Intel begint met de komst van zijn eerste 64-bit processor, Itanium, een uitgebreid offensief op het gebied van datacentra. De processorproducent wil het momentum voor de aanstaande zware processor zo groot mogelijk maken en vertrouwt daarvoor niet alleen op de serverfabrikanten.
Michael Fister, vice-president van Intels server-groep, meldde vorige week dat het bedrijf dit jaar diverse oplossingencentra voor elektronische handel opzet in Europa. De komende zes maanden openen de eerste centra in Londen, Stockholm en München. Later volgen Amsterdam en Parijs.
Amsterdam
Rob Eckelman, algemeen directeur van Intel Emea (Europa, Midden-Oosten en Afrika), ontkent dat Amsterdam, dat eerder al de vestiging van een nieuw Intel-rekencentrum verloor aan Londen, een minder aantrekkelijke locatie zou zijn. "In die andere steden hebben we al redelijk grote vestigingen die relatief snel zijn uit te bouwen tot een oplossingencentra. Voor Amsterdam en Parijs moeten we eerst nog uitbreidingsruimte zoeken en mensen aantrekken." Elk centrum zal gemiddeld tien tot vijftien Intel-werknemers tellen.
Het merendeel van de medewerkers en activiteiten moet komen van de partners. In de dertig e-handelscentra die Intel wereldwijd opzet, kunnen software-ontwikkelaars en dienstenaanbieders hun producten uitwerken, testen, aanpassen en opvoeren. "Dit initiatief is niet gericht op winst, maar op het vergroten van de algehele markt. Het is dus niet bedoeld voor eindklanten, zoals banken", aldus Eckelman.
Criteria
Vooralsnog hanteert de chipproducent geen strikte eisen om bedrijven te laten participeren in de centra. "We hebben nu al zeven Pan-Europese bedrijven die participeren, maar omvang is zeker geen vereiste", vertelt Europees directeur Eckelman. "We concentreren ons op een bepaalde interessante gebieden zoals beveiliging, fail-over binnen een cluster, beheer van netwerkverkeer en elektronische handel, bijvoorbeeld op het vlak van databank-connectiviteit."
Fister en Eckelman constateren dat het tijdperk is aangebroken waarin netwerken, waaronder internet, de bedrijfsproductiviteit verhogen. "De jaren negentig waren die van kantoornetwerken met PC’s die de persoonlijke productiviteit bevorderden. Nu vindt er een omschakeling plaats naar grotere infrastructuren en daar heb je zware servers voor nodig", aldus de vice-president. Het is zeker niet toevallig dat deze omschakeling volgens Intel pas plaatsvindt nu het bedrijf zelf bijna zover is dat het zijn langverwachte eerste 64-bit processor kan leveren.
Prototype
De servertopman gaf een demonstratie van een Itanium-prototype dat draait op een vroege 64-bit uitvoering van Windows 2000 en een 64-bit versie van de ‘open source’ webserver Apache. Het grote aantal geïnstalleerde koelventilatoren van het systeem bevestigt de berichten dat Intels eerste 64-bit processor veel hitte genereert. De prototype-machine in kwestie is een kaal server-chassis dat Intel zelf heeft gebouwd.
Het bedrijf wil dergelijke nagenoeg-kant-en-klare systemen leveren aan kleinere computerfabrikanten om zo de IA-64-markt groot te maken. "Het bereiken van volume is zeer belangrijk, want daardoor kunnen wij de productie van onze processors goedkoop houden." Fister ontkent dat Intel hiermee zijn klanten, de computerfabrikanten, gaat beconcurreren. "De grotere serverproducenten zullen hier niet zo in geïnteresseerd zijn. Zij willen differentiëren met eigen technologie en toegevoegde waarde, zoals diensten en software. Dit is puur voor de volumemarkt."
Kille relatie Sun
Tijdens de demonstratie gaf Fister hoog op over de mogelijkheden als internetserver, waarbij hij een veeg uitdeelde naar Unix-systemen met Risc-processors. "Zoals die van Sun." De onmin tussen de twee IT-leveranciers over de IA-64-uitvoering van Unix-variant Solaris leeft nog altijd. Dit ondanks de sussende woorden die Sun-president Scott McNealy vorige maand nog uitte.
Intel-topman Fister erkent de kille verhouding. "Wij zijn niet boos, wij zijn pragmatisch. Hoeveel nieuwe software-ontwikkelaars zijn er de afgelopen jaren aangetrokken voor dat platform? Welgeteld nul." Het vertaalwerk voor een Solaris-uitvoering op IA-64 gaat wat Fister betreft nog wel door, aangezien er beloftes zijn gedaan aan enkele klanten. Het is echter duidelijk dat Intel geen grote rol heeft weggelegd voor Sun in zijn serverplannen.