Bedrijfsovernames en fusie zijn delicate operaties. Dat geldt voor de totstandkoming, maar misschien wel veel sterker voor het daadwerkelijk versmelten van de betrokken bedrijven. In dit stadium moet namelijk blijken of de in zeer algemene termen verwoorde strategische rechtvaardiging van de overname voldoende kracht heeft om op operationeel niveau motiverend te werken.
Zijn de medewerkers bereid hun arbeidsrechtelijke verworvenheden opzij te zetten in het belang van de nieuwe situatie? Hier ligt een belangrijke taak voor het management van bedrijven die in een dergelijk proces zitten.
Wat mij opvalt aan de perikelen rond de integratie van de medewerkers van het voormalige Wang/Olsy in Nederland is dat de directie van Getronics bij monde van directeur Van Voorst niet voor de diplomatieke, maar voor de harde lijn kiest. (zie ook pagina 37.)
Partners in het versmeltingsproces, wettelijk vertegenwoordigd door OR en vakbonden, wordt in een memo in nauwelijks verholen termen verweten zand in de raderen te strooien omdat zij ‘strikt vasthouden aan formele en juridische procedures en eindeloze reeksen vragen stellen’. En dat, zo stelt Van Voorst ‘onder het mom van zorgvuldigheid’.
Olie op het vuur, zo blijkt want het bewuste interne memo vond via Internet zijn weg snel naar buiten. De escalatie laat zien dat het wijs is om als management soms boven de problemen te gaan staan. Dit vereist de vaardigheden van een diplomaat en niet die van een generaal. Het voorval bij Getronics geeft aan dat de harde wijze van besturen van voormalig topman Risseeuw, nog diep in de organisatie zit. En dat is voor de oud-medewerkers van Wang/Olsy even wennen.