Apple heeft voor het in aantocht zijnde besturingssysteem Mac OS X gekozen voor het toepassen van werkmethoden die direct zijn overgenomen uit het ‘open source’-model. Dit wil zeggen dat ontwikkelaars toegang hebben tot de code die voor Mac OS X wordt ontwikkeld en daar zelf mee aan de slag kunnen.
Apple’s claim dat hierdoor betere en bovendien nieuwe software-ontwikkelingen mogelijk zijn, lijkt bewaarheid te worden nu uit deze gezamenlijke inspanning programmatuur is ontstaan die het mogelijk maakt om multimedia-inhoud in Quicktime-formaat te ‘streamen’ vanaf Windows NT-servers. Tot nu toe had Apple wel Quicktime-software beschikbaar waarmee Windows-systemen Quicktime-bestanden konden ontvangen en bekijken, maar was het altijd noodzakelijk dat de server een Apple-systeem was.
Quicktime was weliswaar één van de eerste multimedia-formaten die beschikbaar kwamen, maar dreigde door de beperking tot het Apple-platform de strijd te verliezen van een aanbieder als Realnetworks. Nu ook NT-servers in staat zijn om Quicktime-content te versturen naar eindgebruikers, kan hier alsnog verandering in worden gebracht.
De open source-inspanningen van Apple gaan schuil achter de naam Darwin. Doel van dit project is om specifieke gedeelten van het besturingssysteem dat als Mac OS X bekend staat en dat naar verwachting deze zomer zal verschijnen, te populariseren door de code beschikbaar te stellen aan onafhankelijke ontwikkelaars en programmeurs. Deze aanpak heeft in het geval van Linux tot een ongekend succes geleid.