Intel kan nog altijd niet voldoende van zijn nieuwste, snelle Pentium III-processors produceren. Dit bevestigde president Craig Barrett vorige week tijdens de presentatie van de financiële cijfers. De eerste chips in die reeks gebaseerd op de Coppermine-kern zijn op 25 oktober vorig jaar aangekondigd.
De chipfabrikant heeft computerleveranciers en wederverkopers laten weten dat deze problemen nog aanhouden tot zeker eind juni. Dit ligt aan de moeizame overschakeling van vijf productiefaciliteiten naar het nieuwe 0,18 micron productieproces, aldus Barrett. Toch wil het bedrijf tegen het einde van juni minstens 50 procent van zijn chips fabriceren middels dat nieuwe proces. Eind dit jaar moet dat percentage zijn opgevoerd tot 90 procent, wat dan door acht fabrieken wordt geproduceerd.
Woordvoerder Tom Waldrop meldt dat ook de overgang naar de nieuwe processorvoet ‘flip chip’ een rol speelt in de aanhoudende leveringsproblemen. Toeleveranciers van de benodigde halfgeleiders voor die Slot 1-opvolger bleken niet in staat voldoende van die processorcomponenten te leveren.
Desondanks hebben Intels financiële cijfers voor het afgelopen kwartaal de verwachtingen van Wall Street-analisten overtroffen (zie rubriek financieel, pagina 14/15). Experts menen echter dat de geboekte winst lager is uitgevallen doordat het bedrijf achterloopt op de vraag voor zijn processors. Reeds aangekondigde chips die in de praktijk nauwelijks te koop zijn, hebben namelijk een prijsverlagende invloed op oudere, algemeen verkrijgbare processors. JB