Bij de beursgang van een Internetbedrijf wordt meestal champagne geschonken, maar inmiddels lijkt het voor beleggers in Internetfondsen wel elke dag nieuwjaarsdag. Elke dag een kater en elke dag een koersverloop dat je het gevoel geeft naar het schansspringen in Garmisch-Partenkirchen te kijken: steil omlaag en als je denkt dat de grond eindelijk bereikt is, gaat de vlucht nog meters verder naar beneden.
Groot verschil met het echte schansspringen is dat betrokkenen in dit geval onaangenaam verrast lijken te zijn over de neerwaartse richting van de afdaling. Dat was niet de bedoeling, en al helemaal niet zo steil! We gingen toch zo snel mogelijk gratis omhoog, en dan op de top genieten van de rijkdom en het succes? De werkelijkheid is anders. Internetfondsen leverden in april tientallen procenten in. De kranten spraken van een bloedbad. De president van De Nederlandsche Bank, Nout Wellink, liet vanuit de Verenigde Staten weten gelukkig te zijn met deze gezonde correctie. Dat zegt genoeg.
De arme belegger doorloopt na dergelijke teleurstellende ervaringen de gebruikelijke fasen in het verwerkingsproces. Neem het geval World Online. Na ontkenning ("Wij staan vierkant achter mevrouw Brink") kwamen valse hoop ("Volgende week stijgt de koers wel weer") en verzet ("We slepen haar voor de rechter"). Uiteindelijk volgt acceptatie en herneemt het leven zijn normale loop. Maar zover is het nog niet.
In het geval van World Online zijn alle pijlen op dit moment nog gericht op de persoon Nina Brink. Eerst op handen gedragen, maar inmiddels volledig verantwoordelijk gesteld voor het debacle. Boze beleggers schakelden topadvocaat Gerard Spong in om via de rechter geld en genoegdoening te krijgen.
Eén van de bezwaren geldt de prospectus. Die was maar mondjesmaat beschikbaar, bevatte veel onduidelijkheden en was te positief geformuleerd. Ja, wat wil je. Zo’n prospectus is toch een veredelde verkoopbrochure. De eerste prospectus die potentiële beleggers adviseert vooral niet in te stappen, moet nog geschreven worden. Dat er geen goede prospectus was, weerhield beleggers er niet van massaal in te schrijven. Volgens Wellinks Amerikaanse collega Greenspan gedragen veel beleggers zich alsof ze zich in een casino bevinden. En inderdaad geldt bij beleggen dezelfde basisregel als bij poker, roulette of wedden op paarden. Wie inzet, loopt risico. Wie geen risico wil lopen, mag passen. De keus is aan de speler. Er zijn maar weinig gokkers die de bank, de croupier of het paard voor de rechter slepen als ze verliezen. Sommige beleggers vinden dat Brinks zakelijke verleden uitgebreider in de prospectus had moeten staan. Dat is bij een beursgang niet echt gebruikelijk. Er gaat een onderneming naar de beurs, niet een persoon. Wie meer over Brink had willen weten, had dat ook in deze krant of op Internet kunnen lezen.
Wat Brink ook en vooral wordt aangerekend, is dat zij drie maanden voor de beursgang een deel van haar aandelen via een schimmige constructie voor een prikje heeft overgedragen aan een niet minder schimmige investeringsmaatschappij. Toen beleggers hier lucht van kregen, zeilde de koers naar een nieuw dieptepunt. Het is niet verboden om maanden voor een beursgang een deel van je eigen aandelen af te staan. Het is ook niet verboden daar een prijs voor te vragen die onder de emissieprijs ligt, en al helemaal niet als de toekomstige emissieprijs op dat moment nog niet bekend is. De vraag is of deze transactie bij de beursgang naar behoren gemeld is; de prospectus maakt melding van een ’transfer’. Aan dit vraagstuk krijgen onze topadvocaten nog een zware dobber.
Maar het is niet hun grootste probleem. De grootste uitdaging is aan te tonen dat de koersval van World Online inderdaad is veroorzaakt door het doen en laten van Nina Brink. Want samen met World Online zakten ook de koersen van andere ondernemingen in de nieuwe economie naar een ongekend dieptepunt. En dat kan Brink moeilijk verweten worden. Er zijn zaken die meer invloed op de koersen hebben dan de perikelen rond een Nederlands Internetbedrijfje. Amerikaanse beleggers maken zich zorgen over de opsplitsing van Microsoft, over de inflatie in de Verenigde Staten of over de onzekere perspectieven van e-handelbedrijven, maar zeker niet over het wel en wee van World Online uit Holland. Vermoedelijk weet de gemiddelde Amerikaan niet eens waar wij liggen. Holland, Michigan? zegt hij dan. Of: "Yeah, I know Holland, my grandparents were from Scandinavia too."
Het is dus maar de vraag of de bezwaren van de onfortuinlijke beleggers door Spong c.s. in baar geld kunnen worden omgezet. Rest de vraag wat de komende maanden ons gaan brengen. Betekent de ‘gezonde correctie’ het einde van de nieuwe economie, wat dat ook moge zijn? Of stappen we in voor een nieuwe rit, ditmaal op de golven van nieuwe technologische beloften met nieuwe cryptische namen als WAP, UMTS of XML?