevat onder meer details over de parallelle architectuur van de processor en hoe die chip gegevens in het systeemgeheugen beheert. Deze informatie is nodig voor het maken van compilers waar deze nieuwe generatie Intel-chips op steunt.
"Het prestatieniveau van Itanium is afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte compiler", zegt analist Keith Diefendorff van marktbureau Microprocessor Report. "Bij huidige processors is dat niet het geval." Hij meent dat de nu vrijgegeven informatie het aanzienlijk makkelijker maakt voor onafhankelijke softwareleveranciers, waaronder ook ‘open source’-ontwikkelaars, om goede compilers voor Itanium te maken.
De reden dat compilers van cruciaal belang zijn voor Itanium is het feit dat deze gebruik maakt van geavanceerde voorspellingsmogelijkheden in het uitvoeren van meerdere mogelijke instructie-aftakkingen in de code van programmatuur. De compiler zoekt en specificeert het parallellisme in de software, zodat de hardware dat niet dynamisch hoeft te vinden (de huidige Pentium II en III gebruiken wel ‘dynamic execution’). Indien een IA-64 chip hardwarematig naar parallellisme in instructies zou zoeken, levert dat teveel vertraging op in de uitvoering van de code. Bovendien zou de hierdoor benodigde complexiteit in de hardware een verhoging van de kloksnelheid belemmeren.
Middels fondsen en marketing lokt Intel software- en compilerontwikkelaars naar zijn aanstaande 64-bit platform. Het bedrijf richtte dan ook vorig jaar – samen met IA-64-partners Silicon Graphics, Compaq, Dell, Hewlett-Packard en NEC – een speciaal investeringsfonds voor 64-bit software-ontwikkeling op. Dat promotiefonds heeft een kas van 250 miljoen dollar, waarvan 100 miljoen afkomstig is van de chipfabrikant zelf. Behalve HP, IBM, Sun, SGI, Cygnys Solutions, Metaware en Portable Compilers uit het Schotse Edinburgh, werkt ook Intel aan een eigen Merced-compiler.
Schijn
De Itanium moet in de tweede helft van dit jaar uitkomen en draait dan naar verluidt op een kloksnelheid van 800 MHz. Dat oogt nogal schraal vergeleken met de 1 GHz die de huidige 32-bit Pentium III-processors van Intel – en de 32-bit Athlon-chips van concurrent AMD – halen. Dat is echter slechts schijn. De kloksnelheid is immers niet het belangrijkste element wanneer het gaat om het algehele prestatieniveau van een processor.
Krachtige Risc-processors (reduced instruction set computing) van computerfabrikanten als IBM, Sun, Hewlett-Packard, Compaq (Digital), Apple (Motorola) en SGI (Mips) draaien op minder hoge snelheden, maar kunnen meer instructies tegelijk uitvoeren. Daarnaast zijn veel van deze processors reeds 64-bit waardoor zij per keer meer data kunnen behappen. Hierdoor halen Risc-chips een hoger prestatieniveau dan processors op basis van Cisc (complex instruction set computing), zoals die van Intel.
Experts zijn het er al geruime tijd over eens dat Cisc de grenzen van de rek zo langzamerhand bereikt. Intel zag dat jaren geleden ook in en ontwikkelde samen met Hewlett-Packard de Epic-architectuur (explicitly parallel instructionset computing). Dat vormt de basis voor de door Intel ontworpen eerste IA-64-processor, Itanium.
Toch traag
Analisten menen dat de toepassing van Intels 64-bit chip de komende jaren beperkt blijft tot servers. De acceptatie komt in dat marktsegment toch traag op gang, aangezien het geheel nieuwe technologie betreft die nog niet is beproefd. Zowel systeemfabrikanten als gebruikers zullen dus de kat uit de boom kijken. "Itanium is het best op zijn plek in de markt voor ondernemingsbrede systemen. Dat segment is conservatief en beweegt langzaam", voorspelde analist Michael Slater van onderzoeksbureau Microdesign Resources vorig jaar al. Intel gaat de introductie van de IA-64-systemen stimuleren door zelf kale Itanium-servers te verkopen.