Wie luistert naar alle discussies over besturingssystemen, zou kunnen denken dat er geen andere keus meer is dan Windows 2000 of Linux. Dat is natuurlijk niet waar. OS/390 en Unix zijn de grootste qua omzet en OS/400 is ook geen kleine jongen.
Met name in de PC-sector is alle aandacht gericht op Windows 2000 en Linux, met een sterke focus op Intel-processoren. Maar terwijl de Intel-processor en de lookalikes van AMD de markt in aantallen domineren, gebruiken de meeste grote omgevingen nog steeds Risc-processoren. Er is geen twijfel dat Intel steeds sterker wordt; als de 64-bits Merced-processor (IA-64) in grote aantallen wordt geproduceerd, zullen de gevestigde leveranciers van grotere omgevingen zich nog wel eens achter de oren krabben.
IBM’s mainframes en AS/400 maken gebruik van specifieke processoren en speciale software. De markt voor OS/390 en OS/400 is groot genoeg voor een hele industrie die nieuwe software-producten ontwikkelt. Hetzelfde geldt voor de Intel-processor onder de Windows-besturingssystemen.
Unix, Linux en NT zijn echter al in een hogere taal geschreven en kunnen dus opnieuw gecompileerd worden voor een hele reeks processoren. Althans, in theorie. Dit gegeven is bepalend geweest voor de groei van Unix, dat door IBM, HP, Sun en andere leveranciers geschikt is gemaakt voor een hele serie processoren, inclusief Intel. Deze trend zet door met de ontwikkeling van een standaard 64-bits versie van Unix, die word overgezet op de bestaande 64-bits Risc-machines en de IA-64.
Toen Microsoft NT introduceerde, werd de overdraagbaarheid van het systeem benadrukt. Ook produceerde Microsoft versies voor Digitals Alpha, MIPS en de Motorola PowerPC. Probleem daarbij was dat dat geen echte 64-bits versies van NT waren, maar alleen 32-bits versies, ook al draaiden ze op 64-bits processoren zoals de Alpha.
Een andere grote invloedsfactor is de beschikbaarheid van tools, servers en applicaties. Die moeten voor elke processor immers opnieuw worden gecompileerd. Dit veroorzaakt problemen omdat leveranciers dan verschillende versies van hun producten voor de verschillende processoren en besturingssystemen moeten genereren. In de praktijk kunnen alleen de grotere software-ontwikkelaars een groot aantal versies onderhouden. De meeste applicaties draaien slechts op een klein aantal systemen. Nergens is dit duidelijker geworden dan bij Windows NT. De dominantie van de PC heeft daarbij een groot aantal Intel-specifieke applicaties opgeleverd, terwijl er maar weinig applicaties voor andere processoren zijn. De ondersteuning van andere processoren dan die van Intel is voor NT verleden tijd. Voor Linux echter niet.
Het lijkt logisch dat HP en IBM Linux en NT ondersteunen. Dat is in het geval van Sun echter moeilijk voor te stellen. Het ligt niet voor de hand dat genoemde bedrijven doorgaan met het investeren in het ontwerpen van processoren en in de productiefaciliteiten die je nodig hebt om voorop te blijven lopen in de zoektocht naar steeds grotere prestaties. Ze moeten dus in het reine komen met de binnenkort te verwachten 64-bits processor van Intel. Dat zal wat moeite kosten. HP werkt nauw samen met Intel bij het ontwerpen van de nieuwe chips; waarschijnlijk hopen ze dat dit het overdragen van de bestaande Risc-software naar het Intel-platform vergemakkelijkt. Sun gaat met de Sparc-processor nog steeds zijn eigen weg.
Een ander probleemgebied is Compaqs Alpha-processor. Terugkijkend was de Alpha een van de grootste vergissingen in de IT-industrie. Digital had gewoon door moeten gaan met Mips. Wellicht hebben de gebruikers van Alpha-apparatuur nog iets aan een Linux-versie voor de Alpha. De IA-64 is de laatste nagel aan de doodskist van de Alpha.
Aan dit alles kleeft een subtiele ironie. De overdraagbaarheid van Unix gaf grote leveranciers de vrijheid om hun eigen processoren te bouwen. Maar nu Linux in het centrum van de belangstelling komt te staan, blijkt dit besturingssysteem erg op NT te lijken: het is in principe goed overdraagbaar, maar niemand doet echt moeite om het systeem ook geschikt te maken voor andere processoren dan die van Intel. De nieuwste Unix-variant helpt Intel dus nog steviger in het zadel!