De strategie van softwareleverancier Baan om terug te gaan naar uitsluitend erp-systemen, roept veel vragen op. Bestaande klanten zullen blij zijn met deze strategie omdat het hen zekerheid biedt dat ze voorlopig op steun kunnen rekenen. Maar dat het nieuwe klanten trekt niet waarschijnlijk. Baan laat hiermee immers groeimarkten als supply chain management en software voor klantbeheer liggen. En dat is onbegrijpelijk.
Baan-topman Everaert staat voor een vrijwel ondoenlijke taak. Het grote probleem bij Baan is immers niet dat de software slecht is, maar dat het bedrijf een zwalkend beleid voert. Dat de kwaliteit van de software buiten kijf staat, bleek deze maand toen Baan een patent kreeg op een techniek voor Internet- en netwerkcommunicatie. Deze techniek maakt het mogelijk sneller toepassingen voor elektronische handel te ontwikkelen. Inmiddels heeft Baan deze oplossing opgenomen in zijn aanbod voor e-commerce.
Schimmig
De grote problemen bij Baan begonnen in 1997. Door een onduidelijke boekhouding en schimmige constructies met charitatieve instellingen verloren Amerikaanse beleggers het vertrouwen in Baan. De gevolgen waren rampzalig. De koers belandde in een soort vrije val, waardoor de waarde van de onderneming sinds 1997 kelderde van 11 naar 1 miljard dollar. Het wantrouwen van de financiële wereld speelt Baan nog altijd parten. Ondanks reorganisaties, minder personeel en een betere kostenstructuur blijft het aandeel in waarde dalen. Begin dit jaar was het nog ruim 14 euro waard. Deze week lag het nog onder de 6 euro.
Opkrabbelen
De afgelopen jaren heeft Baan geprobeerd middels overnames nieuwe markten te veroveren. Maar de overnames van onder andere Aurum (crm-software) en Coda (financiële software) liepen op teleurstellingen uit. De voortdurende verliezen dwongen Baan echter weer tot verkoop over te gaan. Het vermogen is daardoor enigszins aangesterkt. De verkoop van Coda leverde 30 miljoen dollar op en Meta (software voor personeelsbeheer) bracht 30 miljoen dollar binnen. Bovendien was er de vroegtijdige conversie van converteerbare obligaties (40 miljoen dollar). Dit kan worden aangevuld met de optie bij het Amerikaanse Fletcher (40 miljoen dollar) en de optie bij het Amerikaanse Bear Stearns (150 miljoen dollar).
Financiële analisten vinden het verontrustend dat een substantieel bedrag op de balans staat van geactiveerde software en immateriële activa waaronder goodwill. Eens zullen deze geactiveerde kosten van het groepsvermogen worden afgeboekt. Eind 1999 maakten deze kosten nog steeds 20 procent (125 miljoen dollar) uit van het balanstotaal uit. Bij de concurrenten Peoplesoft, JD Edwards en SAP lag deze post ruim onder de 5 procent van het balanstotaal.