Wat hebben Erroll Flynn, Clark Gable, Marlon Brando en Mel Gibson met elkaar gemeen? Waar bevindt zich het eiland Pitcairn? Waarvoor staan de letters icann? En wat heeft de beantwoording van deze vragen te maken met de voortwoekerende strijd om het domeinnaam systeem (DNS) voor Internetadressen? Het zal u allemaal duidelijk worden in de komende duizend woorden.
De acteurs Flynn, Gable, Brando en Gibson hebben alle vier de rol van Fletcher Christian gespeeld in verschillende verfilmingen van De muiterij op de Bounty (Mutiny on the Bounty). Christian is de officier onder wiens leiding de bemanning van de Bounty in opstand komt tegen de terreur van de hardvochtige en paranoïde kapitein William Bligh. Op het einde zoeken de muiters een veilig heenkomen op het onbewoonde eiland Pitcairn in de Stille Oceaan. Een ideale schuilplaats! De locatie van Pitcairn is namelijk verkeerd aangegeven op de kaarten van de Engelse marine. Christian en zijn muiters worden nooit gevonden.
De muiterij op de Bounty vond echt plaats in 1789 en een jaar later vestigden de muiters zich inderdaad op het onbevolkte Pitcairn. Ze waren echter in het gezelschap van jonge dames die ze hadden leren kennen tijdens een verblijf op Tahiti. Anno 2000 wonen daarom nog steeds nakomelingen van de muiters op het eenzame eilandje. Zo kan het gebeuren dat in 1997 ene Tom Christian – jawel, de achter-achter-achter kleinzoon van de echte Fletcher Christian – het uitbaten van de letters .pn verkwanselt aan een buitenlands bedrijf. De combinatie .pt is uiteraard de domeinextentie van het eiland Pitcairn.
Uitlenen
Het ‘uitlenen’ dan wel verkopen van de eigen domeinextentie aan buitenlandse bedrijven is schering en inslag in de Stille Oceaan. Het eiland Tonga bijvoorbeeld, heeft meer dan twintigduizend keer de domeinextentie .to ter beschikking gesteld aan buitenlandse bedrijven en strijkt daarvoor 75 dollar per jaar per gebruiker op. Op het Amerikaanse Samoa is de bevolking in rep en roer over de vraag wie de exploitatie van .as heeft afgestaan aan het bedrijf Gdns uit New York dat de letters nu vooral uitbaat in Denemarken. De letters ‘AS’ staan in Denemarken voor wat in Nederland een NV is. Voor Denen maakt de uitgang .as achter een naam dus duidelijk dat het om een bedrijf gaat. Het is geen .com, maar beter dan niets.
Er zijn twee soorten top-level domeinextenties in het systeem dat is ontworpen door de in 1998 overleden John Postel. In de eerste plaats is er de bekende serie extenties .com, .net, .edu, .gov, .org, .int, .mil en (gereserveerd voor Internetinfrastructuur) .arpa. Daarnaast zijn er de 246 landencodes die ieder bestaan uit twee letters. Vraag: Waarom zijn deze landencodes zo in trek? Antwoord: Omdat alle goede adressen die eindigen op .com al in gebruik zijn. Wanneer de fictieve firma Flash zich wil laten registreren met het adres flash.com, dan zal ongetwijfeld blijken dat dat adres al is vergeven. Beter dan het afzweren van de naam flash is het dan om te kunnen beschikken over flash.as of flash.pt. En er zijn dus bedrijfjes die via hun handel in domeinnamen en extenties dit bedrijf Flash van dienst kunnen zijn.
Uitbreiding
Er zijn een heleboel voorstellen gedaan om de serie .com, .edu uit te breiden met andere top-level domeinnamen zodat onder meer het oneigenlijk gebruik van de landencodes kan worden vermeden. De Amerikaanse consumentenadvocaat Ralph Nader heeft voorgesteld om de lijst uit te breiden met combinaties als .sucks en .complaints. Activisten, boze klanten en ontevreden werknemers zouden dan in staat zijn dommeinnamen te gebruiken als microsoft.sucks of windows.sucks en mcdonalds.complaint. De lettercombinatie .union zou gereserveerd worden voor vakbonden.
Het voorbeeld geeft mooi aan waarom alle grote bedrijven tegen een uitbreiding zijn. Ze willen niet dat hun bedrijfsnaam of geregistreerde merknamen gebruikt worden in de adressen van sites die niet hun eigendom zijn.
Moeten er meer top-level domeinnamen komen, en zo ja welke? Welke instanties of individuen krijgen zeggenschap over de toewijzing en het gebruik van de landencodes? Is het gebruiken van merknamen in webadressen een kwestie van vrije meningsuiting of een inbreuk op de rechten van een bedrijf? Deze, en andere vragen, zullen in de komen jaren worden uitgevochten binnen de gelederen van icann, de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers die belast is met het beheer van de IP-adressering. Het leuke is dat iedereen met een e-mail adres en een vaste woon- en verblijfplaats lid kan worden van icann en daardoor in de nabije toekomst kan stemmen op wie hem of haar kan vertegenwoordigen in het bestuur van deze organisatie.
Implicaties
Wanneer icann verkiezingen gaat houden, kan deze organisatie zich ontwikkelen tot een soort Verenigde Naties van de Internetgemeenschap. In plaats van onafhankelijke staten zullen echter vertegenwoordigers van gebruikers en belangengroepen (isp’s, bedrijven) een stem hebben in icann. In principe zou icann alleen belast zijn met technische beslissingen over de Internetadressering, maar het is duidelijk dat deze technische zaken allerlei politieke, economische en juridische implicaties hebben. Binnen icann begint zich nu al een strijd af te tekenen tussen individuele gebruikers die altijd Beethovens Negende (Alle Menschen Werden Bruder) neuriën wanneer ze een Internetadres intikken en vertegenwoordigers van bedrijven die alleen denken aan het eeuwig ruisen van de digitale kassa’s. Maar dat is logisch, zo zit de echte wereld immers ook in elkaar.
Opnieuw muiterij
Hoe gaat het verder met Pitcairn? Deze keer is er opnieuw sprake van muiterij, maar nu gericht tégen Christian. Alle 47 inwoners – uitgezonderd Tom Christian en zijn vrouw – ondertekenen in 1999 een petitie waarin de domeinnaam wordt teruggeëist In februari 2000 besluit icann dat de domeinnaan .pt inderdaad teruggegeven moest worden aan het reguliere bestuur van Pitcairn. In principe kunnen de bewoners van het eiland nu vrij beschikken over de .pt voor het lanceren van hun websites. Ze moeten alleen nog even wachten tot het eiland een Internetaansluiting krijgt. Er is weliswaar een Pitcairn Island Virtual Shopping Mall op het adres http://www.lareau.org/pitcmall, waar men onder andere fraai handbeschilderde bladeren uit Pitcairn kan kopen, maar deze opereert vanaf een webadres in Minnesota.