49 Procent van de banken en verzekeringsmaatschappijen vinden consolidatie en kostenbesparingen belangrijker dan elektronische handel. Dit blijkt uit onderzoek van Arthur Andersen. Deze consultancygroep onderzocht hoe financiële dienstverleners e-business inschatten voor hun succes en welke de investeringen die ze daar tegenover stellen. De onthutsende conclusie was dat sprake is van een enorme kloof.
Andersen ondervroeg tweehonderd financiële ondernemingen, waarvan 74 in Amerika, 90 in Europa en de rest in Azië. De onderzoekers verwachtten eigenlijk dat de financiële wereld internet en e-business zeer belangrijk zouden vinden, en dat ze daarom veel zouden investeren in alles wat met e-business te maken heeft. De onderzoekers baseerden zich hiervoor op het ontstaan van nieuwe, web-gebaseerde instellingen als E-Trade en Egg. De eerste is een volledig web-gebaseerde bank, de tweede een internet-dochtermaatschappij van het Britse Prudential.
Astrid Pieron, partner bij Arthur Andersen: "Bij de vraag naar het belang van e-business, antwoordden de meeste directeuren dan ook dat ze het ontzettend belangrijk vinden, maar bij de vraag naar de omvang van de middelen die ze ervoor inzetten, werd het in bijna alle gevallen erg stil." Slechts een kwart van de ondervraagden bleek hun geloof in elektronische handel ook durven omzetten in investeringen.
Informatiekanaal
Financiële instellingen blijken te denken dat e-business een informatiekanaal is waarlangs ze de consument kunnen inlichten, vergelijkbaar met folders en brieven. Vrijwel geen enkele bankier blijkt te geloven in e-business als een tweewegskanaal om met de klant te communiceren. "Velen denken ook dat kostenefficiency en consolidatie veel belangrijker zijn dan e-business," zegt Pieron. "Ze hebben niet in de gaten dat e-business voor veel van die problemen net een oplossing kan bieden met een sterke toegevoegde waarde."
Het Andersen-rapport haalt ook een studie aan die IBM en Interbrand hebben uitgevoerd. Daarin onderzochten zij hoeveel banken je kunt bestempelen als ‘internet-gekwalificeerd’. De oogst was schamel. De onderzoekers kwamen uit bij drie instellingen in de Verenigde Staten, drie in de Scandinavische regio, twee Zwitserse banken, en een paar instellingen in Engeland en Duitsland.
Nederland
Noch de Andersen-studie, noch die van IBM en Interbrand geeft aan hoe het in de lage landen gesteld is. Toch zijn hier wel initiatieven op dit gebied. In Nederland is er de Rabobank met een volledige Web-service, en in België verleent de KBC al enkele jaren diensten met gebruik van internet. Sinds kort is daar ook een andere bank op het web met een volledig interactief servicepakket, de BBL. Dat is geen slechte score voor beide landen in vergelijking met de door Andersen onderzochte naties.