Oracle lijkt als geen ander bedrijf klaar om te profiteren van de ‘business-to-business’-hausse. Larry Ellison manifesteert zich als veilingmeester op lucratieve B2B-marktpleinen die links en rechts op het web ontstaan. Giganten van de oude economie hopen aan de hand van Oracle een plaatsje krijgen in de nieuwe economie. Is Larry nu al de ’tsaar van de cyberbazar’ of zijn al deze markten vooral gebakken lucht? De Amerikaanse overheid onderzoekt of de webveiling die Oracle gaat uitbaten met de auto-industrie niet in strijd is met de anti-kartelwetgeving. En Larry is op zoek naar het eeuwige leven, voor Oracle en voor hemzelf.
We konden IBM niet verslaan in het mainframe-tijdperk, en Microsoft niet in het PC-tijdperk," zegt Larry Ellison in december 1999 tegen een aantal journalisten die hij bij hem thuis heeft uitgenodigd. Hij vervolgt: "Maar we zullen zeker de nummer een zijn als het gaat om het leveren van software over het Internet. We zijn hier de gedoodverfde favoriet." Ellison ziet Oracle als de grote winnaar van de economie die gedomineerd wordt door het Internet. Maar profeteert Ellison niet al zijn hele leven dat hij gaat winnen? Jawel, maar deze keer heeft hij ook reden tot optimisme. Steeds grotere en snellere databanken zijn niet alleen het fundament van de core business van zijn bedrijf, ze zijn ook de fundering onder de explosieve groei van de elektronische handel. Is Oracle, nu Microsoft in het verdomhoekje zit, op weg de grootste software-onderneming van de wereld te worden?
Netwerkeconomie US@ Ze noemen het in de Verenigde Staten soms internet-economie, soms netwerk-economie en ook wel ‘New Economy’. Met wat voor naam ook aangeduid, de veranderingen in de Amerikaanse economie zijn spectaculair en veelomvattend. En interessant genoeg om er in Computable in een serie artikelen ruime aandacht aan te besteden. Al was het maar omdat informatietechnologie een onmisbare voorwaarde wordt genoemd om met succes aan de netwerk-economie mee te kunnen doen. En omdat ons in Nederland en Europa binnenkort wellicht een vergelijkbare explosie staat te wachten. |
Volgens Ellison gebruiken negen van de tien grootste websites zijn software voor databanken als basis voor hun elektronische handelsactiviteiten. Oracle gebruikt zijn dominante positie op deze markt voor het leveren van complete e-handelsoplossingen aan grote en kleine bedrijven. "Dat bedrijf bekleedt een zeer benijdenswaardige positie," zegt Jim Pickrel, een analist van het in San Francisco gevestigde marktonderzoeksbureau Hambrecht & Quist. "Het is een ideale partner voor bedrijven die een e.business -strategie willen ontwikkelen." Oracle zegt het complete pakket -geïntegreerde applicaties voor back-office en front-office – te kunnen leveren. Ellison: "Ik geloof niet dat bedrijven tien verschillende softwareleveranciers willen hebben."
B2B-marktpleinen
De naam van Oracle duikt de laatste tijd om de haverklap op bij de lancering van allerlei nieuwe allianties die B2B-marktpleinen openen op het web. Het gaat om bedrijven die staan te trappelen om het stigma ‘old economy’ van zich af te schudden. Ze maken daarbij gebruik van ‘Exchange’, het online marktplein voor elektronisch zakendoen van Oracle.
In februari besluiten de grote drie van Detroit – General Motors, Ford Motor en DaimlerChrysler – om niet drie afzonderlijke, maar één gezamenlijke virtuele ‘marktkraam’ te openen voor de transacties met hun leveranciers. Toyota, Renault en Nissan overwegen hier ook aan mee te doen. Oracle gaat, noodgedwongen samen met concurrent Commerce One, handen en voeten geven aan deze webveiling, die naar verwachting binnen een paar jaar een omzet zou kunnen bereiken van zo’n 750 miljard dollar per jaar. Het gaat dan om de grootste website waar bedrijven onderling zaken kunnen doen.
Als mede-eigenaar van deze Motown-veiling gaat Oracle straks een percentage opstrijken van iedere schroef, moer en bout die op deze site wordt verhandeld. Bovendien zullen de circa 40.000 leveranciers op deze markt niet om Oracle heen kunnen bij het aanschaffen van applicaties die hen soepel op deze markt laten manoeuvreren. Insiders ruiken nu al een beursgang. Business Week suggereert dat de marktwaarde van de veiling van auto-onderdelen binnen twee jaar in de buurt van de 100 miljard dollar zou kunnen liggen. De leveranciers van Detroit krijgen het er knap benauwd van. Ze zijn – terecht – bang dat ze straks door de genadeloze concurrentie op deze virtuele veiling zullen worden uitgekleed. De Federal Trade Commission (FTC), de overheidsinstantie die toezicht houdt op de Amerikaanse economie, onderzoekt of de plannen niet botsen met de wetten tegen kartelvorming.
Oracle is ook de softwareleverancier en mede-eigenaar voor GlobalNetXchange een B2B-marktplein dat eveneens in februari in het leven werd geroepen door de Amerikaanse winkelketen Sears en het Franse Carrefour. Beide bedrijven willen hun hele inkoopketen – goed voor zo’n 80 miljard dollar per jaar – naar deze site overhevelen. Na de introductie van dit marktplein nodigen Sears en Carrefour andere winkelketens uit om mee te doen. De Engelse keten J.Sainsburry en de Duitse onderneming Metro AG zijn de eerste die toehappen. De verwachting is dat meer bedrijven zullen volgen. En dat is niet alles. Medio maart lanceerde Oracle samen met het in Hongkong gevestigde Cable and Wireless de Electronic Marketplace het eerste B2B-markplein dat zich richt op verschillende sectoren van de Chinese economie.
Nu is het op zich nog geen grote verdienste dat Oracle betrokken is bij een aantal B2B-marktpleinen. Er gaat immers geen dag voorbij of er wordt wel ergens kond gedaan van de opening van weer een nieuwe webveiling die de kopers en de verkopers in een bepaalde bedrijfstak samen wil brengen. Volgens The Economist zijn er nu al ongeveer 750 van dergelijke marktpleinen op het web die hopen te profiteren van de populariteit van B2B bij de beleggers. Op de grote meerderheid van deze sites moet trouwens de eerste veiling nog worden gehouden.
De twintig B2B-webveilingen waarvan de aandelen publiekelijk worden verhandeld hebben een gezamenlijke marktwaarde van zo’n 110 miljard dollar. En dan zijn er nog een stuk of twintig die nog dit jaar hun beursgang willen beleven. Effectenhandelaar Merrill Lynch verwacht dat de pure B2B-bedrijven in 2003 samen een marktwaarde zullen hebben van 1,5 biljard dollar. Volgens Professor Mohanbir Sawhney van Kellog Graduate School of Management in Chicago zullen veel veilingen echter doodgeboren kindjes blijken zijn. Hij verwacht dat er per bedrijfstak wereldwijd ruimte zal zijn voor één à twee marktpleinen. Wie niet snel de eerste of tweede plaats in zijn sector weet te veroveren zit in een bus richting afgrond.
Drie fases in B2B-marktpleinen
Er zijn dus nu al veel te veel marktpleinen op het web. Wie worden de winnaars en wie de verliezers? Sinds de uitvinding van het begrip B2B–veiling hebben al drie verschillende modellen opgang gemaakt. In de eerste fase van het veilingmodel verhuisden grote ondernemingen als Dell Computers en General Electric hun hele bevoorradingsketen naar het web. Transacties die tot dan toe werden afgehandeld via EDI-netwerken (electronic data interchange) gingen naar Internet. Door het minimaliseren van de voorraden, het stimuleren van concurrentie tussen de leveranciers en het terugdringen van de papierrompslomp konden deze bedrijven hun kosten drukken. Het is hier vooral de individuele koper die profiteert van lagere prijzen.
In de tweede fase werden webveilingen gelanceerd door onafhankelijke derden, het gaat om intermediairs als Chemdex en VerticalNet die marktsites opzetten met het idee zoveel mogelijk kopers en verkopers aan te trekken. In potentie heeft zo’n onafhankelijke markt grotere mogelijkheden omdat ze openstaat voor meerdere verkopers en meerdere kopers. Verkopers staan hier sterker dan in de eerste fase omdat meerdere kopers toegang hebben tot de markt. Het grote probleem is echter dat zo’n markt meestal vanaf nul moet beginnen kopers en verkopers binnen te halen. De onafhankelijke marktmeester moet kopers en verkopers een goede reden geven bij hem zaken te doen. In deze fase geldt vaak de wet ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Zo gauw kopers en verkopers elkaar vinden op een site, zijn ze moeilijk nog te bewegen ergens anders hun heil te zoeken. Voorbeeld is hier ook Ebay. Ondanks de vele navolgers en concurrenten heeft de webveiling van het eerste uur een marktaandeel vast weten te houden van zo’n 70 procent.
In de derde fase van de B2B-markten ligt het initiatief bij grote consortiums. Zoals automakers (de motown site) en winkelketens (GlobalNetXchange) die in samenwerking met IT-leveranciers besluiten samen een marktplein te ontsluiten. "Waarom zouden we wachten totdat iemand anders dit doet," zegt Arthur Martinez, ceo van Sears, bij de presentatie van GlobalNetXchange. Het is in zekere zin een terugkeer naar fase één maar dan met het belangrijke verschil dat bedrijven niet individueel maar groepsgewijs hun toeleveringsketens naar het web verhuizen.
Fase drie zal uiteindelijk misschien gaan lijken op fase twee wanneer de consortiums hun marktpleinen via een beursgang gaan afstoten als zelfstandige ondernemingen. Volgens durfkapitalist James Breyer van Accel Partners is deze verzelfstandiging op den duur noodzakelijk. Breyer: "Veel B2B-veilingen zullen het onderspit delven als ze geen zelfstandig management hebben." Wanneer een webveiling teveel onder controle staat van één bedrijf of één consortium dan loopt men het risico dat leveranciers en eventuele andere kopers geen vertrouwen hebben in een eerlijk verloop van de veilingen. Wanneer Ebay zelf mee zou bieden op zijn veilingen dan zou dat gemakkelijk de consumenten kunnen wegjagen.
Bundeling van koopkracht
De grote consortiums, zoals die in de auto-industrie, hoeven niet bang te zijn dat hun marktpleinen leeg blijven. De gebundelde koopkracht van de initiatiefnemers staat hier garant voor de komst van de leveranciers, ook al weten ze dat ze de kans lopen op deze door de kopers gedomineerde markten tot op het bot te worden uitgekleed. Oracles allianties met de auto-industrie en het consortium van warenhuizen zal volgens de meeste analisten dan ook zeker zeer lucratief blijken te zijn. Oracle-directeur Raymond Lane kondigt aan dat er nog veel meer van dergelijke deals in de pijplijn zitten. "We praten met de top-drie in iedere sector van de economie," aldus Lane.
Business Week bombardeert Larry Ellison begin maart maar vast tot Tsaar van de Cyberbazaar. Dat rijmt leuk, maar het is wel voorbarig. Al die veilingen bestaan tot nu toe alleen maar op papier en Oracle heeft volop concurrentie. Er is een heel leger van kleinere bedrijven die oplossingen bieden voor B2B-markten zoals i2 Technologies, Ariba Corp, Commerce One. Lane spreekt neerbuigend van ‘kleine bedrijfjes’. Ondertussen zal hij er echter niet om treuren dat de meeste producten van deze ‘bedrijfjes’ vrijwel naadloos geïntegreerd kunnen worden met die van zijn bedrijf. Als je niet de enige exclusieve softwareleverancier kunt zijn, dan maar als onderdeel van een duo of een trio. Ariba en i2Technologies hebben zich verzekerd van een sterke handlanger door een samenwerkingverband aan te gaan met IBM om ‘prefab’ software voor webveilingen te gaan leveren.
Van Oracles concurrenten op de markt voor zakelijk verkeer onderling is vooral Commerce One zeer succesvol. Dit nog jonge bedrijf uit Walnut Creek in Californië, heeft onder andere overeenkomsten met Royal Dutch Shell en BellSouth voor het opzetten van webmarkten. De grootste klapper is wel de betrokkenheid van Commerce One bij de onlangs gelanceerde webveiling van de Amerikaanse vliegtuig- en defensie-industrie. Commerce One werkt hierin samen met Boeing, Lockheed Martin en Raytheon, bedrijven die samen jaarlijks voor 400 miljard dollar materiaal aanschaffen bij hun leveranciers. Oracle moet Commerce One ook dulden als partner in de motown-veiling. Commerce One was al partner van General Motors voordat de grote drie besloten hun veilingen te fuseren.
"Vanuit marketingperspectief hebben Ariba, Commerce One, i2Technologies en Oracle de B2B-markt veroverd," zegt Carl Lenz een analist van de Gartner Group in Computerworld. Minstens zo opvallend is echter de relatieve afwezigheid van Microsoft en SAP in alle heisa rond de lanceringen van steeds meer nieuwe webveilingen. Microsoft beschikt volgens analisten niet over de producten die het een aantrekkelijke partner zou kunnen maken voor bedrijven die een webveiling willen starten. En wanneer Oracle de ruggengraat vormt voor een webveiling dan is de kans niet groot dat er ook gebruik gemaakt wordt van Microsoft-producten. "Oracle-applicaties kunnen niet gemakkelijk worden geïntegreerd met Windows," zegt Bob Parker, een analist van AMR Research in Boston. SAP gaat in mei van start met de Amerikaanse dochteronderneming SAPMarkets, waarmee het Duitse bedrijf alsnog een goede positie hoopt te veroveren op de B2B-markt.
Paradigma-verschuiving
Oracles ceo Larry Ellison loopt zowel voorop bij het creëren van nieuwe trends als bij het lanceren van ondoordachte hypes. De verandering die Ellison het beste zag aankomen was wel de paradigma-verschuiving van het server-clientmodel naar ‘internet computing’. Oracles mantra ‘internet is goed, client-server is slecht’ heeft het bedrijf in staat gesteld zichzelf te veranderen van een database-leverancier in een B2B-powerhouse. Ellisons Netwerkcomputer, de superdunne client die een einde zou maken aan het PC-tijdperk, is echter nooit veel meer geweest dan een mislukt plan om Bill Gates dwars te zitten. Hetgeen duidelijk maakt dat Ellisons dynamische persoonlijkheid en grote ego Oracle zowel naar het paradijs als naar de afgrond kunnen voeren.
In tijden van grote veranderingen lijkt het echter geen kwaad te kunnen wanneer de ceo van een bedrijf aan niets meer de pest heeft dan aan stilzitten. Ellison wil altijd in beweging zijn, hetzij in zijn Italiaanse jet, hetzij op zijn zeiljacht. Het Amerikaanse tijdschrift Fortune onthulde onlangs dat een door Ellison opgerichte stichting 20 miljoen per jaar pompt in onderzoek dat duidelijk moet maken waarom mensen ouder worden. Ondanks zijn dagelijkse workouts en zijn reputatie als playboy voelt Ellison dus de jaren aan hem knagen. Hij heeft kennelijk nog één grote wens: altijd jong blijven! Voorlopig vaart Oracle er wel bij.
Teake Zuidema, freelance medewerker